25 jaar 013: Sander maakte ze bijna allemaal mee
Al dat drinken liet bij Sander zijn sporen na. Zijn vrouw leerde hij – hoe kan het ook anders – kennen in de 013. Hij werkte achter de bar, zij ook. Maar vraag hem niet in welk jaar dat ook weer was: “2007? 2006? Ik weet bijna niks meer van die tijd.”
"De gemberthee en citroen zijn niet aan te slepen."
De verhalen over poppodia zijn roemrucht. In de voorloper van 013, Noorderligt, trad rock‘n’roll-junkie Herman Brood vaak op. Als zijn manager de spuiten op tafel zag liggen, wist hij dat Herman had ‘ontbeten’. Sander lacht: “Da's alleen maar minder geworden. De gemberthee en citroen zijn niet aan te slepen. Artiesten zijn professioneler geworden.”
En Sander ook. Maar de vader van drie kinderen heeft zijn portie genotsmiddelen wel gehad. “Tuurlijk”, lacht hij: “In die periode, ja God, je stond achter een bar. Ik was altijd wel ergens dronken of onderweg. En ik rookte als een schoorsteen. Het hoorde er allemaal bij. Er werd volop gerookt in de zaal en ook achter de bar. Het had een heel andere vibe dan nu.”
Wat niet wil zeggen dat er nooit meer een artiest onder invloed op het podium stapt: “Zeker Amerikanen, die blowen. Dat zie je gewoon, die zijn hier al in de shop geweest. Hoort er ook gewoon bij.”
“De oudste skateboardt hier graag. Gladde vloer hè.”
Maar de tijden veranderen. Sanders vrouw werkt nu bij de kaartverkoop, hij is als ‘manager hospitality’ verantwoordelijk voor alles op de werkvloer. De kinderen zijn 5, 7 en 9 en ze komen regelmatig in 013: “Ze weten de weg. De oudste skateboardt hier ook graag. Mooie gladde vloer hè? Kun je lekker hard.”
In 2000 deed Sander de opleiding journalistiek. Zijn toenmalige vriendin werkte bij 013 achter de bar. En hij stapte er voor het eerst binnen. “Ik weet nog dat ik dacht: ‘Wat een joekel van een tent!’ Zo hoog, zo diep. Het was anders dan alles dat je toen gewend was.”
013 was de eerste zaal in Nederland die speciaal was gebouwd voor popmuziek. Het was ook meteen de grootste: er konden 2000 man in. Sander tapte biertjes in de voetbalkantine en mocht meteen aan de slag: “Ik begon bij ‘Beats and beyond', dat was toen dé populaire dansavond. Altijd druk, altijd uitverkocht.”
Na journalistiek ging hij film- en tv-wetenschappen studeren. Maar hij bleef in Tilburg wonen en bij 013 werken: “Het verdiende vrij aardig. En het was altijd keileuk hier. Leuke mensen met liefde voor muziek. Ik ga altijd fluitend naar m'n werk.”
“Bij de Chemical Brothers gingen de autoalarmen in de parkeergarage af.”
Fijne extra van zijn baan: Sander kan alle shows zien. “Ik heb afgrijselijk veel goede muziek gezien hier. Bij Basement Jaxx zag ik twintig jaar geleden voor het eerst een LED scherm. Dat is nu vrijwel standaard. Bij de Chemical Brothers ging de muziek zó hard, dat de autoalarmen in de parkeergarage hiernaast afgingen.”
Dat laatste heeft Sander wel een permanente suis in z'n oren opgeleverd: “Als je vijftien jaar achter een bar staat en iedereen kwekt in je oor, geloof maar dat je een piep ontwikkelt. Ik ben zo doof als een kwartel. Daar dacht je vroeger nog niet over na.”
Bij zijn kinderen gaat het anders: “De oudste gaat al regelmatig mee. We zijn naar Chef Special geweest. En ik sleep 'm ook mee naar Terzij de Horde (een black metal band, red). Maar hij mag hier niet naar binnen zonder oordoppen in.”
Poppodium 013 viert het 25-jarig bestaan maandag met een groot muziekfeest, 's avonds vanaf zeven uur. Hoofdact is De Staat.