Rookverbod in de buitenlucht bij GGzE mag niet volgens de rechter
De cliënt zat gedwongen opgenomen in de ggz-instelling. Daar mocht hij niet roken op zijn eigen kamer en in de buitenlucht op het terrein van de GGzE. Om te roken ging hij, net als andere cliënten, naar een nabijgelegen park.
De ggz-instelling gaf aan dat ze het rookverbod volgens de wet moest instellen. De rechter oordeelt nu dat dat niet klopt. In de Tabaks- en Rookwarenwet staat dat een rookverbod niet verplicht is:
- in ruimten waar geen inbreuk mag worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer,
- in de openlucht.
In de huisregels van een instelling mogen alleen regels staan die noodzakelijk zijn voor een ordelijke gang van zaken en voor de veiligheid. Volgens de rechtbank valt het rookverbod in de openlucht daar niet onder. Roken op de kamer mag dus nog steeds niet, maar rokers hoeven het terrein van de instelling niet meer te verlaten.
Hoe het nu verder gaat met het rookbeleid in de ggz-instelling is nog niet bekend. “Wij gaan kijken hoe we de uitspraak van de rechter moeten interpreteren”, laat een woordvoerder van de GGzE weten. De cliënt verblijft inmiddels in een andere instelling. De schadevergoeding van 1000 euro die hij eiste, is afgewezen.