Al jaren de beste van Europa, nu gaat Joël ook voor goud met zijn zus
Bij taekwondo Poomsae gaat het om diverse stijlvormen die taekwondoka moeten laten zien. Tijdens een schijngevecht met een tegenstander let een jury erop hoe bewegingen worden uitgevoerd. Dewi: “Bij het ‘echte gevecht’ gaat het puur om het vechten. Bij onze vorm moeten we de bewegingen tot in de perfectie uitvoeren. Je moet daarbij iedere spier in je lichaam beheersen.”
Een foutje kan al fataal zijn. Joel: “Als ‘klein menneke’ begon ik met sparren, totdat ik te licht was voor de lichtste gewichtsklasse. Ik stapte over naar stijl en dat is zoveel moeilijker. Bij het sparren kun je een trap op je hoofd krijgen, maar is er een kans om die achterstand in te halen. Bij stijl gaan er bij één foutje al punten vanaf en dat kun je niet meer goedmaken. Het is mij ook regelmatig overkomen. Je moet mentaal sterk zijn en met die momenten aan de slag gaan.”
"Als broer en zus hebben we een bepaalde chemie."
Joël vindt het leuk om niet alleen individueel in actie te komen, maar ook samen met zijn zus. “We tikken allebei een hoog niveau aan en onze trainer Mieke Tapia vond dat we op het gebied van stijl goed bij elkaar passen. We lijken niet alleen qua uiterlijk op elkaar, maar ook qua bewegen, techniek, kracht en uitstraling. We hebben een bepaalde chemie en als je ziet dat je samen succes hebt, dan ga je er mee tijd insteken.”
In de topsport moet je niet bang zijn om een ander te corrigeren. Dewi: “Ik denk dat we als broer en zus extra streng zijn voor elkaar. Joël is wel harder voor mij dan ik voor hem. Maar ik vind het goed dat hij dat doet, want ik wil me blijven verbeteren. Uiteindelijk is het ook irritant als hij blijft hameren op puntjes, dus dan ga ik daar keihard mee aan de slag”, zegt ze lachend.
"Ooit was ik de jager, nu ben ik de prooi."
Met zes Europese titels en vijf keer de vijfde plaats op het WK zou je denken dat er voor Joël niet veel te leren meer valt. “Ik streef naar perfectie, maar perfect is het nooit. Ik kan me altijd verbeteren en wil de beste van de wereld worden. Ooit was ik de jager met een doel, nu ben ik de prooi waarop wordt gejaagd door mijn concurrenten. Iedereen wil mij verslaan en er zal een keer een moment komen dat ze me van de troon stoten.”
Naast zijn eigen topsportcarrière zet hij zich met zijn eigen bedrijf in voor taekwondo. Hij geeft onder andere training, misschien wel aan zijn latere opvolger. “Ik heb in de loop der jaren veel ervaring opgedaan op allerlei toernooien en gewerkt met topcoaches. Ook heb ik gezien hoe ze in bijvoorbeeld Korea de sport beleven, dan lopen wij in Nederland nog ver achter. Ik wil mijn steentje bijdragen aan talentontwikkeling. Zodat we in de toekomst met de grote landen mee kunnen blijven strijden om de bovenste plekken.”