Van deze foto werd Frans Kapteijns erg blij, want dit is iets bijzonders
Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister deze hier:
In een bos in Drenthe stonden twee grote zachte schalen met op de buitenrand allemaal paddenstoelen
Niels Tammeling kwam in een bos een soort zachte grote schalen tegen, met op de buitenrand weer allemaal paddenstoelen. Die grote schalen stonden ook weer op hun eigen kleine poten. Hij stuurde mij een foto met de vraag wat dit is. Van dit soort foto’s word ik helemaal blij! Niet alleen is dit een van mijn favoriete zwammen, maar deze vorm kom je ook nog eens niet zovaak tegen in een bos. De naam van deze zwam is dennenvoetzwam. Wat Niels gezien heeft, zijn dus dennenvoetzwammen, maar dan al met nieuwe hoedjes.
Dennenvoetzwammen zijn parasitaire zwammen die vaak aan de voet van naaldbomen, vooral bij Douglassparren, staan. Het kan ook zijn dat je geen naaldboom in de buurt ziet en toch zo’n zwam tegenkomt. Dat kan kloppen, want de vruchtlichamen van deze zwam kunnen nog jaren na de dood van de boom gevonden worden op de ondergrondse wortelresten en ook onder de grond op dood hout. In normale omstandigheden verschijnen deze vruchtlichamen in de zomer, met goudgele groeiranden. Daarna wordt heel de zwam fluweelachtig goudgeel, vervolgens voskleurig bruin en hij eindigt vaak zeer donker bruin tot bijna zwartbruin van kleur. Wat de foto van Niels dan ook zo bijzonder maakt, is dat soms langs de randen van de oude donkerbruine of zwartbruine vruchtlichamen nieuwe hoedjes gevormd worden. Dit heet dan regeneratie en dit kom je maar zelden tegen.
Bij regenachtig weer zie je regenwormen vaak op fietspaden en niet op de grond ernaast
Rob Hagg vraagt zich af waarom regenwormen bij regenachtig weer massaal uit de grond komen en vaak op fietspaden of wegen terechtkomen. Feitelijk is de naam regenwormen daarmee meteen verklaard, want regenwormen kunnen niet tegen teveel water in de bodem. Om te voorkomen dat ze sterven, vluchten ze de bodem uit bij massale regenbuien. Om vervolgens ergens anders weer de bodem in te kruipen. Aangezien ons land steeds meer versteend en geasfalteerd is, komen zij dan op fietspaden en wegen terecht.
Bij open verstening, waar ruimte is tussen de stenen, kunnen ze vaak nog wel de bodem in. Daar waar asfalt ligt, kunnen zij de bodem niet in en sterven dan ter plekke. Wil je nog meer weten over regenwormen, kijk dan eens op deze herkenningskaart van het WUR.
Veel schuim in de bossen
Jo van Balkom liep op de dag voor Kerstmis in de bossen en zag veel wit schuim bij de bomen. Het is heel logisch wat Jo gezien heeft. Het heeft namelijk heel veel geregend. We noemen dit fenomeen boomschuim. Boomschuim ontstaat doordat regenwater langs de stam van een boom naar beneden loopt en allerlei stoffen die op de boom aanwezig zijn, opneemt. Door die stoffen - zoals eiwitten uit algen - ontstaat dit schuim.
Wie weleens op het strand loopt, heeft dit fenomeen vast ook weleens gezien, maar dan veel groter. Dan zie je enorme schuimvlokken. Ditzelfde gebeurt dus bij bomen, in het klein. De eiwitstof saponinen zorgt ervoor dat het boomschuim langer aan de stam of onder aan de voet van een boom blijft liggen. Vroege Vogels heeft een mooi filmpje over dit fenomeen op YouTube geplaatst.
In de tuin hangt een wildcamera en daar liep plotseling een snelle jongen langs
Gwendolyne van Erp heeft in haar tuin een wildcamera gehangen om de egels in de gaten te kunnen houden. Inmiddels zijn die in winterslaap en ziet Gwendolyne muisjes en katten door haar tuin sluipen. Maar in de nacht van 23 op 24 december zag ze een snelle jongen door de tuin flitsen. Ze vroeg zich af wat dit zou kunnen zijn. Helaas kan ik dit filmpje hier niet plaatsen, maar ik heb geprobeerd een screenshot te maken. In het filmpje en enigszins op de screenshot kun je zien dat het een bunzing is.
Bunzingen behoren tot de familie van de marterachtigen.
Samen met de wezel en de hermelijn wordt de bunzing tot de kleinere marterachtigen gerekend. De maximale lengte van een bunzing komt toch uit op zo'n 45 centimeter. De vacht van de bunzing is donkerbruin. De ondervacht heeft meestal een lichtbruine kleur, maar deze kan ook geelwit of geel zijn. Op het menu van dit dier staan vooral knaagdieren maar ook kikkers, vogels en vissen. Het konijn stond vroeger ook op hun menu, maar myxomatose heeft er voor gezorgd dat er in het wild bijna geen konijnen meer zijn. Tot slot eten ze ook regenwormen, insecten, hagedissen en aas. En, last but not least, voor de afwisseling eten ze ook vruchten.
Salamander in de tuin
Jos van Rens trof een salamander aan in zijn tuin in Maashees. Hij wil graag weten welk soort salamander dit is en stuurde mij een filmpje. In dat filmpje zie je een heel mooie alpenwatersalamander. Vermoedelijk is dit diertje - in landvorm - op zoek naar een overwinteringsplek of is het verstoord en zoekt het een betere plek. Gedurende de winter blijven alpenwatersalamanders op die overwinteringsplekken. Ze komen dan in het voorjaar weer tevoorschijn.
Overigens leven salamanders niet zoveel in het water als mensen denken. Van mei tot januari leven ze op het land en vanaf oktober of november, als de temperaturen zakken, kruipen ze naar een overwinteringsplek. Daar verblijven ze dan tot ongeveer januari en gaan dan naar de voortplantingspoel of -plas. In zo'n poel ziet de alpenwatersalamander er trouwens heel anders uit dan in landvormverschijning, zie de onderstaande foto.
Bever in de tuin – Sjaak de Bont
Sjaak de Bont wist dat er een bever in de tuin was geweest. Deze knager had een mooi spoor achtergelaten. Er was namelijk aan een boom geknaagd. Helaas had hij hem niet kunnen betrappen. Dus heeft hij een wildcamera opgehangen. De boom was toen helaas al gesneuveld. Maar wat wel mooi is, is dat de 'dader' op beeld gevangen is.
In een tuin bijna tegen een bloembak lag een uitwerpsel
Xandra de Vocht stuurde mij een foto van een uitwerpsel dat in haar tuin bijna tegen een bloembak aanlag. Ze wil graag weten van wie. Ik heb goed gekeken naar het uitwerpsel, maar ik kwam er niet echt uit. Ik vind de drollen te glad en kan ook geen verklaring vinden voor de bruine stipjes op de drollen. Dus heb ik de grootste sporenexpert van Brabant en tevens goede vriendin Annemarie van Diepenbeek geraadpleegd. Zij gaf aan dat dit uitwerpsel een doorsnee heeft van zo'n elf tot twaalf millimeter. Daarnaast zijn de bruine stipjes volgens haar de zaadjes van bramen. Daaruit maakt ze op dat het volgens haar een uitwerpsel van een steenmarter moet zijn.
Vossendrollen kunnen ook grote hoeveelheden vruchtenresten bevatten - die lijken dan ook op die van steenmarter - maar die zijn meestal wel wat 'rommeliger'.
Grote hoeveelheden groen water bij het Groot Kolkven in Oisterwijk, het lijkt wel verf!
Clasine van Grinsven zag bij het Groot Kolkven grote hoeveelheden groen water. Ze vroeg zich af wat voor een verschijnsel dit was. Alle vennen in Oisterwijk zijn buiten hun oevers getreden door de grote hoeveelheid regenwater en het Groot Kolkven al helemaal. Zelfs de mooi aangelegde visplek voor mensen met een rolstoel stond helemaal blank. Op die plek en zelfs op een stuk van het semiverhard pad lag water met een groene kleur. Ik heb dat zelf ook gezien. We hebben hier te maken met een groene alg. Die groene veralging ontstaat doordat er voedingsstoffen (nitraat en fosfaat) in het oppervlaktewater terechtkomen. Die vermesting van het water zorgt er voor dat algen daar goed gedijen. Dit is ook de reden dat het water in veel Nederlandse meren letterlijk groen ziet van de algen. Behalve in meren en voedselrijke sloten komen ze ook voor in voedselarme wateren, die we meestal dan ook vennen noemen. Vandaar ook in het Groot Kolkven. Wat mij wel opviel, was dat het zo fel lichtgroen was. Maar volgens mij heeft dit te maken met de hoeveelheid lichtintensiteit en met de ondergrond waarop de groene veralging lag.
Skelet op een veld bij Molenschot, van welk dier?
Wendy Boet stuurde mij een foto van een skelet. Ze is benieuwd van welk dier dit skelet is. Het skelet was gevonden op een veld. Dan denk je eerst aan een haas, maar aan de schedel is meteen te zien, dat het gaat om een vleeseter en geen graseter. Dus is het volgens mij het skelet van een hond, vooral gelet op de schedel. Bij honden is die schedel bij het achtereind wat spits aflopend. Bij een vos wat meer rond. Daarnaast vind ik de nekwervels voor een vos te lang. Een hond heeft een langere nek dan een vos. Als je dan ook nog eens de schedel van een wolf erbij haalt, valt op dat de wolvenschedel een soort boog heeft aan de achterzijde, terwijl die bij een hond afloopt. Mijn conclusie is dus een hondenskelet, maar ik ben benieuwd of er luisteraars bij zijn, die een andere mening hebben.
Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Wilrie van Soerland. Zij fotografeerde tijdens een wandeling in het Oostenrijkse Nauders een bijzondere plant, de naam is stofzaad. Dit bloeit van juni tot september.
Natuurtip
Dinsdag 2 januari wordt er een wandeling georganiseerd over de natuurbegraafplaatsen Heidepol, Schoorsveld of Maashorst. Er wordt vertrokken om halfelf 's ochtends. Een wandeling is dé manier om alles te weten te komen over natuurbegraven. Elke tweed2e dag van de maand kun je met Natuurbegraven Nederland meewandelen.
Meer informatie:
• De wandeling duurt zestig minuten.
• Denk aan gepast schoeisel.
• Inschrijven voor deze winterwandeling is niet verplicht, maar heeft wel de voorkeur van de organisatie. Dit kan via deze link, kies daar een van de drie natuurgegraafplaatsen.