Superprofessor Bert hielp al 100 studenten promoveren: 'Het is teamsport'
Als hoogleraar houdt Meijer zich bezig met moleculaire systemen, of simpel gezegd: hoe je met die ultrakleine deeltjes iets na kunt maken, wat zo dicht mogelijk bij de natuur blijft. “Denk aan hartkleppen, die inmiddels door een bedrijf in Eindhoven worden gemaakt. En met een professor in Tokio werk ik aan een materiaal dat volledig afbreekbaar is in zeewater. Dat zou ooit een einde kunnen maken aan al die microdeeltjes in de oceaan.”
De passie waarmee Meijer over zijn vak vertelt, is dezelfde waarmee hij inmiddels ook al ruim dertig jaar promovendi begeleidt. Iets wat tegenwoordig nét even anders gaat dan in die beginjaren. “Destijds werd er nog amper onderzoek gedaan op dit gebied. Ik was toen werkelijk 24 uur per dag, 7 dagen per week bezig om alles op te starten. Tegenwoordig hebben onze onderzoeksgroepen een grote reputatie in de wereld en gaat dat een stuk soepeler.”
Tekst gaat verder onder de foto.
En inmiddels is de magische grens van 100 gepromoveerde studenten dus bereikt. Iets wat geen enkele andere hoogleraar op de TU Eindhoven eerder lukte. Zelf wist Meijer al een tijdje dat de bijzondere mijlpaal eraan zat te komen. “Toen ik ooit een belangrijke onderscheiding won, kreeg ik daar een kunstwerk bij. Een ets, genaamd De Chemicus. Ik dacht: als er ooit iemand bij mij promoveert, krijgt ‘ie ook zoiets.”
En zo geschiedde. “Het begon eerst ook met etsen, later met zeefdrukken. Allemaal gemaakt door mijn vrouw én genummerd. Zo hoef ik nooit na te denken wat voor cadeau ik iemand geef. Én het zorgt ervoor dat ik niet net even wat meer geld uitgeef aan een student waar ik heel goed mee overweg kan."
"Ik zal niet dood neervallen achter mijn bureau.”
Om precies te zijn, staat de teller inmiddels op 102. Hoeveel er daar nog bijkomen? “Dat is voor mij eigenlijk helemaal niet belangrijk. Ik vind het gewoon mooi om die jongelui in een paar jaar enorm te zien groeien. Maar het vervelende van dat ik het zo leuk en mooi vind, is dat er ooit een einde aan komt. Volgend jaar word ik zeventig. Wanneer ik precies stop, dat durf ik niet te zeggen. Maar ik zal niet dood neervallen achter mijn bureau.”
Hoe dan ook: wat zal blijven hangen, is de trots. “Vijf van mijn promovendi zijn inmiddels hoogleraar in Eindhoven, anderen zijn dat bijvoorbeeld op universiteiten in Zwitserland of Madrid, en weer anderen doen het goed in het bedrijfsleven.” Lachend: “Ik ben misschien niet de knapste of beste professor van de TU Eindhoven, maar wel de meest succesvolle.”