Dit is wat de spreidingswet betekent voor Brabant

23 januari om 11:40 • Aangepast 2 februari om 02:01
nl
Na lang wikken en wegen, is de spreidingswet van staatssecretaris Eric van der Burg aangenomen. Met 43 stemmen vóór, werd de wet dinsdagmiddag in de Eerste Kamer aangenomen. Maar wat betekent dat voor Brabant, de provincie waar veel gemeenten opvang mijden?
Profielfoto van Rick Lemmens
Geschreven door

Om dat te begrijpen, is het goed om te weten waarom de staatssecretaris deze wet heeft gemaakt. Daarvoor moeten we terug naar de zomer van 2022. Het aanmeldcentrum in Ter Apel puilde uit van de asielzoekers. Mensen moesten buiten in het gras slapen en Artsen Zonder Grenzen zette voor het eerst in de geschiedenis een team op Nederlandse grond in.

De doorstroom vanuit Ter Apel naar de rest van het land stokt anderhalf jaar later nog altijd. Dat komt doordat gemeenten vaak weigeren asielzoekers op te vangen. Vooral gemeenten in het noorden en oosten van het land bieden nu opvang aan, bleek uit onderzoek van RTV Noord.

Er zijn veel Brabantse gemeenten die de afgelopen 12 jaar geen asielzoekers opvingen. Als de wet straks in werking treedt, zullen ook deze gemeenten hun steentje bij moeten dragen.

Wel opvang
In sommige gemeenten waar wél structureel mensen worden opgevangen, heerst onvrede. Bijvoorbeeld in Budel, waar 1500 mensen worden opgevangen in een azc.

Een aantal incidenten zette inwoners van Budel ertoe aan om zelf een 'buurtpreventieteam' te vormen. Tussen Eindhoven en Weert rijden politieagenten mee op de sprinters, doordat bewoners van het azc voor overlast zorgden. En op het station in Maarheeze wordt extra beveiliging ingezet.

De buurtwacht ziet geen heil in de spreidingswet, maar een deel van de inwoners van Cranendonck is voor: “De 1400 andere mensen die in het azc zitten, hebben ook last van die honderd die problemen veroorzaken. Als alle gemeenten helpen, verloopt de integratie ook veel beter.”

Crisisnoodopvang
Want dat alle gemeenten helpen, is nu niet het geval. Door een gebrek aan plekken, komen asielzoekers in crisisnoodopvang terecht. Dat zijn vaak gymzalen, met niet meer dan de noodzakelijke voorzieningen zoals een bed, doucheruimte en eten. Deze opvang is vaak maar van korte duur, asielzoekers reizen om de zoveel weken naar een nieuwe (kort daarvoor geregelde) plek. Gevolg is onzekerheid en onrust onder zowel asielzoekers als omwonenden.

Ook onder bestuurders is er onvrede over deze gang van zaken. In maart vorig jaar maakte burgemeester Dijsselbloem van Eindhoven de staatssecretaris nog woedend met de mededeling dat Eindhoven dat soort opvang niet meer wil. Hij wilde geen tijdelijke oplossingen meer: "Dit is geen crisissituatie, maar een blijvende kwestie: een nieuwe werkelijkheid", zei de burgemeester eerder tegen Omroep Brabant.

Een spandoek bij de opvanglocatie in Heeze-Leende.
Een spandoek bij de opvanglocatie in Heeze-Leende.

Om de opvang eerlijker te verdelen, schreef staatssecretaris van Asiel en Migratie Eric van der Burg een wet die dit moet regelen. Tegenstanders vielen al snel over de mogelijkheid om gemeenten te dwingen opvang te regelen en doopten het voorstel om tot een 'dwangwet'.

Het klopt dat er een element van dwang in de wet zit, maar het duurt wel even voordat die stok achter de deur ingezet wordt. Dat zit zo:

  1. Aan het begin van het jaar bekijkt de staatssecretaris hoeveel plekken er per provincie nodig zijn. Provincies en gemeenten gaan aan tafel om de gekregen opdracht te verdelen. Daar hebben ze tot 1 november de tijd voor.
  2. De staatssecretaris maakt de balans op. Mochten er niet genoeg plaatsen zijn aangemeld, wijst hij gemeenten aan die plekken beschikbaar moeten stellen.
  3. Het besluit over de verdeling van asielzoekers moet vóór 31 december zijn genomen.

Hoeveel asielzoekers een gemeente op moet vangen, hangt af van een tweetal factoren. Namelijk: hoeveel inwoners telt de gemeente en hoe rijk zijn de inwoners. Hier geldt: hoe meer inwoners en hoe rijker, hoe meer mensen er opgevangen moeten worden.

In de zomer van 2022 verbleven mensen buiten de muren van het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel. (Foto: ANP)
In de zomer van 2022 verbleven mensen buiten de muren van het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel. (Foto: ANP)

Gemeenten die meer doen dan gevraagd, worden daarvoor beloond:

  • Per 'meerplek' krijgt een gemeente 2.000 euro als er meer dan 100 plekken zijn. Als het totaal minder is, krijgt de gemeente 1.000 euro per meerplek.
  • Voor opvangplaatsen van bijzondere aard, bijvoorbeeld voor alleenstaande minderjarigen, krijgen gemeenten 2.000 euro per opvangplaats.
  • Wanneer 75 procent van de nodige plekken in een provincie er is, krijgen provincies nog een bonus te verdelen voor 1.500 euro per meerplek. Alleen gemeenten die echt opvang leveren en nog geen geld voor bijzondere opvang hebben ontvangen, krijgen een deel van deze bonus.

Belangrijk detail: dit geld is vrij te besteden. Gemeenten mogen het uitgeven hoe ze willen en hoeven er dus niet verplicht de asielopvang van te bekostigen.

Nu de Eerste Kamer inderdaad voor heeft gestemd, kan de wet al vanaf februari ingaan. De vraag is wel wat er gebeurt als de onderhandelende partijen PVV, VVD, NSC en BBB tot een akkoord komen. Zwakken ze de wet meteen weer af, laten ze hem ongebruikt in de kast staan, of wordt hij toegepast zoals Van der Burg het bedoeld heeft?

De spreidingswet gaat voor flink wat verandering zorgen bij de opvang van asielzoekers. Kijk hier naar de Nieuws Uitgelicht over de spreidingswet.

Wachten op privacy instellingen...

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.