Dit dweilorkest kraakt en piept maar bestaat al bijna een eeuw
Het paporkest is een begrip tijdens carnaval in ‘t Krabbegat. “'Pas wanneer we het paporkest gehoord hebben, is de vastenavend begonnen.' Dat horen we vaak en dat streelt ons ego natuurlijk”, lacht Marius. “Ik denk het dat vooral de onderlinge leut is die we uitstralen, dat mensen aanspreekt”, vult zijn zus en saxofoniste Wies van Nispen aan.
"We zijn niet zo streng in de leer. Het moet vooral gezellig en leutig zijn."
De twaalf muzikanten schudden het lokale repertoire moeiteloos uit hun mouw tijdens de wekelijkse repetitie in Don Camillo Bar aan de Grote Markt. Maar ook de muziek van Frans Bauer en Gerard Joling die in een medley worden gespeeld, is geen taboe. “We zijn niet zo streng in de leer. Het moet vooral gezellig en leutig zijn. Dat kunnen zeker ook de kasteleins waarderen.”
Overigens was dat vroeger niet altijd het geval. Toen de papmuzikanten in de jaren een zeventig een muzikaal uitstapje maakten met de hit Sapperdiosia van Johnny Jordaan, werden ze voor de grap met sneeuwballen bekogeld door vastenavendpolitieagent Rens van Tilborg alias Steketee. “Hou het Berregs!”, riep hij het Paporkest toe. Marius: “We trokken er ons niks van aan en we spelen het nog steeds hoor”, lacht hij.
Het Paporkest werd in 1925 opgericht door leden van de familie Van Gent uit Bergen op Zoom. Ze speelden met twee accordeonnetjes en een klein trommeltje waarmee ze langs de cafeetjes gingen. Na de oorlog werd het gezelschap uitgebreid met muzikanten uit de families Van Nispen, Franken en Dauphin.
Vooral tamboer Jan van Nispen alias ‘de Sjamp’, en de vader van Marius en Wies, verwierf grote bekendheid in ’t Krabbegat en ver daar buiten. Bij zijn 66-jarig jubileum bij het orkest, werd hij zelfs geïnterviewd door het NOS Journaal. Toen de verslaggever hem vroeg hoe hij het zo lang volhield, antwoordde hij: ‘dat is de hand van God’.
"Ik denk dat wij ons onderscheiden met het hoge tempo."
De typische snelle trommelslag die Jan van Nispen introduceerde, is overgenomen door zijn zoon Marius. “Dat is mij met de paplepel ingegoten. In ’t Krabbegat zijn meer dan honderd dweilorkestjes actief tijdens het carnaval en er zitten inmiddels kwalitatief heel goede bandjes tussen. Ik denk dat wij ons onderscheiden met het hoge tempo.”
Zondagmiddag 21 januari vieren de dweilmuzikanten hun jubileum tijdens het ‘Pappe en Nat’ouwe Bal’ in theater Den Enghel. “De leeftijd begint een beetje te knabbelen maar we zijn nog lang niet van plan om te stoppen. We kunnen zelfs muzikanten gebruiken, vooral klarinettisten en saxofonisten zijn meer dan welkom.”