Willem (81) heeft alle carnavalsemblemen van de Oeteldonkse Club
Een boerenkiel was vroeger de kleding van de boeren in en rondom Den Bosch. “Die kielen zijn wat saai van zichzelf. Zo kwam men op het idee om die emblemen te maken. Dan kun je de boerenkielen versieren en ziet iedereen er anders uit”, legt Willem uit.
"Ik ben trots op mijn kiel."
Op de kiel van Willem is er bijna geen plek meer over. Overal waar je kijkt zie je emblemen. “Als je ze verzamelt, dan moet je ze allemaal hebben. Ik heb ze allemaal, zelfs de originele uit 1963. Daarna is er ieder jaar weer één bijgekomen. Ik ben trots op mijn kiel.”
De emblemen zijn allemaal kleine herinneringen. “Die van 1965 blijft me dan ook altijd bij, want toen zijn mijn vrouw en ik getrouwd”, zegt Willem trots. Maar ook het embleem van 2023 blijft hem bij. Daarop staat: Oeteldonk omèrrumt oe. “Dat is precies hoe carnaval gevierd moet worden, samen!”
In de beginjaren vroeg de Oeteldonksche Club iemand om een embleem te ontwerpen, maar vandaag de dag is het een ware wedstrijd. “Er zijn wel eens jaren geweest dat er rond de 170 inzendingen waren.”
Ieder jaar is het embleem weer anders. Vaak wordt het gemaakt ter ere van een jubileum. “Het embleem van 1994 had twee kanten, omdat er twee jubilea waren. Mensen kochten dat embleem dan vaak ook twee keer, zodat je beide kanten kon laten zien.”
"De kiel hangt na carnaval een paar weken buiten."
Met zoveel herinneringen op één kiel is het ook niet gek dat hij er zuinig op is. “Als je ze wast, dan verbleken al de emblemen en gaat de verf er van af. Ik hang na de carnaval mijn kiel vaak een paar weken buiten. Dan is de lucht eraf en kan die weer in de kledingzak tot hij weer nodig is.”
“Alhoewel, de kiel is ondertussen wel een keer vervangen”, vertelt Willem. “Die oude daar zaten brandgaten en scheuren in. Dan moet je een nieuwe. Ik moest toen alle emblemen van de kiel halen. Dat was geen fijn karwei. Mijn vrouw heeft ze toen op de nieuwe genaaid.”
Het embleem van dit jaar heeft de Bosschenaar ook al kunnen bemachtigen, al is deze nog niet op de kiel genaaid door zijn vrouw. “Er is bijna geen plek meer. Misschien moet ik stoppen met carnaval vieren of er moet een stuk onder de kiel worden gemaakt. Dan kunnen er weer meer op.”