Brabant loopt achter met plannen duurzame energie en krijgt tik op vingers
Als het een rapportcijfer zou zijn, krijgt Brabant dus een dikke onvoldoende. De provincie Noord-Brabant is ambitieus als het gaat om de energietransitie. De provincie wil zelfs meer dan dat landelijk is afgesproken. Maar de broek blijkt te groot. Voor duurzame energie zijn er twee provinciale doelstellingen:
- In 2030 is ten minste sprake van 50 procent duurzame energie.
- In 2050 is Noord-Brabant energieneutraal: ‘100 procent duurzame energie, grotendeels afkomstig uit Noord-Brabant’.
Braafste jongetje
De doelstelling ‘ten minste 50 procent duurzame energie in 2030 is bijna het dubbele van landelijk beleid. Nederland heeft namelijk een nationale doelstelling van 27 procent duurzame energie in 2030. Het doel van Noord-Brabant is dus flink hoger en volgens de Rekenkamer ook volstrekt onhaalbaar. Het braafste jongetje van de klas willen zijn is leuk, maar niet reëel.
In 2021 (dat zijn de meest actuele gegevens) bestond 11 procent van het Brabantse energieverbruik uit duurzame energie. De komende jaren zal dit wel toenemen, maar niet met de sprongen die de provincie hoopt te zien, denkt de Rekenkamer. En daarmee is het nog niet gedaan met de kritiek.
Minder energie uit Brabant
De doelstelling om in 2050 energieneutraal te willen zijn, ligt in lijn met de doelstelling uit het Nederlandse Klimaatkoord: 95 procent minder CO2-uitstoot dan in 1990. Maar de ambitie om deze duurzame energie vooral uit de eigen provincie te willen halen vindt de Rekenkamer onlogisch en onhaalbaar.
In de eerste plaats, omdat we dat met zon, wind en aardwarmte gewoon niet gaan redden. In het meest gunstige geval kan er volgens de Rekenkamer slechts de helft van de in Brabant benodigde energie zo worden opgewekt.
Daarnaast leveren die hernieuwbare energiebronnen niet het hele jaar door evenveel energie. Denk aan een gebrek aan wind of zon. En voor het in Brabant opwekken van alle benodigde energie is gewoonweg geen ruimte. Daarom adviseert de Rekenkamer om die doelstelling (deels) te laten vallen. Maar het grootste probleem is toch dat al die mooie plannen niet op schema liggen.
Flink aan de bak
Dat betekent dus dat Brabant vooral flink aan de bak moet. Onze provincie is ingedeeld in 4 energie-regio’s. Alle vier hebben ze een opdracht, zoals het opwekken van een bepaalde hoeveelheid duurzame energie. Alleen West-Brabant ligt daarbij op schema zegt de Rekenkamer. De andere drie regio’s (Noordoost Brabant, Hart van Brabant en de Metropoolregio Eindhoven) maken er een potje van. Als er niet wordt ingegrepen, gaat Brabant de landelijke afspraken voor het opwekken van energie niet halen.
En daar moet de provincie wat aan doen. Niet alleen gemeenten achter hun broek zitten om zich aan de gemaakte afspraken te houden, maar ook komen met een fatsoenlijk plan.
Knoop doorhakken
Zo moet de provincie van de Rekenkamer plekken aanwijzen waar op grote schaal duurzame energie wordt opgewekt en op andere plekken moet dat juist worden verboden. Ook moeten er plekken worden aangewezen waar bedrijven die veel energie nodig hebben zich wel of niet mogen vestigen. Er moet ook veel eerder ruimte worden gereserveerd. Meer meer regie nemen dus.
Dat je daarmee niet iedereen te vriend houdt, snapt de Rekenkamer ook. Maar samenwerken en delegeren is leuk, maar iemand moet de knoop doorhakken.
Debat in de Staten
Ook Provinciale Staten heeft veel betere informatie nodig om het provinciebestuur te kunnen controleren. Daarom wordt het rapport van de Rekenkamer vrijdag stevig besproken in de Statenvergadering.