Dit gebeurt er met een machinist na een ongeluk: 'Impact wordt onderschat'
Jan Slaats is niet alleen machinist, hij begeleidt ook collega's die als machinist iets heftigs hebben meegemaakt, zoals een botsing met een auto of met een mens. Slaats noemt zichzelf een terugkeercoach: hij gaat vaak mee met de eerste rit die een machinist na een ongeluk maakt.
Want die hulp is belangrijk. Zo'n botsing kan niet alleen gevaarlijk, maar ook traumatisch zijn. Er komt ook figuurlijk in zo'n geval veel op je af als machinist, legt Slaats uit.
"In het geval van Berghem: verplaats je maar eens in die machinist. Je ziet zo’n carnavalswagen voor je, maar je rijdt met een machine die honderden tonnen weegt. Je kunt niet zomaar stoppen. Je kunt alleen vooruit en je kan niet naar links of rechts. Als je remt ben je eigenlijk al te laat, omdat de trein zo zwaar is. ”
"Er komt een achtbaan van emotie op gang."
Maar dat is verre van alles wat er door je heen gaat, zegt Slaats. “Vervolgens stel je jezelf de vraag: zijn alle mensen uit zo’n carnavalswagen? Er komt een achtbaan van emoties op gang. Je moet ook alarm slaan om andere treinen te waarschuwen. Want ook machinisten op het andere spoor lopen gevaar, bijvoorbeeld door brokstukken op het spoor.”
Bovendien ben je ook nog bezig met de letterlijke impact die op het punt staat te gebeuren. “Want je weet dat die botsing eraan komt, dus je probeert ook jezelf te redden. Je verlaat je cabine, want je wilt niet in de gevarenzone zitten. De machinist in Berghem is dat waarschijnlijk niet gelukt. Daarom is hij gewond geraakt, denk ik.”
"Het zwaartepunt ligt ook hoger."
De voorkant van een treincabine heeft zogeheten crashbuffers. Die zitten ongeveer op dezelfde hoogte als het perron. “Bij een botsing wordt de energie naar beneden geleid via die buffers. Alles wat boven die buffers de trein raakt heeft daarom veel meer impact op de cabine. Een carnavalswagen is hoger dan een auto. Het zwaartepunt ligt ook hoger. Daarom is de cabine zo ernstig beschadigd in Berghem.”
Slaats heeft zelf ook botsingen meegemaakt. “Tja, in Nederland zijn er maar heel weinig machinisten die niks hebben meegemaakt. We worden er allemaal mee geconfronteerd. Maar ook bijna-aanrijdingen zijn heftig. De impact van zo’n bijna-aanrijding wordt onderschat. Je krijg alsnog de adrenaline en angst die bij een botsing komt kijken. Ook die ervaringen kunnen traumatisch zijn.”
Een machinist wordt na een botsing direct opgevangen door experts. Daarna kijken specialisten van de NS ook of er verdere hulp nodig is. “Het is dan ook zaak om een beetje door bepaalde houdingen heen te prikken. Heeft zo’n machinist geen hulp nodig of denkt hij alleen dat hij geen hulp nodig heeft? Ons personeel is ervoor getraind om dat soort dingen goed in te schatten", besluit Slaats.
DIT VIND JE OOK INTERESSANT:
Carnavalsclub schrikt enorm van spoorongeluk, ze hadden maar twintig seconden