Nu al kans op bosbranden in Brabant: ‘Het is wachten op doden’
In Nederland hebben we allerlei plannen om het water tegen te houden, maar voor natuurbranden hebben we geen goede plannen klaarliggen. Dat stelt bosbrandexpert Cathelijne Stoof.
“Je hoort ze knetteren van droogte."
Sinds 1994 wordt in Nederland het aantal natuurbranden niet meer officieel bijgehouden. Stoof heeft nu zelf een overzicht gemaakt en daaruit blijkt dat Brabant zeer brandbaar is. Hoe dat kan? “Dat is lastig om te zeggen, omdat er nooit onderzoek naar gedaan is”, zegt Wally Paridaans, landelijk adviseur natuurbrandbestrijding en werkzaam bij de brandweer in Zuid-Oost Brabant. En daar baalt hij van.
Het lijkt erop dat zandgronden garant staan voor snellere natuurbranden. Als je naar het kaartje kijkt met grondsoorten en aantallen natuurbranden zou je die conclusie kunnen trekken. “Dat komt mogelijk door het sneller uitdrogen van zandgronden ten opzichte van kleigronden”, weet Paridaans.
In natuurgebied De Kempen laat hij zien dat het nu al droog is. Paridaans trekt wat grassen uit de grond: “Je hoort ze knetteren van droogte. Dit is echt heel erg brandbaar. De bodem is wel nat maar dit is kei droog.”
"We lopen echt het risico op dodelijke slachtoffers.”
Als Paridaans rondkijkt maakt hij zich toch een klein beetje zorgen. “Als we de komende dagen oostenwind krijgen dan wordt een brand in dit gebied een uitdaging.”
Het is ook een uitdaging omdat de regelgeving heel erg achterloopt, weet Paridaans. “Er is heel veel regelgeving voor gebouwen en ander soort risico’s, maar voor natuurbranden is geen wet- en regelgeving. We zien door de veranderende weersomstandigheden dat natuurbranden zich makkelijker ontwikkelen, dan krijgen we onbeheersbare branden. We lopen echt het risico op dodelijke slachtoffers.” En dus is het tijd voor actie.
Toch nemen de brandweer, natuurbeheerders, gemeentes en provincie al wat maatregelen om erger te voorkomen:
- Verschillende vegetatie Bijvoorbeeld Naaldbomen afwisselen met loofbomen. Loofbomen zijn minder brandbaar en daardoor brandvertragend.
- Buffers aanleggen Brede stroken in de natuur waar de brand op doodloopt. Denk aan een zandpad tussen stukken natuur. Voordeel is ook dat de brandweer er bij een eventuele brand doorheen kan.
- Zelf natuur in brand zetten Beplanting wegbranden zodat de ‘brandstof’ al verbrand is en een brand niet verder kan. Als er dan een natuurbrand ontstaat loopt ie op het al verbrande stuk dood, er is simpelweg te weinig beplanting om de brand zich verder te laten ontwikkelen.
Goede cijfers ontbreken dus. Maar volgens de Paridaans neemt het aantal natuurbranden niet toe, maar het aantal onbeheersbare grote branden wordt wel steeds groter. “Door natte weersomstandigheden groeit de natuur goed. Vervolgens droogt dat uit en is er heel veel brandbare stof in de natuur.”
De brandweer in onze provincie heeft sinds afgelopen zomer een eigen handcrewteam dat is gespecialiseerd in het bestrijden van natuurbranden: