To is al 103: 'Ik ga niet tussen de oudjes zitten in het bejaardenhuis'
Het is gezellig druk in het huisje van To. Haar dochters en zoons, allemaal rond de zeventig, zijn er ook. "Het gaat nog altijd goed, zolang het niet de verkeerde kant op gaat", zegt ze lachend. Het geheim? "Geen gekke dingen doen als het makkelijk kan. Hard werken. En genieten als ik de kans krijg."
"Het bejaardenhuis? Geen denken aan."
Een fitte eeuweling is ze, die nog steeds haar eigen boodschapjes doet. "Ik woon op het mooiste plekje van Wouw", zegt ze beslist. "Naar een bejaardenhuis? Geen denken aan, ik ga niet tussen die oudjes zitten."
Als de zon schijnt, maakt ze buiten een ommetje met de rolstoel. Verder kabbelt de tijd vreedzaam voorbij. Omringd door foto's van de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen puzzelt ze een beetje, kijkt ze naar de Formule 1 en naar Johan Derksen: "Die vind ik goed, hij zegt waar het op staat."
Naast haar fauteuil staat een beeld van een hond, die ze liefkozend Max noemt. Genoemd naar Max Verstappen, ook zo'n held die ze op de voet volgt. De hond is haar steun als ze overeind moet komen. Een hand op de aardewerken kop en ze hijst zich zo omhoog.
To groeide op in Moerstraten, op een boerderij, samen met vier zusjes en twee broers. Ze was de jongste. "Aanpoten was het, rond vijf uur al een plens water in het gezicht, schoenen aan en naar buiten om de koeien te melken", vertelt ze. Het gezin maakte lange dagen op het land. De zaailingen van de wortels uitdunnen, aardappelen rooien en af en toe mee naar de markt om eieren te verkopen. Een mooie tijd, waar ze met dankbaarheid naar terugblikt.
Op 22-jarige leeftijd verliet ze het ouderlijk huis en ging ze bij een van haar zussen wonen, waar ze hielp in het huishouden. Daar ontmoette ze Wim Hagens, een knappe man die bij een bakkerij werkte en met wie ze later trouwde.
"Het caféleven, daar ben ik onverwachts in getuimeld."
Jarenlang runde ze een eigen café. "Daar ben ik onverwachts in getuimeld", zegt ze. In die tijd werd in Moerstraten een concours hippique georganiseerd, waar veel publiek op afkwam. To en Wim besloten om ijsjes te verkopen aan de toeschouwers langs de weg.
"En vanaf die tijd is het gaan rollen", vertelt ze. "We openden Café De Bakker en ik stond achter de toog. Biertjes tappen, rikavonden, met z'n allen aan de snert, vrolijkheid zodra je de klapdeuren binnenstapte. Vanuit de kerk kwamen de mannen altijd borreltjes drinken."
Totdat haar geliefde Wim op 58-jarige leeftijd overleed aan longkanker. To bleef achter met vijf kinderen. Noodgedwongen nam ze afscheid van de stamgasten en sloot ze de deuren van haar geliefde kroeg.
Verdriet en verlies, ze heeft het allemaal meegemaakt. De ontberingen en honger in de oorlog. Met z'n allen schuilen in de kelder voor de bommen van de Duitsers. "Ik was altijd bang", geeft ze toe. Later verloor ze ook een zoon. Erover praten doet ze liever niet, het rakelt te veel op. "Het is zo gegaan", zegt ze, terwijl haar blik door de woonkamer dwaalt, een zakdoekje gefrommeld in haar hand.
"Vrouwen zijn een beetje sterker dan mannen."
To is altijd een zelfstandige, sportieve dame geweest. Met 'het fietske' naar het Zeeuwse Zoutelande, in haar eentje, langs slingerpaadjes, boterhammen achterop. Zwemmen in de zee, zandkorrels tussen haar tenen, en dan weer terug, 85 kilometer met de wind in de neus. Maar haar wereld was groter dan de Hollandse kust. Ze reisde naar Marokko, Noorwegen, Spanje en Egypte. In Rome schudde ze zelfs de hand van de paus.
In haar woonkamer hangen talloze medailles van wandeltochten. "Toen ze op tv zag dat er een driedaagse mars was in Tokio, dacht ze: dat wil ik ook doen", vertelt dochter Maria van 73. "Ze pakte de telefoon en schreef zich in. Rond de 70 was ze toen al. Daar ging ze, met haar wandelschoenen, in haar eentje met het vliegtuig naar Japan. Die tocht was zestig kilometer en ze liep 'm nog uit ook."
Meer vrouwen dan mannen bereiken de 100. To weet wel hoe dat komt. "Wij zijn een beetje sterker, hè."
DEZE PORTRETTEN VAN EEUWELINGEN WIL JE OOK LEZEN:
Marie is 100 maar ze zou het liefst achterop de motor klimmen
Maria (100) bleef eeuwig vrijgezel, maar voelde zich nooit eenzaam