Groenteboer die vluchtelingen hielp aan werk blijft teleurgesteld achter
Zoals zoveel werkgevers was Ton Kanters op zoek naar nieuw personeel. Op een dag raakte hij aan de praat met de locatiemanager van de vluchtelingenopvang op de Markt in Schijndel.
Na wat gesprekken kwamen er een half jaar geleden drie vrouwen uit Jemen, Eritrea en Syrië bij hem werken. “Ik wilde ze graag helpen en zij wilden graag werken omdat ze zich enorm verveelden op de opvang.”
Voor de groenteboer, die naast groente en fruit ook kant-en-klaarmaaltijden verkoopt, was het begin leuk, maar lastig vanwege de taalbarrière. “Ze moeten recepten van buiten leren en alle hygiëneregels kennen. Daar heb ik samen met mijn personeel heel veel tijd in gestoken.”
"Binnen twee dagen moest ze verhuizen naar een andere opvanglocatie."
Langzaam maar zeker ging het steeds beter en de drie vrouwen pakten het werk goed op. Ze kregen zelfs een jaarcontract. Dat was net ondertekend toen ineens het nieuws kwam dat de vrouwen naar een andere opvanglocatie moesten.
"De Syrische kreeg een verblijfsvergunning en mocht in Nederland blijven. Binnen twee dagen moest ze verhuizen naar een andere opvanglocatie in Veldhoven", vertelt de groenteboer.
"Dan kan ik niet verwachten dat ze zonder auto om zeven uur 's ochtends hier in Schijndel staat", vervolgt Kanters. En dus werkt zij, maar ook de andere twee vrouwen die ook een verblijfsvergunning kregen, niet meer bij de groenteboer.
"We hebben veel in deze mensen geïnvesteerd en we waren heel blij met ze."
Hij snapt wel dat dit de gang van zaken is, maar als ondernemer vindt hij het te lastig. "We hebben veel in deze mensen geïnvesteerd en we waren heel blij met ze. Dan valt iemand ineens weg. En dat weet je een week van te voren niet eens.”
De gemeente Meierijstad, die over de werkende vluchtelingen gaat, kent het probleem van de groenteboer. Ze is met het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) in gesprek over oplossingen. Bijvoorbeeld om vluchtelingen die een verblijfsvergunning krijgen direct te koppelen aan de gemeente waarin zij al wonen.
Voorlopig wil Kanters even geen vluchtelingen meer in dienst nemen, maar hij gooit de deur niet helemaal dicht. “Als ik zeker weet dat ze in deze gemeente blijven wonen, zou het wel interessant zijn.”