Devon overleefde motorongeluk, maar verloor wel een arm: 'Was bijna dood'
Het is een zomerse zaterdag in juni 2020 als Devon nog even snel een cadeautje voor Vaderdag wil halen. Omdat hij op maar tien minuten van het centrum van Den Bosch woont, besluit hij met enkel een T-shirt op de motor te stappen. “Daar gaat het al fout”, blikt hij terug. “Normaal had ik altijd mijn motorpak aan. Je denkt het overkomt mij niet, ik rij gewoon snel in een T-shirt. Dan zie je dat je meteen gestraft wordt.”
"Een moeilijke keuze voor mijn ouders."
Op de terugweg gaat het fout op de Rompertsebaan. Devon rijdt te hard op een 50 kilometerweg en de automobilist die moet stoppen bij de haaientanden, ziet de motorrijder niet. Devon wordt gelanceerd en belandt meters verderop tegen een lantaarnpaal. Zijn motor klapt tegen een boom. “Ik ben over het asfalt geschoven en dat is natuurlijk schuurpapier.”
Het ongeluk, de rit naar het ziekenhuis en de operaties: Devon kan zich er niets meer van herinneren. “Toen ze me wakker maakten, was het eerste wat ik zei: 'Geef me maar een spuitje, ik hoef niet meer te leven'.”
Die avond besluiten de artsen samen met zijn ouders om zijn arm te amputeren. Een poging om de arm te redden met een slagader uit zijn lies was mislukt. Door snel te handelen, heeft hij zijn bovenarm wel kunnen behouden. “Dat was een moeilijke keuze voor mijn ouders, maar we zijn er achteraf allemaal blij mee.”
"Ik heb een arm moeten afgeven, maar ik leef nog."
Van de tijd in het ziekenhuis herinnert Devon zich niet veel meer. “Alles is voor mij een zwart gat, tot drie dagen na het ongeluk.” Al snel weet hij de knop om te zetten. “Ik ben blij dat ik er nog ben. Ik heb een arm moeten afgeven, maar ik leef nog. Als ik moet kiezen tussen mijn leven en een arm: dan maar een arm kwijt.”
In de video van HOE..? gaat verslaggever Ilse met Devon terug naar de plek van het ongeluk:
Door alles zelf weer uit te proberen, leert hij snel om te gaan met zijn nieuwe beperking. Zijn werk als schilder ruilde hij in voor een job als duurzaamheidsadviseur. Zijn veters strikken en huishoudelijke klusjes als het bed opmaken, zijn dan wel weer lastig. “Alle rotklusjes kan ik weggeven”, lacht hij.
Hij is nog steeds graag in de sportschool, alleen nu met andere oefeningen. Devon kreeg er een nieuwe sport voor terug: amputatievoetbal. Nu keept hij in het Nederlandse team, in het officiële oranje tenue. “Dat is een dingetje waar ik altijd van heb gedroomd als kleine jongen. Ik heb het toch maar klaargespeeld. Wel met een amputatie, maar dat maakt niet uit.”
"Dat had misschien wel mijn arm gered."
De enige passie die nu ontbreekt in zijn leven is het motorrijden. Dat heeft hij sinds het ongeluk niet meer kunnen doen. Deze zomer gaat hij voor het eerst achterop bij zijn vader. “Ik denk dat het me echt wel gaat lukken, maar ik denk dat ik de eerste keer misschien wel rillingen door mijn lichaam krijg.”
Eén ding is zeker, zijn motorpak trekt hij aan. Dat drukt hij ook andere motorrijders op het hart. “Rij veilig, doe die veiligheidskleren aan. Dat had misschien wel mijn arm gered”, zegt hij stellig. “Het hoeft niet aan jezelf liggen. Ook al kun je goed motorrijden, een automobilist ziet je misschien over het hoofd. Het helpt echt om lichaamsdelen te behouden of misschien je leven wel te redden.”
DIT VIND JE OOK INTERESSANT: