Bijzondere begroeiing op een wortelstomp, Frans weet wat het is

14 april om 09:08 • Aangepast 27 april om 02:04
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt hij aandacht aan onder meer begroeiing op een wortelstomp, een spierwitte spin en een mooie rups.
Profielfoto van Frans KapteijnsProfielfoto van Wim Coenen
Geschreven door
Frans Kapteijns & Wim Coenen

Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Wachten op privacy instellingen...

Wat voor begroeiing zit er op een wortelstomp?
Ton Monden zag tijdens een wandeling bij de Pannenhoef een bijzondere begroeiing op een wortelstobbe en die had hij nog nooit gezien. Op de foto van Ton zie je een aantal groene bekertjes op groene steeltjes. Dat betekent dat we hier te maken hebben met korstmossen. De naam van deze korstmos is bekermos of cladonia. Het woordje mos in de naam is verwarrend, want bekermos is geen mos. Het is zelfs geen familie van mos. Mossen zijn kruidachtige, meestal groene landplanten die vaak stengels en bladen hebben. Korstmos bestaan uit twee organismen: een schimmel en een alg, maar dit kan ook een blauwwier zijn. Er zijn soorten bij die met de drie genoemde soorten een korstmos vormen. We noemen dit een symbiose. In totaal kennen we over de wereld zo’n 350 soorten korstmossen waarvan er zo'n vijftig voorkomen in Nederland.

Een kameleonspin (foto: Damiën Kanen).
Een kameleonspin (foto: Damiën Kanen).

Welke spierwitte spin heeft een vlieg gevangen in de perenboom?
Damiën Kanen vond in zijn perenboom een spierwitte spin, die hij nog nooit eerder had gezien. Hij wilde graag weten welke spin een vlieg te pakken had. Op de foto van Damiën zie je inderdaad een spierwitte spin met een vlieg als prooi. We hebben hier te maken met een gewone kameleonspin. Deze spinnen behoren tot de familie van de krabspinnen. Deze laatste naam hebben ze te danken aan het eerste paar poten (en zelfs soms ook het tweede paar poten). Dat is in verhouding veel groter dan de andere paren. Daardoor lijken deze diertjes op krabben. De naam kameleon heeft deze spin gekregen, omdat de spin zich de kleur kan aanmeten van de bloem waarin zij zit te wachten op een prooi. Gewone kameleonspinnen zijn dus jagers en geen webbouwers.

Een wortelknobbel (foto: Ed Munsters).
Een wortelknobbel (foto: Ed Munsters).

Steentjes tuinpad omhoog gedrukt door een vreemde knobbel op een wortel
Ed Munsters zag in zijn tuin het pad omhoog komen en vroeg zich af wat daar de oorzaak van was. Hij haalde de steentjes eruit en er bleek daaronder een boomwortel te zitten. Een knobbel op die wortel drukte het pad omhoog. Nu wil hij graag weten wat voor knobbel het is. Het antwoord is heel simpel: het is een wortelknobbel, die ontstaat door een in de bodem levende soort bacterie. Normaal kan zo’n bacterie niets met een boomwortel. Als in de wortel een wond zit, dan kan de bacterie de wortel infecteren. Eenmaal binnengedrongen dan vermenigvuldigen deze bacteriën zich razendsnel en kan zo’n wortelknobbel wel zo groot worden als een voetbal. In het begin zijn die wortelknobbels mooi glad, maar later worden ze ruw, wratachtig en gespleten. De kleur is lichtbruin tot zwart

Een wilgenhoutrups (foto: oma en Buck van Doorn).
Een wilgenhoutrups (foto: oma en Buck van Doorn).

Kleinzoon Buck vond een mooie rups op het fietspad
Kleinzoon Buck vond een mooie rups op het fietspad. Toen hij die naar Oma Gerrie bracht, wilden ze allebei weten om welke rups het gaat. Op de foto zie je een purperen, roodachtige rups en de naam is wilgenhoutrups. Deze rupsen kunnen gemakkelijk negen tot tien centimeter groot worden. Vrouwtjes van de wilgenhoutrupsen leggen met hun legboren eitjes in een spleet in de schors van loofbomen. Daarna knagen de rupsen zich gedurende meestal twee jaargangen in deze boom. Deze geknaagde gangen kunnen meterslang worden. Na twee jaar zijn de rupsen volgroeid en knagen ze een grote poppenkamer in de loofboom. Van het zaagsel en de gesponnen zijdedraden maken ze cocons. Hierin verpoppen de wilgenhoutrupsen zich. Na overwintering komen de wilgenhoutrupsvlinders in het voorjaar uit.

Het schrijvertje (grote foto) en de geelgerande watertor (foto: Willeke van Delft).
Het schrijvertje (grote foto) en de geelgerande watertor (foto: Willeke van Delft).

Razendsnel insect op het water, is dat hetzelfde diertje als op de steen?
Willeke van Delft zag een razendsnel beestje op het water, maar wist niet precies wat het was. Op diezelfde vijver had ze eerder een kever gezien en ze vroeg zich af of het dezelfde was. Op de grote foto zie je een kever en de naam daarvan is schrijvertje. Op het ingevoegde plaatje zie je ook een kever, maar dat is een andere, namelijk de geelgerande watertor. Over deze kever kan je hier meer lezen in Stuifmail van 21 januari 2024. Het schrijvertje hoort thuis in een familie van kevers die leven op en in het water. De geelgerande waterkever leeft enkel in het water. Beide kevers kunnen gewoon vliegen, maar de schrijvertjes behoren tot de enige groep van kevers die heel snel kan zwemmen op het wateroppervlak. Guido Gezelle heeft daar in 1857 zelfs een heel mooi gedicht over gemaakt. Dit gedicht verscheen in 1858 voor het eerst in zijn dichtbundel Vlaemsche Dichtoefeningen.

O krinklende winklende waterding,

met 't zwarte kabotseken aan,

wat zien ik toch geren uw kopke flink

al schrijven op 't waterke gaan!

Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel,

al zie 'k u noch arrem noch been;

gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,

al zie 'k u geen ooge, geen één.

Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?

Verklaar het en zeg het mij, toe!

Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,

dat nimmer van schrijven zijt moe?

Gij loopt over 't spegelend water klaar,

In 't water niet méér en verroert

dan of het een gladdige windtje waar,

dat stille over 't waterke voert.

o Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan, -

met twintigen zijt gij en meer,

en is er geen een die 't mij zeggen kan: -

Wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?

Gij schrijft, en 't en staat in het water niet,

gij schrijft, en 't is uit en 't is weg;

geen Christen en weet er wat dat bediedt:

och, schrijverke, zeg het mij, zeg!

Zijn 't visselkes daar ge van schrijven moet?

Zijn 't kruidekes daar ge van schrijft?

Zijn 't keikes of bladtjes of blomkes zoet,

of 't water, waarop dat ge drijft?

Zijn 't vogelkes, kwietlende klachtgepiep,

of is 'et het blauwe gewelf,

dat onder en boven u blinkt, zoo diep,

of is het u, schrijverken, zelf?

En 't krinklende winklende waterding,

met 't zwarte kapoteken aan,

het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,

en 't bleef daar een stondeke staan:

‘Wij schrijven.’ zoo sprak het, ‘al krinklen af

het gene onze Meester, weleer,

ons makend en leerend, te schrijven gaf,

één lesse, niet min nochte meer;

wij schrijven, en kunt gij die lesse toch

niet lezen, en zijt gij zoo bot?

Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,

den heiligen Name van God!’

Wachten op privacy instellingen...

Een schrijvertje gefilmd in een Tilburgse vijver
Het schrijvertje, ook wel de draaikever (Gyrinus natator), gefilmd aan de Kaaistoep in Tilburg, 9 september 2016. Schrijvertjes zijn een familie van kevers die leven op en in het water. Het is de enige groep van kevers die snel kan zwemmen op het wateroppervlak.

De witte moerbei (foto: Vanessa Webley).
De witte moerbei (foto: Vanessa Webley).

Onbekende boom in de tuin
Vanessa Webley heeft een onbekende boom in haar tuin. Ze stuurde een foto en vroeg zich af wat voor soort boom het is. Volgens mij is het een witte moerbei, die zijn oorsprong heeft in Aziatische en Zuid-Europese landen. Daar werd de boom gebruikt bij de zijderupsenteelt. Voorheen kwam de witte moerbei nauwelijks in ons land voor, maar tegenwoordig zie je de boom steeds vaker in onze Nederlandse tuinen. Het is een hele mooie, middelgrote boom die met gemak zestien meter hoog wordt en een kroon kan hebben van vijf meter. Vaak zie je de boom als heester staan omdat hij gemakkelijk te snoeien is. De kleine vruchten aan de boom lijken enigszins op frambozen en zijn goed eetbaar. Tot slot is het goed om te weten dat de witte moerbei boom houdt van zonnige, warme en beschutte standplaatsen.

Een buxusrups (foto: Jan Baartmans).
Een buxusrups (foto: Jan Baartmans).

Vroege rups in de tuin
Jan Baartmans trof op 6 april een vroege rups aan en hij vroeg welke het is. Op de foto zie je een groengele rups met zwart op de rug en een zwart kopje. Dan worden veel mensen niet blij, want Jan zag een buxusrups. Oorspronkelijk komt de buxusmot uit Azië. Waarschijnlijk zijn de eitjes van deze rups en zijn nachtvlinder hier terechtgekomen met de import van Aziatische planten. Een invasieve exoot dus, die nauwelijks natuurlijke vijanden heeft in ons land. Het nachtvlindervrouwtje leeft maar korte tijd, een dag of tien, maar in die tijd legt zij tot wel achthonderd eitjes. Gelukkig worden wel steeds meer dieren, vooral vogels actief, en eten ook deze rups. Maar toch gaan er nog veel buxushagen kapot. Ga niet spuiten met wat voor middel dan ook, want ook andere rupsen en insecten sterven door het gif.

Twee kwakken (foto: Caroline Moelker).
Twee kwakken (foto: Caroline Moelker).

Voert mannetje kwak het vrouwtje?
Caroline Moelker stuurde mij een schitterende foto van twee kwakken, ook wel nachtreiger genoemd. Haar vraag was of op haar foto het mannetje een vrouwtje voert. Op zich kan dat wel. Maar dan is het een jong vrouwtje, want zowel mannen- als vrouwenkwakken voeren hun jonge vogels. In principe komt deze reigersoort voor in ons land. Het aantal van nature voorkomende kwakken wordt enigszins vertroebeld door de ontsnapte exemplaren uit avifaunaparken en dierentuinen. Kwakken zijn gedrongen middelgrote reigers die vooral in de nacht jagen. Vandaar de tweede naam op vissen, kikkers, salamanders, spinnen, kreeftachtigen, noem maar op. Als het maar in de buurt van water is. De naam heeft deze reigersoort te danken aan het geluid dat zij maken, dat klinkt als 'kwak-kwak'.

Parende ijsvogels (foto: Jenny Wiedlewsky).
Parende ijsvogels (foto: Jenny Wiedlewsky).

Rubriek mooie foto's
Parende ijsvogels zien is al ontzettend bijzonder. Ze ook nog prachtig vastleggen is helemaal klasse. De foto is van Jenny Wiedlewsky.

De Kampina, de heide bij de Annadreef (foto: Frans Kapteijns).
De Kampina, de heide bij de Annadreef (foto: Frans Kapteijns).

Natuurtip
Op zaterdag 20 april vanaf 18.30 uur tot 20.30 uur kunnen mensen zoeken naar een ree in natuurgebied Kampina in Boxtel. Reeën zijn schuw en zoeken het liefst in de schemering en ochtendgloren naar voedsel, want dan is het rustig in het gebied. Je ziet ze vaak bij de bosranden en als je heel voorzichtig en stil bent heb je de kans dat ze blijven staan. En zelfs als je ze niet ziet zijn er sporen die hun aanwezigheid verklappen. Ga mee op pad en ontdek de wereld van het ree.

Meer informatie

• Aanmelden verplicht via deze link.

• Vertrekplek Parkeerplaats Annadreef aan de Kempseweg in Boxtel.

• Deelname kost leden van Natuurmonumenten 8,75 euro, niet-leden betalen 12,50 euro.

• Deze excursie is gericht op volwassenen. Oudere kinderen zijn onder begeleiding van een volwassene welkom.

• Trek stevige wandelschoenen aan.

• Draag kleding die past bij het weer.

• Controleer jezelf achteraf altijd op teken.

• Honden mogen niet mee.

• En neem in ieder geval een verrekijker mee!

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!