Vrouwen van expats gaan in de kinderopvang werken: 'Oplossing voor tekort'
“Er is in de kinderdagopvang een grote behoefte aan geschoold personeel. De vrouwen van de expats zijn erg gemotiveerd om aan de slag te gaan”, zegt Lara Poulson. Ze is docent en projectleider van het Summa College in Eindhoven. “Ze worden opgeleid tot groepshulp in de kinderopvang. Naast hun studie doen ze al voor minimaal acht uur per week werkervaring op bij een kinderdagverblijf in en rond Eindhoven”.
In het klaslokaal geeft Poulsen aanwijzingen aan Divya Madhuri Reddy. Ze verschoont een babypop. Divya woont al negen jaar in Nederland. De pilot is gestart omdat veel vrouwen van expats aangeven dat ze zich hier graag nuttig willen maken voor de gemeenschap. Dat vindt Divya ook. Ze is blij met deze kans. “Ik ben kinderverpleegkundige, maar ik was alleen maar thuis. Ik vond dat niet goed want ik wil werken.” Daarom is ze ook blij met de Nederlandse les.
"Het is zeker een goede oplossing voor het personeelstekort.”
Amanda Flynn is ook een van de veertien deelnemers aan het leerwerktraject. Haar man werkt bij ASML. “Ik vind het geweldig dat ik nu kan werken.” Ze komt uit Amerika en ze heeft psychologie gestudeerd. In Boston werkte ze bij de opvang van jongeren, nu is ze actief bij Nummereen Kinderopvang in Veldhoven: “Bij ons zijn kinderdagverblijven chaotischer. Het valt me op hoeveel socialer de kinderen hier zijn. Ze helpen elkaar, zijn bezorgd voor elkaar.”
Steeds meer medewerkers uit het buitenland komen naar de Brainportregio om hier te werken. Meer personeel is dan ook zeer welkom. “Het is zeker een goede oplossing voor het personeelstekort”, zegt Hanneke van Loon van Nummereen Kinderopvang.
"We spreken zoveel mogelijk Nederlands tegen deze dames."
De taal is wel een drempel. “Ze spreken voornamelijk Engels en we hebben nu vooral Nederlandstalige kinderopvang. Ze krijgen hier op school veel Nederlandse les. En in de groepen spreken we zoveel mogelijk Nederlands zodat ze taal leren.”
De veertien vrouwen helpen bij de opvang van de nul- tot vierjarigen. Het leren van de Nederlandse woordjes is voor de kinderen lastig als de leidster de taal niet spreekt. “Het is niet helemaal handig”, geeft Van Loon toe. “We spreken zoveel mogelijk Nederlands tegen deze vrouwen. Engels zullen we tot een minimum beperken.”
Na vier maanden krijgen de deelnemers een het mbo-certificaat 'Pedagogisch klimaat in de kinderopvang'. Hiermee mogen ze medewerkers in een groep ondersteunen. De veertien deelnemers hebben al aangegeven dat ze hierna nog verder willen studeren. Als het proefproject succesvol blijkt, kan het worden uitgebreid naar andere sectoren, zoals de zorg.