D'Artagnan heeft zes jaar last van een hernia maar mag er niets over zeggen
Papa en mama Joly gaven hun eerste zes zonen Canadese voornamen, maar bij hun laatste weken ze daar vanaf. “Mijn ouders keken de film De Drie Musketiers en hoorden daar D’Artagnan. Dat vonden ze een gave naam en mijn broers waren het daarmee eens.”
De oudste vier jongens werden in Nederland geboren, het land waar hun moeder vandaan komt. De jongste drie zagen het levenslicht in Canada. “In de winter konden we maandenlang schaatsen in onze achtertuin. Mijn vader had zelf een ijsbaan gemaakt met oude banden langs de zijkant. Wij hielpen mee om de baan vlak te maken.”
“Omdat wij de enige schaatsbaan in de buurt hadden, was onze tuin populair."
Op tweejarige leeftijd werd D’Artagnan op het ijs gezet. Hij leerde er ijshockeyen, de sport die zijn vader en oom op hoog niveau uitoefenden. “Omdat wij de enige schaatsbaan in de buurt hadden, was onze tuin populair. Het gebeurde weleens dat we net wakker waren en er al kinderen op het ijs stonden.”
Toen hij 16 was verliet hij het ouderlijk huis omdat hij de kans kreeg in een ijshockeyopleiding. In 2017 werd hij gescout door de Calgary Flames, maar tot een definitieve doorbraak naar de hoogste competitie leidde het niet. “De NHL was een droom die niet uitkwam, maar ik heb veel doelen wel bereikt."
"Ik mocht niks zeggen over mijn hernia."
“Ik had zes jaar last van een hernia, maar daar mocht ik op advies van mijn agent niks over zeggen, anders had ik geen transfer gemaakt. Uiteindelijk had ik zoveel pijn, dat ik onder het mes moest. Ik heb geleerd om te gaan gaan met pijn, maar na de operatie heb ik er veel minder last van. Hoe mijn loopbaan was verlopen zonder rugklachten? Het is wat het is, alles gebeurt met een reden.”
Vanwege het fysieke spel in Canada koos hij voor een buitenlandse avontuur in het Duitse Erfurt. Zijn broer Raphaël was daar trainer. “Een cultuurschok was het niet, maar ik heb me er wel soms alleen gevoeld. Bijna niemand sprak er Engels. Ik had de pech dat ik al snel mijn voet brak en vijf maanden uit de roulatie was.”
"Ambitieuze club met geweldige supporters."
Hij koos daarna voor Tilburg Trappers, een voormalig werkgever van Raphaël. “Ik hou van dit land en deze stad, de mentaliteit past bij me. Ooit had ik de wens om in Nederland te spelen, alleen is het eerder gekomen dan ik eerst had verwacht. Tilburg Trappers is een ambitieuze club met geweldige supporters. Volgend jaar willen we nog beter presteren.”
Een dubbel paspoort heeft hij al, maar volgend seizoen krijgt hij groen licht om voor het Nederlands team uit te komen. “Om je land te mogen vertegenwoordigen is prachtig. In de toekomst geloof ik erin dat we mooie stappen kunnen zetten.”
Of hij het Wilhelmus al kan zingen? “Nee, de tekst ken ik niet. Nederlands spreek ik wel een beetje, ik oefen met mijn moeder. Soms moet ik lang zoeken naar de juiste woorden, dus Engels heeft mijn voorkeur.”