Henk is in tranen: na zijn herseninfarct is zijn restaurant weer open
De in Tilburg beroemde pannenkoekenbakker werd eind februari niet goed in zijn restaurant. “Ik werd draaierig en ik weet nog dat ik zelf om een ambulance vroeg. Daarna zakte ik in elkaar.” Inmiddels zit hij al zo’n vijf weken in het revalidatiecentrum.
Henk (63) bakt al 35 jaar lang pannenkoeken, waarvan 34 jaar in zijn eigen restaurant. “Dat heb ik altijd met liefde en plezier gedaan, maar het was een strijd die ik met een herseninfarct heb moeten bekopen.”
"Om kosten te drukken ben ik teveel met te weinig mensen gaan doen."
Twee jaar geleden had de pannenkoekenbakker ook al een herseninfarct. “Toen door de coronatijd en omdat het niet goed ging met de zaak.”
Stress dus en dat was deze keer opnieuw de oorzaak. “Ik heb teveel van mijzelf geëist in de zaak. Om kosten te drukken ben ik teveel met te weinig mensen gaan doen. Daarnaast was het door het personeelstekort lastig om aan goede mensen te komen.”
Acht weken lang was ‘het kindje’ van Henk dicht. “Maar het is weer open.” Henk schiet vol als hij daaraan denkt. “Verdomme, ik wilde niet emotioneel worden. Mijn stiefzoon Mauricio en het personeel gaan weer open met de zaak. Ze krijgen hulp van collega pannenkoekenbakkers uit onder andere Heusden.”
“Ik weet nog niet hoe ik het ga combineren."
Mauricio Franklin staat donderdag flyers in de winkelstraat uit te delen. Niet veel later serveert hij de eerste pannenkoeken. “Ik zie niet dat ik hier uit nood sta. Ik ben gelovig en zie het daarom als een roeping. Als je het zo bekijkt kun je in alles passie vinden. Ik doe het voor Henk, voor mezelf en voor Tilburg.”
Al meer dan tien jaar heeft Mauricio zijn eigen sportschool. “Ik weet nog niet hoe ik het ga combineren. Maar ik heb een goed team van zes trainers die zelfstandig kunnen werken. Ik blijf daar drie tot vier dagen werken.”
Op vrijdag en in het weekend is hij pannenkoeken aan het serveren. “Ik heb er heel veel zin in om hier nieuw leven in te blazen.”
Zelf pannenkoekenbakken gaat hij niet doen. “Nee nee, dat kan ik niet. Een naturel lukt nog net.”
“Over vijf weken ben ik weer terug in de zaak.”
In het revalidatiecentrum kan Henk af en toe ook weer lachen. “Ik ben weggeweest. Ik heb het licht net niet gezien”, zegt hij met een glimlach. “Maar dit was niet zomaar een aanval.” Voorzichtig loopt hij weer rond. “Dat had niemand gedacht zeven weken geleden.”
“En over vijf weken ben ik weer terug in de zaak”, zegt Henk heel serieus. “Ik kan niet meer geven wat ik gegeven hebt, maar ik wil weer wat mee gaan helpen. Dus als mensen nog rustig willen eten moeten ze nu gaan, want straks ben ik met mijn geklets weer terug.”