IJskoud op de camping, maar deze kampeerders laten zich niet wegpesten
"We hebben nog niemand horen klagen over bevroren tenen", lachen eigenaren Henk van Eek en Wilma van Kollenburg. Ze merken wel dat het een koude maand is. "Mensen wachten en kijken eerst wat voor weer het is voordat ze komen", vertelt Wilma. "Andere jaren, als het een mooie maand is, is het een stuk drukker. Maar we mogen niet klagen. In mei, met Hemelvaart en Pinksteren, zitten we vol."
"Het was koud, maar binnen een minuut kan het omslaan."
Jan Heijnen uit Schijndel staat met zijn vrouw de hele maand april op de camping in Oirschot. Iets wat ze al tien jaar doen. "Ja, het is een koude maand", beaamt Jan. "Maar dat neemt niet weg dat er heel leuke momenten zijn hier. Dit is gewoon een hele gezellige camping." Hij blijft optimistisch, ondanks een koude nacht. "Ik heb er niks van gemerkt. Lekker bedje, lekker dekbed erop. Dan heb ik het niet koud hoor."
Als je Jan Wegman uit Waddinxveen ziet liggen in de zon, zou je denken dat het een graad of twintig is. Maar het is toch echt maar acht graden. "Het was koud, maar binnen een minuut kan het omslaan. Het leuke van een camping is dat je dan binnen een halve minuut buiten zit."
"We pakken er gewoon een dekentje extra bij."
"Normaal zou ik binnen zitten en denken: wat een pokkendag. Maar nu zit ik hier buiten, mooier kun je toch niet hebben?" Tot eind oktober blijft Jan op de camping, het liefst liggend in zijn stoel terwijl de zon schijnt. Het warme weer komt vanzelf, denkt hij. "Als we hier zo lang zitten hoort daar een dikke jas bij, maar ook heel veel korte broeken. Als je voldoende dekens hebt en warme sokken dan komt alles goed."
Ondertussen zit Lia Dekkers uit Prinsenbeek in haar voortent te schilderen. Koud is het absoluut niet, het voelt als dertig graden in haar voortent. "Als de zon een beetje schijnt is het meteen warm, de kachel staat nu niet eens aan." Afgelopen nacht was dat wel anders. "Ja, het was koud. Maar dan pakken we gewoon een dekentje extra erbij. Nee, het weer kan de vakantie niet verpesten."
En komende nacht? Lia heeft het al opgezocht: ”Koud. Maar dat vinden we niet erg."