Oud-politieman en supporter schrijven boek over het rauwe randje van NAC
De schrijvers zijn meteen duidelijk. Hun boek 'Hij gaat de singel in' gaat niet over bekende voetballers, kampioenselftallen of zichzelf op de borst kloppende hooligans. "Nee, het gaat over ruim zestig jaar NAC-beleving", zegt Kerkhoven. "Over het gedrag van de supporters en de reactie daarop van de politie. Het is een reis door de tijd met alle emoties, de hoogte- en dieptepunten en ook het geweld dat daarbij kwam kijken. NAC is de wereld in een notendop en die dynamiek komt in dit boek naar voren door verhalen, interviews, foto's en krantenknipsels."
"Na Ajax en Feyenoord hadden ze bij NAC de meeste stadionverboden."
Zo wordt er uitgebreid stilgestaan bij de rauwe jaren tachtig, de tijd waarin het voetbalvandalisme een 'hoogtepunt' bereikte. "NAC vestigde zich als één van de eerste clubs van buiten de randstad moeiteloos in de top van clubs met de meest beruchte supporters", vertelt oud-politieagent Roel Holvast. "Na Ajax en Feyenoord hadden ze begin jaren tachtig de meeste stadionverboden en uitsupporters."
De schrijvers van 'Hij gaat de singel in' kennen elkaar uit die roerige jaren tachtig en hadden toen vaak overleg. Kerkhoven was vertegenwoordiger van de fanatieke supporterskern en Holvast hoofdinspecteur bij de politie..
Uit hoofdstuk 6:
'Er zijn nogal wat jeugdgroepen- en bendes in Breda. Die zorgen in de wijken voor overlast en criminaliteit. (...) Veel van die groepen knokten tegen elkaar, maar de jeugd kreeg vrij snel in de gaten dat het veel leuker is als je gezamenlijk optreedt. (...) Ze verzamelen zich op de B-side en hebben twee gemeenschappelijke vijanden: de supporters van de tegenpartij en de politie.'
"Dit verklaart waarom het voetbalvandalisme zo snel opkwam bij NAC", legt oud-politieman Holvast uit. "Want als dit soort groepen elkaar weten te vinden, heb je een interessante massa. Supporters van andere clubs durfden niet meer vooruit te reizen naar Breda. Dat vonden wij bij de politie natuurlijk niet zo erg. Maar bij de club kon de vlam snel in de pan slaan. In het boek lees je niet alleen de ontwikkeling van de NAC-supporters, maar ook hoe de politie daarmee om is gegaan."
"Het iemand willen opwachten en te grazen willen nemen, symboliseert het rauwe randje van NAC."
De titel voor hun boek was snel gevonden. Het liedje 'Hij gaat de singel in' wordt nog altijd op de tribune gezongen als de scheidsrechter niet naar wens fluit. "Het iemand willen opwachten en te grazen willen nemen, symboliseert het rauwe randje van NAC", zegt Kerkhoven. "In werkelijkheid ging er niemand de singel in, maar de scheids moest wel vaak op de loop.
Het NAC-boek gaat zeker niet alleen over geweld en andere uitwassen. Ruim zestig jaar aan vreugde, verdriet en vele bijzondere gebeurtenissen passeren de revue. Zoals de protest-voettocht van Breda naar Roosendaal van de supporters tegen de verplichte combiregeling in 2004.
Uit hoofdstuk 14:
'Die voettocht hadden we 's-nachts bedacht, maar toen ik de ochtend van die wedstrijd nevelig wakker werd, had ik al helemaal geen zin meer. Maar er hadden zich al tachtig man aangemeld. Die voettocht van dertig kilometer was voor veel supporters een heel eind.'
Het boek laat zien dat tijden veranderen, maar volgens de schrijvers zit er ook een boodschap in. "De kracht van NAC zit op de tribune", zegt Wiet Kerkhoven. "Ze moeten het gezamenlijk doen en een gemeenschappelijk vuist maken."
Het boek is al verkrijgbaar in de voorverkoop op de website van het NAC Museum. Een gedeelte van de opbrengst gaat ook naar het museum.