Eikenprocessierups lijkt weg, maar verspreidt zich via 'Brabantse snelweg'
"Het seizoen is weer begonnen", stelt Twan Verhoeven. Samen met zo'n dertig collega's van de Bomenbank in Mill speurt hij deze weken eikenbomen af op zoek naar nesten van de eikenprocessierups. "De rupsen zijn nu groot en gaan nieuwe nesten vormen. Ook krijgen ze begin juni hun vervelende brandharen die kunnen zorgen voor irritatie en jeuk bij mensen."
"Het is een walhalla voor de eikenprocessierups."
Brabant vormt een handige snelweg voor de rups. Verhoeven: "Er zijn hier veel lange eikenlanen. Bijna heel de provincie is aaneengesloten met eikenbomen. Het is een walhalla voor de eikenprocessierups."
Als de rups niet ieder jaar wordt aangepakt, is er zo een nieuwe plaag. Maar hoe gemeenten omgaan met de bestrijding van de eikenprocessierups, dat verschilt nogal. "Dat maakt de bestrijding erg moeilijk. Als één gemeente niets doet en zes omliggende gemeenten wel, dan blijft de rups zich gewoon over het hele gebied verspreiden."
Moos Hendrix is een van de controleurs die deze weken op zoek gaan naar de rups. "Ik ben de hele dag lekker aan het rondlopen tussen de eikenbomen, totdat ik iets zie. Dan noteer ik op mijn tablet wat ik heb gespot. We beoordelen zo'n 300 tot 400 bomen per dag."
Ziet Hendrix eikenprocessierupsen? Dan bepaalt hij welke prioriteit de bestrijding heeft. "Een groot nest recht boven een drukke weg is belangrijker dan een klein nest op een rustige plek." Wat gemeenten vervolgens met de meldingen doen, is aan henzelf.
"We moeten leren leven met de rups."
Het is wel belangrijk dat er iets aan bestrijding wordt gedaan, volgens Verhoeven. "De eikenprocessierups gaat nooit helemaal verdwijnen. Dat is een utopie. We moeten leren leven met de rups."
Bestrijden kan met biologische middelen of met natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, zoals de gaasvlieg en de sluipwesp. Verhoeven: "Als er dan nog rupsen in de eikenbomen zitten, gaan we met een bestrijdingsploeg op pad om de rupsen uit de boom te zuigen."