Bengelende rupsjes en een gouden kever, boswachter Frans weet wat het is
Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Kleine groene rupsjes bungelen aan een draad, waarom?
Marion Boesveld zag op 16 mei allemaal kleine groene rupsjes aan een draad bengelen. Ze vraagt zich af waarom ze dit doen. Volgens mij waren dit allemaal rupsjes van de kleine wintervlinder. Deze rupsen eten van de bladeren van eikenbomen. Soms zie je zo’n eikenboom bijna volledig kaalgevreten staan. Als er nu gevaar dreigt voor deze rupsen van de kleine wintervlinder, laten ze zich van het blad vallen en hangen ze aan een zelf gesponnen zijden draad. Wanneer het gevaar geweken is, keren ze weer terug. Maar in juni - ook al kan dit al in mei zijn - dalen de volgroeide en volgevreten rupsen opnieuw aan spinseldraden af naar de grond om daar te verpoppen. Tussen oktober en december komen de kleine wintervlinders uit de pop. De vrouwtjes zijn ongevleugeld en klimmen via de boomstammen naar boven, waar ze dan door de rondvliegende mannetjes worden bevrucht. Vervolgens leggen de vrouwtjes hun eitjes (maximaal 150) in kleine groepjes op de bladknoppen in de toppen van de bomen. Die eitjes komen pas na de winter uit en dan beginnen de speldenknopgrote rupsen te vreten. Zie deze mooie video van een mannetje en vleugelloos vrouwtje van de kleine wintervlinder.
Wat is het witte op het mos?
Kitty Lemmers-Keulemans kwam tijdens een wandeling langs de Oisterwijkse vennen iets wits op het mos tegen. Ze wil graag weten wat het is. Volgens mij heeft Kitty iets heel bijzonders gezien. Op de foto zie je tussen het mos ijsvingers. IJsvingers, ook wel gewone ijsvingertjes genoemd, zijn een type myxomyceet. Helaas hebben we de naam myxomyceten vertaald naar slijmzwammen, wat vaak voor verwarring zorgt. Myxomyceten zijn namelijk geen planten, dieren of zwammen. Ze vormen een eigen rijk. Ze beginnen hun leven als eencellige organismen en vormen daarna een groeiende en bewegende massa met vele kernen. Aan het einde van hun levenscyclus, meestal op een vaste plek, ontwikkelen ze kleine vruchtlichamen en sporen. Dankzij de vele regenbuien van de laatste tijd zijn er veel gewone ijsvingertjes ontstaan op rottende takken, stammen van loof- en naaldbomen en dus ook op mos. Kijk via deze link waar het gewoon ijsvingertje in Nederland voorkomt.
Welke prachtige donzige hommel landde op mijn balkon?
Ieke Kereh zag op haar balkon een prachtige, donzige hommel en stuurde mij een foto. Op die foto zie je een zwart harig insect met aan het einde van het achterlijf een mooie oranjerode beharing. We hebben hier te maken met een hommel, in dit geval de koningin van de steenhommel. Steenhommels kom je in diverse landschappen in ons land tegen, maar ze worden ook regelmatig gezien in stadstuinen. Koninginnen van de steenhommel zoeken van midden maart tot eind mei een geschikte plek om hun nest te maken. Zo’n nest kan, zoals de naam al aangeeft, onder stenen worden gemaakt, maar je komt ze ook tegen in muurspleten, stallen en schuren. Daarnaast worden soms steenhommelnesten ondergronds aangetroffen, net zoals bij de aardhommel, een familielid van de steenhommel. Een volwaardig steenhommelnest, ook wel kolonie genoemd, bestaat naast de koningin uit honderd tot driehonderd werksters.
Een prachtig, maar dood insect
Jeanine Bouw vond op haar oprit onder een grote lindeboom een dood insect. Ze wil graag de naam van dit insect weten. Volgens mij is het een berkenknotssprietbladwesp die daar de dood heeft gevonden. Knotssprietbladwespen behoren tot de familie van de vliesvleugeligen, net zoals wespen, maar ze vallen onder de onderfamilie van de zaagwespen. Binnen die zaagwespen vormen de knotsprietbladwespen een aparte groep vanwege de knotsvormige verdikking aan het einde van de antenne. Vandaar hun naam. Berkenknotssprietbladwespen zie je niet zo snel, omdat ze hoog in berkenbomen leven. In onze provincie kun je ze toch weleens tegenkomen, omdat ze vooral op zandgronden voorkomen. Daar zijn ze op berkenbladeren te vinden.
Een gouden kever
Marco Geboers kwam tijdens een wandeling langs het Pompven in Almkerk een heel mooie kever tegen. Hij dacht aan een gouden schallebijter. Ik ben het helemaal met Marco eens; dit is inderdaad een gouden schallebijter. Op zijn foto zie je een kever met heel mooie groene dekschilden die, als de zon erop schijnt, een gouden kleur krijgen. Vandaar de naam van dit insect. Daarnaast vallen de rode poten erg op en zie je ook wat rood op de voelsprieten. Een heel bijzondere vondst trouwens, want gouden schallebijters zijn redelijk zeldzaam. Ze komen vooral voor in Zuid-Limburg, maar ook in het rivierengebied, dus zeker ook bij Almkerk. Gouden schallebijters horen thuis bij de familie van de loopkevers. Dit zijn geduchte jagers die prooien aankunnen die groter zijn dan hun eigen lengte. Vliegen kunnen ze niet, maar ze kunnen wel heel snel lopen. Menige prooi kan daardoor nauwelijks ontsnappen. Op hun menu staan vooral slakken, maar ook allerlei insectenlarven en regenwormen worden gegeten, evenals aas.
Welke spin heeft hier een prooi gevangen?
Op de foto die Wil Erkeland mij stuurde, zie je een spin die een prooi te pakken heeft. Nu wil Wil weten welke spin dit is. Op de foto zie je een witte spin met lange voorpoten en wat rood op het achterlijf. Volgens mij hebben we te maken met de gewone tandkaak. Gewone tandkaken horen thuis bij de familie van de kogelspinnen. Wereldwijd leven er zo'n 2300 soorten kogelspinnen, waarvan de zwarte weduwe de bekendste is. Deze laatste komt in Nederland niet voor, maar we kennen hier wel zo'n tachtig andere soorten kogelspinnen. De spin op de foto is dus de gewone tandkaak, die - in tegenstelling tot de meeste andere kogelspinnen - geen groot web maakt. Gewone tandkaken maken een wirwar van gespannen draden. Vaak kom je ze tegen onder schermbloemigen. Heel bijzonder is dat deze gewone tandkaak niet terugschrikt voor een gevecht met grotere wespensoorten.
Reekalfje – Chantal Tijbosch-Heffels
Tijdens een wandeling kwam Chantal Tijbosch-Heffels deze kalme reegeit tegen. Het filmpje vind je via deze link.
Wat groeit er op deze bladeren van een oude lindeboom?
Anouk Beerlage is al een tijdje fan van Stuifmail. Nu kwam zij ook iets tegen wat ze graag in deze rubriek behandeld wilde zien. In haar straat in Vught kwam ze iets opmerkelijks tegen op de bladeren van oude lindebomen. Ze vroeg zich af wat het precies is. Op de foto die ze stuurde, zie je roodachtige puntjes omhoog steken. We hebben hier te maken met gallen die veroorzaakt zijn door lindehoorntjesmijten.
Eerst even een beschrijving van wat gallen zijn, want we kennen in ons land heel veel gallen, zoals de bekende galappel bij eiken. Gallen zijn abnormale groeisels of zwellingen die zich op planten vormen als reactie op de aanwezigheid en activiteit van verschillende soorten parasieten, zoals insecten (vooral galwespen en galvliegen), mijten, nematoden, schimmels of bacteriën.
In het geval van de lindehoorntjes op de lindebladeren hebben we dus te maken met mijten. Deze spinachtigen scheiden stoffen af binnen in het blad, waardoor de lindebladeren die hoorntjes (gallen) doen ontstaan. De hoorntjes van de lindehoorntjesmijt zijn een soort afvalbak waarin de uitwerpselen zitten van zo'n mijt. Afval dat ontstaat nadat de lindehoorntjesmijt sap uit het lindeblad heeft gezogen. Voor meer informatie en mooie foto's, zie deze link.
Is dit rode klaver?
Anja Bastiaansen zag een rood gekleurde klaver. Ze vraagt zich af of dit misschien rode klaver is. Het antwoord is nee, de plant met de bloem op de foto hierboven is een inkarnaatklaver. Tegenwoordig kom je deze plant steeds vaker tegen in ons land, dankzij het gebruik ervan in veevoer. De verwilderde inkarnaatklaver kwam oorspronkelijk alleen voor in het gebied rond de Middellandse Zee, tot aan Turkije. Dit is een plant uit de vlinderbloemfamilie.
Daarnaast vraagt Anja zich af of klavers eetbaar zijn? De inlandse witte en rode klaver zijn eetbaar, maar ook de inkarnaatklaver is eetbaar. Volgens sommigen is dit de lekkerste klaver van alle.
Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Peter Nabben uit Sint Willebrord. Hij zag deze grote rups tijdens Hemelvaartsdag in het Belgische Essen. Deze rups was vijf tot zes centimeter groot, dat had Peter nog nooit eerder gezien. Dit is een wilgenhoutrups.
Natuurtip
Zondag 16 juni wordt een excursie georganiseerd door de Loonse en Drunense Duinen, met als titel: 'Op zoek naar dassensporen'. Deze excursie duurt van tien uur 's ochtends tot twaalf uur 's middags.
Dassen zal je niet snel tegenkomen tijdens deze excursie, die liggen nu lekker te slapen. Tijdens deze heerlijke natuurwandeling richten de deelnemers zich vooral op het leven van dit wonderlijke dier en zoeken ze naar de sporen die dassen achterlaten in de natuur.
Meer informatie:
• Aanmelden is verplicht en kan via deze link.
• Vertrekpunt is de parkeerplaats bij De Rustende Jager aan de Oude Bossche Baan 11 in Biezenmortel.
• Deelname kost 12,50 euro, leden van Natuurmonumenten betalen 8,75 euro.
• Deze excursie is gericht op volwassenen, maar oudere kinderen zijn onder begeleiding van een volwassene ook welkom.
• Trek stevige wandelschoenen aan@!
• Draag kleren die passen bij het weer.
• Controleer jezelf achteraf altijd op teken!
• Honden mogen niet mee.