Frans zag dit nog nooit, maar hij weet wel wat het is

30 juni om 09:50 • Aangepast 13 juli om 02:00
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur op de radio. Luisteraars kunnen vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt hij aandacht aan onder meer slapende pluimvoetbijen, trossen witte kleine slakken, bijen die behangen en vreemde trechtervormige kuiltjes in een tuin.

Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Wachten op privacy instellingen...

Heel bijzonder!
Dick de Waal vond op een bijzonder plek een hommelnest en stuurde mij een foto. Op die foto zie je dat een boomhommelfamilie een plek heeft gevonden in een pak hooi! Ik heb al op veel plekken hommelnesten gezien, maar nog nooit in een pak hooi. De boomhommelkoningin die dit nest begon te bouwen, dacht waarschijnlijk: ach, waarom niet? Boomhommmels kun je overigens overal tegenkomen in ons land. Je treft ze in bossen, in dorpen en steden, maar ook in cultuurlandschappen. Maar dan moet er wel bescherming zijn van struiken en/of bomen. Nadat de boomhommelkoningin met meerdere mannetjes heeft gepaard, begint zij als eerste met de bouw van een nest. Die nesten kun je overal tegenkomen. Je ziet ze in allerlei holtes, in schuren, in stallen, ondergronds, in oude vogelnestkastjes en vogelnestjes, onder daken en nu dus ook in een pak hooi.

Een witte slak, ook wel roze caragouilleslak (foto: Anja Hurkmans).
Een witte slak, ook wel roze caragouilleslak (foto: Anja Hurkmans).

Heel veel witte slakjes op bloemen in Frankrijk
Anja Hurkmans was kort geleden in Frankrijk bij Moustiers–Sainte-Marie en tijdens een wandeling daar zag ze aan twee kanten van het wandelpad allerlei planten met daarop veel kleine witte slakjes. Ze wil graag weten welke slakjes dit zijn. Deze slakjes hebben de naam roze caragouille, maar ze kunnen ook wit of beige zijn. Ze komen heel veel voor in en rond het Middellandse Zeegebied. Nu worden in Frankrijk gewone slakken 'witte' slakken genoemd, vandaar dat ze graag 'roze' aanhouden bij deze soort. Roze caragouilleslakken bevinden zich vaak in grote groepen bij elkaar en vaak ook in echte trossen. Meestal aan de bovenkant van de stengels van planten en het liefst op venkel. Naast deze roze slakken zijn er ook nog bolvormige slakken (die lijken ook op elkaar), die in dezelfde biotopen leven. Soms leven die twee soorten zelfs samen en een bloemrijke omgeving.

Een behangersbij (foto; Nelly de Beule).
Een behangersbij (foto; Nelly de Beule).

Welk diertje zat in de tuin?
Nelly de Beule zag een beestje in haar tuin en maakte een foto. Ze vraagt aan mij welk beestje dit is. Op de wat kleine foto zie je volgens mij een behangersbij. Maar om welke behangersbij het precies gaat, is niet zo duidelijk omdat ik te weinig kenmerken zie. De breedgebouwde behangersbijen zijn niet zulke grote bijen, hun maximale grootte is zo’n achttien millimeter. Behangersbijen knippen met hun kaken mooie stukjes uit de bladeren van allerlei planten. Daarna behangen de vrouwtjes van de behangersbij, zoals de tuinbladsnijder, de nestcellen met die geknipte blaadjes. Met al die geknipte blaadjes maken ze vervolgens een kokertje waarin een eitje wordt gelegd. Naast dat eitje leggen ze ook stuifmeel en nectar, dat als voedsel moet dienen voor de larve die later uit dat ei komt. Prachtig toch! En de planten hebben daar nauwelijks last van!

Jonge eekhoorns in de tuin (foto: Jan van de Braak).
Jonge eekhoorns in de tuin (foto: Jan van de Braak).

Jonge eekhoorns in mijn tuin, mag ik die blijven bijvoederen?
Jan van den Braak stuurde mij een leuke foto waarop je een paar jonge eekhoorns ziet. Hij vraagt zich af tot hoe lang je eekhoorns mag bijvoeren? De vraag is helder, maar wel lastig te beantwoorden. Het belangrijkst om te weten is in welk soort omgeving die eekhoorns worden opgevoed. Is het een versteende omgeving met weinig groen, dan zou ik ze gewoon blijven bijvoederen. Nu is het wel zo dat eekhoorns niet afhankelijk zijn van één voederplek en ook op andere plekken voedsel gaan zoeken. Is de omgeving een mooie groene omgeving, dan is bijvoeren niet nodig. Wel moeten er dan voldoende bomen staan, zoals dennenbomen, walnoten en bessendragende struiken. Dus in principe: meer groen, meer bomen en meer schuilplekken, dan echt stoppen met voeren. Is dat alles niet of nauwelijks aanwezig, dan blijven voeren.

Kuiltjes van mierenleeuwen (foto: Maria Kuijken).
Kuiltjes van mierenleeuwen (foto: Maria Kuijken).

Heeft de in mijn tuin wonende egel deze kuiltjes gemaakt?
Maria Kuijken heeft een egel in de tuin. Nu ziet ze allemaal kleine kuiltjes. Ze vraagt zich af of die ook door deze egel zijn gemaakt. Het antwoord is nee. Dit heeft de egel niet gedaan, maar insecten met de naam mierenleeuw. Die naam hebben ze te danken aan de larven van deze insecten. Mierenleeuwen behoren tot de orde van netvleugeligen, zoals ook gaasvliegen. Dit is een vrij kleine, maar wel uniforme groep waarbij de volwassen dieren van de verschillende soorten een vergelijkbare lichaamsbouw hebben, maar ook een levenswijze die sterk overeenkomt. Zoals hierboven al geschreven heeft deze familie de naam te danken aan de roofzuchtige larven. Deze larven zijn zeer gespecialiseerd in het vangen van bodembewonende insecten, vooral mieren. Deze larven maken trechtervormige kuiltjes in het zand, vaak onder een overhang. Dit kunnen liggende bomenstammen zijn maar ook struiken. In deze video met de titel 'Op zoek naar de Mierenleeuw' van Christian Olivier kun je dit mooi zien.

De gevlekte mierenleeuw imago (foto: Frans Kapteijns).
De gevlekte mierenleeuw imago (foto: Frans Kapteijns).

De volwassen dieren hebben op hun menu plantensappen staan, maar ook vliegende insecten. Als je ze ziet vliegen, denk je in eerste instantie dat je een libel ziet- en dan vooral een waterjuffer. Kortom, ze vallen bijna niet op.

Een alpenwatersalamander (foto: Malgorzata Sieniuc).
Een alpenwatersalamander (foto: Malgorzata Sieniuc).

Alpenwatersalamander schuilt onder containers
Malgorzata Sieniuc heeft een alpenwatersalamander onder de vuilnisbakken. Soms onder de gft-bak en soms onder de grijze container. Ze vraagt zich af waarom dit diertje niet naar de vijver van de buren gaat, maar zich telkens onder deze containers bevindt. Op de foto hierboven zie je een alpenwatersalamander in landvorm. Alpenwatersalamanders leven van mei tot januari op het land. Vanaf oktober of november, als de temperaturen dalen, kruipen ze naar een overwinteringsplek. Daar verblijven ze dan tot ongeveer januari. Dan gaan ze naar een voortplantingspoel of -plas. Waarschijnlijk heeft de alpenwatersalamander van Malgorzata een prima schuilplek gevonden en verblijft het daar gedurende de dag tijdens heel zonnig weer. Later in het jaar gaat het dier dus een overwinteringsplek zoeken en verdwijnt het daar zeker. Misschien is het handig om de containers even op een andere plek te zetten of als ze leeg zijn schuin weg te zetten. Dan is de plek voor dat diertje niet meer ideaal en gaat het op zoek naar een betere locatie.

Wachten op privacy instellingen...

Alpenwatersalamander – Don Donk
De alpenwatersalamander is herkenbaar aan zijn fel oranje ongevlekte buik. De mannetjes zijn in het voorjaar donkerblauw met een zwartwit geblokte rugkam en een band van zwarte stippen op de flanken. De vrouwtjes hebben een meer blauwgrijs tot grijsgroene kleur en lijken vaak gemarmerd. Buiten het voortplantingsseizoen verblijven de dieren op land, zijn beide geslachten donkerder van kleur en is de zwartwit geblokte rugkam bij de mannetjes niet meer of zeer vaag zichtbaar. Alpenwatersalamanders kunnen tot ongeveer twaalf centimeter groot worden. De larven hebben een relatief stompe staartpunt en donkere vlekjes.

Slapende pluimvoetbijen in een korenbloem (foto: Nanny Bierkens).
Slapende pluimvoetbijen in een korenbloem (foto: Nanny Bierkens).

Kan dat, bijen die in een korenbloem slapen?
Nanny Bierkens trof in haar tuin in een korenbloem twee pluimvoetbijen. Ze zag duidelijk dat beide diertjes bewogen, maar daarna lagen ze muisstil. Dus vroeg Nanny zich af of beide pluimvoetbijen in slaap waren gevallen. Het antwoord is ja. Het klinkt misschien wat vreemd, maar insecten moeten ook rusten, naast dat ze soms ook moeten schuilen vanwege slecht weer. Dit is per insect wel heel verschillend. Insecten zoals honingbijen, maar ook de bekende limonadewespen, slapen vaak in hun nestgangen. Daarnaast willen solitaire bijen, ook wel wilde bijen genoemd, ook weleens een uiltje knappen tijdens het vliegseizoen. Zij hebben geen vast onderkomen en moeten dan dus buiten slapen. Dit doen ze dan vaak in bloemen, zoals twee pluimvoetbijen hier in een korenbloem doen. Bij de kleinere solitaire bijen kan het weleens een hele slaaporgie worden met grote slaapgezellinnen.

Een kasplatrug (foto: Sanne Vlemmings).
Een kasplatrug (foto: Sanne Vlemmings).

Welke rups zit er in de potgrond?
Sanne Vlemmings dacht dat ze een rups had gezien in haar potgrond. Ze vraagt zich af of die rups kwaad kan. Als je heel goed kijkt, zie je aan de zijkant van dit diertje heel veel poten dus hebben we te maken met een miljoenpoot. In dit geval een minder leuke miljoenpoot, want dit is een kasplatrug Kasplatruggen zijn invasieve exoten en zijn een heuse plaag in tuinkassen. Vooral kasplatrugmiljoenpoten. In principe eten deze, net zoals de inlandse soorten, rottende bladeren. Maar wordt het aantal kasplatruggen erg groot, dan gaan ze over tot het eten van vruchten zoals aardbeien. Maar ook pakken ze dan van allerlei planten de opkomende scheuten. Voor een enkele kasplatrug hoeft Sanne nog niet te vrezen. Maar als er meerdere komen, moet ze toch maatregelen nemen.

Twee parende lindepijlstaarten (foto: Roy Aarts).
Twee parende lindepijlstaarten (foto: Roy Aarts).

Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt is door Roy Aarts. Tijdens zijn werk in Vorstenbosch zag deze kleinzoon van Toke de Vries twee parende lindepijlstaarten.

Natuurtip
Zaterdag 6 juli kun je van acht uur tot tien uur 's avonds op zoek naar reeën in natuurgebied Kampina.

Reeën zijn schuw en zoeken het liefst tijdens de schemering en het ochtendgloren naar voedsel, want dan is het rustig in het gebied. Je ziet ze vaak bij bosranden. Als je heel voorzichtig en stil bent, heb je de kans dat ze blijven staan. Maar ook als je ze niet ziet, zijn er sporen die hun aanwezigheid verklappen. Ga mee op pad en ontdek de wereld van het ree!

Meer informatie:
• Aanmelden is verplicht en kan via deze link.

• Vertrekpunt is de parkeerplaats aan de Annadreef en de Kempseweg, in Boxtel.

• Deelname kost 12,50 euro, leden van Natuurmonumenten betalen 8,75 euro.

• Deze excursie is gericht op volwassenen. Oudere kinderen zijn onder begeleiding van een volwassene welkom.

• Neem een verrekijker mee!

• Trek stevige wandelschoenen aan.

• Draag kleren die passen bij het weer.

• Controleer jezelf achteraf altijd op teken!

• Honden mogen niet mee.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!