Hoe Heijmans in 101 jaar uitgroeide tot de bouwreus die het nu is
Heijmans werd in 1923 opgericht door Jan Heijmans, een 20-jarige stratenmaker met een eenmanszaak in Rosmalen. Zijn eerste opdracht: het bestraten van station Den Bosch. Later zou Heijmans nog veel opdrachten uitvoeren voor ProRail en al zijn voorgangers.
Het bedrijf van Jan bleef groeien, tot het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog. Heijmans vertikte het om diensten te verlenen aan de Duitse bezetter, waardoor het aantal opdrachten tussen 1940 en 1945 slonk. Het einde van de oorlog was het begin van een stevige wind in de rug voor het bouwbedrijf. Heijmans werkte mee aan herstel en aanleg van wegen, riolering en vliegvelden. Het hielp mee met het herstel van de vliegvelden van Volkel, Gilze-Rijen en Welschap bij Eindhoven.
Vanaf 1950 was Heijmans met asfaltschepen Dorus en Jan intensief betrokken bij onder meer de Zuiderzee- en Deltawerken. Ook stak het bedrijf zelf de zee over: in de jaren vijftig legde Heijmans twee NATO-vliegvelden in Turkije aan. Begin jaren zestig werkte Heijmans aan een groot irrigatie- en wegenproject in Perzië, het huidige Iran.
Start van de woningbouw
Heijmans stond tot dusver bekend als weg- en waterbouwer, maar dat veranderde begin jaren zestig toen de onderneming werd benaderd door het lokale bestuur van Rosmalen. Het bestuur zag de plaatselijke bouwer als een goede kandidaat voor een nieuwe wijk en zo begon Heijmans aan de bouw van de wijk Hintham-Zuid, aangrenzend aan Den Bosch. De wijk bestond uit 1500 huizen, winkels, scholen en een kerk.
LEES OOK: Heijmans koopt bouwbedrijf Van Gisbergen om positie Brainport te versterken
In de jaren daarna breidde het portfolio verder uit. In de jaren zeventig bouwde Heijmans onderwijsinstellingen, ziekenhuizen en overheidsgebouwen. Ook waagde de bouwer zich aan commercieel vastgoed in de vorm van winkelcentra en kantoorpanden. Deze uitbreiding werd doorgezet. In het jaar 2000 nam Heijmans de Koninklijke IBC, een bouwbedrijf gevestigd in Den Bosch en Best, over en ging het groeiende bedrijf flink in de weer met bouwen op vinexlocaties. Twee jaar later kocht het ook vastgoedontwikkelaar Proper-Stok Groep op.
Recessie
In datzelfde jaar begon ook het onderzoek naar grootschalige bouwfraude. In 2005 werd de bouwsector flink beboet voor het knoeien met de boekhouding. Heijmans kreeg een boete van 14,8 miljoen euro opgelegd, ongeveer 20 procent van de in totaal 70 miljoen euro die de Nederlandse bouwers terug moesten betalen.
Drie jaar later kreeg Heijmans weer een tegenslag te verduren: de kredietcrisis van 2008 hakte er in en het bedrijf moest enkele dochterbedrijven afstoten. In 2016 en 2017 moest het ook afscheid nemen van Belgische, Duitse en Engelse vestigingen.
Omdat Heijmans het water aan de lippen stond, werd er tussen 2013 en 2019 geen dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders. In 2021 kondigde Heijmans aan weer uit te kunnen betalen en ontvingen de aandeelhouders ook het dividend van 2020. Het vertrouwen leek hiermee hersteld en het aandeel Heijmans steeg fors op de beurs. Die stijgende lijn zette door, waardoor Heijmans tegenwoordig weer ruimte heeft om uit te breiden.