Keepers houden van pijn en Martijn weet waarom dat zo is

14 juli om 12:00 • Aangepast 23 juli om 02:01
nl
Het EK voetbal zit er bijna op. Martijn Buurman (48) uit Helmond heeft vooral genoten van alle keepers die in actie zijn gekomen. Hij schreef met zijn boek ZEROHERO een ode aan de keeper. “Een speler gaat pijn zoveel mogelijk uit de weg. Een keeper zoekt het juist op, pijn is een geluksgevoel. Dat is niet gek, dat doet hij of zij in belang van het team. Pijn betekent namelijk dat je een bal of puck hebt gestopt.”
Profielfoto van Leon Voskamp
Geschreven door

Het was 'keeper-technisch' een prachtig EK, vindt Martijn. “De keeper van Georgië is bijvoorbeeld een topper, die van Portugal hield drie penalty’s tegen, de doelman van Turkije maakte indruk met onder andere een geweldige redding en ‘onze’ Bart Verbruggen heeft een goede uitstraling en buitenaardse reflexen.”

"Je doet er alles aan om pijn op te zoeken."

Martijn verdedigt zelf al jaren het doel van zijn zaalvoetbalteam. Dat keepen is een familiedingetje, want ook zijn partner (waterpolo) en hun zoon (ijshockey bij Tilburg Trappers) staan graag tussen de palen. De keeper noemt hij ‘anders dan de rest van het team’. “Je doet er alles aan om pijn op te zoeken om je ploeg te helpen.”

“Wat denk je van bijvoorbeeld handbalkeepers. Spelers rennen als een malle richting de cirkel en gooien snoeihard. Een handbalkeeper heeft geen handschoenen aan, alleen een toqe. Een hockey- of ijshockeykeeper is goed ingepakt, maar als de bal of puck op je pak of helm komt, voel je dat goed hoor. Voetbalkeepers hebben het in vergelijking met hen nog makkelijk.”

De Helmonder had al langer het idee om een boek uit te brengen over de vijf grootste olympische sporten met een keeper: voetbal, handbal, waterpolo, ijshockey en hockey. “In 2023 kreeg ik na de verkoop van mijn bedrijf tijd om aan dit project te werken. Voor de titel koos ik ZEROHERO, want als je de nul houdt, dan ben je de held. Per sport besloot ik een talent, actieve topkeeper en oud-keeper te interviewen. Zo sprak ik onder andere met Nick Olij, Raymond van der Gouw en waterpolokeeper Laura Aarts.”

“Mijn passie voor keepen is zo groot dat ik meer met mijn boek wilde doen dan alleen interviews. Zo besloot ik per sport de beste tien keepers ter wereld te plaatsen. Ook staan er foto’s en beschrijvingen in van onder andere de beroemdste reddingen aller tijden. De teen van Casillas in de WK-finale bijvoorbeeld en het vingertje van Hans van Breukelen in 1988. Maar ook staan er blunders in, zoals van Liverpool-doelman Loris Karius in de finale van de Champions League.” Karius gooide de bal tegen Karim Benzema van Real Madrid aan, waardoor de bal direct in het doel belandde.

Bij keepers kijkt de Helmonder naar uitstraling. “Maar ik probeer ook te achterhalen wat de mindset is. Hoe coacht hij of zij de medespelers? Als de verdediging goed wordt neergezet, hoeft de keeper minder te doen.”

"Hij wilde koste wat kost ballen tegenhouden."

“Technisch moet een keeper goed zijn en in de opbouw spelen ze een rol, maar ze staan er vooral om een bal tegen te houden. Daarom vond ik Peter Schmeichel altijd zo’n geweldige voetbalkeeper. Hij wilde koste wat kost ballen tegenhouden. Mijn persoonlijke favoriet is Dominik Hašek, een legendarische ijshockeygoalie.”

Na hun loopbaan komen keepers volgens Martijn vaak goed op hun pootjes terecht. “Ze kunnen met druk omgaan en weten hoe ze moeten dealen met tegenslagen. Na een tegengoal kunnen ze niet hun koppie laten hangen. Last van een zwart gat hebben ze over het algemeen niet.”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!