Provincie niet blij met vertraging enorm ondergronds leidingenproject
De Delta Rhine Corridor (DRC) bestaat straks uit drie pijpleidingen voor waterstof, CO2 en ammoniak en drie stroomkabels om stroom van windparken op zee te vervoeren. Over de vertraging schreef toenmalig demissionair minister Jetten van Klimaat en Energie eind vorige maand in een brief aan de Tweede Kamer.
De vertraging heeft meerdere oorzaken. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om alle soorten buizen tegelijkertijd aan te leggen. Ook duurt de aanleg van de ene buis langer dan de aanleg van een andere. Waardoor het werk niet gelijkloopt. Daarnaast blijkt dat op veel plekken niet genoeg ruimte is gereserveerd voor alle kabels en buizen.
Provincie niet blij
De provincie is niet blij met de stand van zaken. “De richting waarin het project DRC beweegt, baart ons steeds grotere zorgen”, schreef ze eind mei al in een brief aan de minister. Volgens de provincie valt het project uiteen in losse delen en is er geen sprake meer van een langetermijnstrategie. Ook vreest ze nog meer overlast door een opgeknipte aanleg.
Wat volgens de provincie ook niet helpt, is dat er te veel verantwoordelijkheid bij private partijen wordt gelegd, terwijl de markt juist terughoudend is. “De brede, integrale blik op de toekomst lijkt ingewisseld te worden voor een blik op resultaten op korte termijn, namelijk het alleen maar bedienen van de investeerders zonder oog voor het brede maatschappelijke belang.”
Op deze kaart zie je waar de Delta Rhine Corridor komt te liggen:
Oplossing voor 'giftreinen' blijft uit
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat dankzij de DRC aanzienlijk minder treinen met gevaarlijke stoffen, met name LPG, over het spoor in Brabant zouden gaan rijden. De provincie wil al langer dat dat minder wordt en vestigde veel hoop op de buisleiding. Nu rijden er volgens de provincie jaarlijks 20.000 ketelwagons met gevaarlijke stoffen over het Brabantse spoor.
Maar het plan voor een pijplijn voor LPG werd eerder al geschrapt, omdat er volgens het vorige kabinet een einde zou komen aan het gebruik van die brandstof. En ook de aansluiting van Brabantse bedrijven op de waterstofbuis laat nog langer op zich wachten. Het aanleggen van zogeheten ‘T-stukken’ voor vertakkingen zou te veel vertraging opleveren voor de aanleg van de hoofdleiding. Aansluitingen voor Brabantse bedrijven zouden op een later moment gelegd moeten gaan worden.
De provincie gaat nu met toestemming van de vorige minister, Jetten, aan de slag met de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Limburg om alsnog een buisleiding voor LPG voor elkaar te krijgen. Na de zomer komt het college met een uitgebreider plan om de vertragingen en tegenslagen tegen te gaan.
DIT VIND JE OOK INTERESSANT:
Al langer zijn er grote zorgen over het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor