Hele grasmat omgewoeld, maar volgens Frans moet je hier juist blij mee zijn
Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Tuin omgewoeld, door wie?
Jeanne van Eggelen stuurde mij een filmpje, waaruit ik een shot heb genomen. Hierop is duidelijk een heel stevig omgewoelde grasmat te zien. Natuurlijk wil ze weten wie de dader is geweest. Zo’n actie kan enkel door de das gedaan zijn. Dit wordt bevestigd door een donkere zwart-witfoto die gemaakt is door een camera die daar hangt.
De das was gewoon op zoek naar voedsel. Ik vermoed dat de tuin van Jeanne een heel rijk bodemleven onder de grasmat kent. Dit duidt op een goede tuin. Zo’n tuin zit vol met regenwormen (het hoofdvoedsel van een das), emelten, engerlingen en nog meer lekker spul; een ware voedselhemel voor de das. Een tip voor Jeanne: neem eens contact op met de lokale dassenwerkgroep om samen met hen te kijken wat je er hieraan kunt doen. Of stuur mij de naam van je woonplaats, dan schakel ik wel iemand in.
Vreemd insect op de laurier
Norma Rijswijk zag in haar tuin een insect dat ze nog nooit eerder had gezien. Ze vraagt zich af of het insect inheems is of toch een exoot. Ze stuurde mij een foto. Op die foto zie je een insect met een lang achterlijf met afwisselend gele en zwarte banen. Daarnaast heeft het insect twee vleugels en hoort het dus thuis bij de vliegen en de muggen. Tenslotte 'vertellen' de lange poten dat dit een langpootmug is. De naam is maskerkamlangpoot. In dit geval is het een vrouwtje, dit zie je aan de lengte van ongeveer 25 millimeter, want mannetjes zijn kleiner.
Maskerkamlangpoten komen redelijk veel voor in ons land en zijn inheems. Deze langpootmug is een van de 87 soorten langpootmuggen die in ons land aanwezig zijn. Door hun grootte schrikken veel mensen van langpootmuggen, maar het zijn zeer onschuldige insecten. Ze zijn vooral actief tijdens de schemer en in de nacht en worden enorm aangetrokken door licht. Volwassen langpootmuggen zijn slechte vliegers, die niet of enkel nectar eten. Overigens leven langpootmuggen maar enkele dagen en dan vooral om te paren. De naam heeft de maskerkamlangpoot te danken aan de twee gele vlekken aan het begin van het achterlijf en de gele streep daaronder.
Een roze sprinkhaan
Mirjam Jongmens zag in haar tuin in Waalre een roze sprinkhaan. Ze probeerde te achterhalen om welke soort het ging. Helaas lukte dit haar niet, dus stuurde ze een foto van die roze sprinkhaan naar Stuifmail. Ik ben in mijn leven meerdere keren deze zeldzame roze sprinkhanen tegengekomen. Die roze kleur is niet normaal, in principe zijn dit soort sprinkhanen groen of bruin. De roze kleur heeft alles te maken met een genaamd pigmentverstoring. Door een afwijking ontbreekt het groene pigment of wordt er zoveel roze pigment aangemaakt dat de sprinkhaan niet meer groen is. Dit fenomeen wordt ook wel erythrisme genoemd- zie deze link - en is te vergelijken met albinisme bij mensen. Het kan een genetische afwijking zijn, maar het kan ook veroorzaakt worden door het eten van rood voedsel.
Witte waas op een struik en op cactussen
Frederik Meyer zag op bepaalde struiken en cactussen een witte waas. Eerst dacht hij aan trips of larven ven schildluizen, maar hij ontdekte geen leven. Toch zijn het schildluizen, vooral vrouwelijke schildluizen. Deze vrouwelijke schildluizen kunnen mosselvormig (dus met heel veel soortgenoten) aan een plant hangen, bijvoorbeeld aan cactussen. Daarnaast hebben ze beschermende schilden, die stevig aan de bovenkant van hun lichaam gedragen worden. Die schilden zijn enigszins langwerpig en vaak plat en beschermen de volwassen dieren goed. Vermoedelijk zijn de duplachionaspis exalbida aanwezig op de cactussen van Frederik, zie de foto’s via deze link.
Op een terras zat een vogel heerlijk te snoepen
Maurice Peters zat op een terrasje vlakbij bossen en verderop zag hij een vogel op tafel lekkers snoepen van een bord. Nu wil Maurice graag weten om welke vogel het gaat. Op zijn foto zie je een vogel met een mooie oranjerode borst, een korte snavel, witte vlekken aan de zijkant op de vleugels en een beetje een blauwgrijs petje op zijn kop. We hebben hier te maken met een vink, in dit geval een mannetje. Vinken kom je bijna overal tegen, mits in groenrijke gebieden met goede beschutting. Vinkennesten zijn slecht te vinden omdat die nesten goed gecamoufleerd tussen de takken in het dichte groen gemaakt worden en bedekt zijn met mos. In veel streken heeft de vink andere namen bijvoorbeeld boekvink, bokvink of botvink. Het zijn mooie zangvogels, waarbij de zang op het laatst eindigt in een vinkenslag, luister maar eens!
Een hommel gespot met blauwe pootjes
Wilhelmien Marti zag in de tuin een hommel. Die hommel leek blauwe pootjes te hebben. Het zijn echter geen blauwe pootjes. Op de pootjes van die hommel zitten blauwe stuifmeelklompjes. De meeste stuifmeelklompjes zijn geel of oranje. Echter sterhyacinten en wilde hyacinten hebben blauw stuifmeel, dus is de hommel van Wilhelmien naar een van die bloemen gevlogen en is daar het stuifmeel aan het verzamelen geweest. Vandaar die blauwe kleur op de achterpoten. Ook honingbijen zie je weleens met blauwe achterpoten, want zij vliegen ook weleens op die bloemen. Je kan dit overigens maar een korte periode waarnemen, want hyacinten zijn echte voorjaarsbloeiers en dus is de kleur blauw op de achterpoten van die insecten in de zomer bijna niet meer te vinden.
Kleine watersalamander – Martijn Hoekstra
Het jaar 2024 was net zoals 2009 een goed jaar voor de kleine watersalamander. Deze dieren worden in diverse tuinen waargenomen, zoals deze op een grasveldje. De kleine watersalamander heeft een grijs-, leem- tot olijfkleurige rug en dito flanken. Zijn buik is geel tot oranje met donkere zwarte vlekken. Tussen de flanken en de buik loopt nog een lichte, wit tot zilverige band. De kleine watersalamander kan tot elf centimeter groot worden en is dus niet de kleinste salamander in Nederland, dat is de vinpootsalamander. Mannetjes ontwikkelen in de voortplantingstijd een kam op de rug. In de landfase zijn zowel de mannetjes als de vrouwtjes eenvormig bruin.
Op het blad van een geranium een raar beestje met korrels
Linda van Hooff trof in de geraniums een beestje aan met korrels. Ze vraagt zich af wat dit is. Het beestje met korrels is een vrouwtje van de witvlakvlinder. De korrels zijn haar eitjes. Daarnaast trof Linda daar ook nog een rups aan. Heel toevallig is dat de rups van de witvlakvlinder.
Witvlakvlinders zijn nachtvlinders met seksueel dimorfisme. Dit betekent dat er een verschil is in het uiterlijk tussen de mannetjes en vrouwtjes van dezelfde diersoort. Bij witvlakvlinders hebben de mannetjes wel vleugels en de vrouwtjes niet.
Het mannetje van de witvlakvlinder heeft mooie roodbruine vleugels met een witte stip. De spanwijdte is maximaal drie centimeter. De vrouwtjes kunnen niet vliegen en blijven vaak op of naast hun cocon zitten waar ze uit zijn gekomen. Mannetjes gaan op zoek naar die vrouwtjes en na de paring worden de eitjes op die cocon gelegd.
Is een penseelkever een exoot?
Op de foto van Peter Aben hierboven zie je een penseelkever. Peter vraagt zich af of de penseelkever een exoot is. Ik kan me die vraag voorstellen, omdat de kever fantastisch mooie dekschilden heeft en eruit ziet als een tropische verpakking, maar niets is minder waar. Deze kever is een gewone inlandse soort. Van oudsher kwamen penseelkevers vooral voor in het oosten en zuiden van Nederland, in lagergelegen gebieden.
Open bosplekken zijn de beste biotopen voor penseelkevers. Penseelkevers behoren tot de bladsprietkeverfamilie, net zoals de meikever. Ze hebben mooie gele dekschilden met zwarte strepen in het midden en beharing. De kever doet dus aan mimicry, want met dit uiterlijk lijkt de penseelkever op een wesp. Daarnaast heeft de beharing nog een andere rol: op de haren blijft stuifmeel achter en dus werkt de kever zo mee met de bestuiving.
Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer een foto die gemaakt werd door Marianne Wijten. Zij legde een vliegende roerdomp vast. Ze spreekt van een hoogtepunt. Heel zeldzaam, een klasse foto!
Natuurtip
Zaterdag 3 augustus kun je om twee uur 's middags deelnemen aan een rondleiding door Fort Altena. Fort Altena is tussen 1847 en 1850 ten zuiden van Sleeuwijk gebouwd. Het ligt langs de oude Route Impériale; de Napoleontische straatweg van Parijs naar Amsterdam. Fort Altena diende als afsluiting van de toegang Breda-Gorinchem en de Uppelsche Dijk. Later werd het fort volledig verbouwd en vergroot tot een langgerekt fort. De oude toren werd aan de zuidkant extra beschermd met aan weerszijden bomvrije kazernes. De gidsen kunnen je hier alles over vertellen tijdens deze rondleiding.
Na de rondleiding kun je bij de brasserie genieten van een hapje en een drankje.
Meer informatie:
• Reserveer je plek via info Fort Altena.
• Telefonisch kun je reserveren via 0183-301329.
• Deelname kost vier euro, kinderen tot en met 12 jaar betalen twee euro. Je kunt contant betalen bij de gids.
• Meer informatie over de rondleidingen vind je via deze link.
• Ook zonder reservering ben je welkom, maar dan zit de rondleiding misschien al vol.