Enorme achterstand in huisvesten van statushouders in Brabantse gemeenten

26 juli om 09:33 • Aangepast 7 augustus om 02:04
nl
De meeste Brabantse gemeenten kunnen niet alle statushouders van woningen voorzien. Slechts negen van de 56 gemeenten voldoen aan de eis die de Nederlandse overheid heeft opgelegd. Vooral kleinere gemeenten met relatief weinig sociale huurwoningen krijgen het niet voor elkaar om geschikte woningen te vinden.
Profielfoto van Rens Knapen
Geschreven door

Er staat veel druk op de woningmarkt. Met name mensen die op zoek zijn naar een sociale huurwoning staan jarenlang op de wachtlijst. Daar komt nog eens bovenop dat er veel andere groepen zijn die ook in deze woningen moeten wonen, bijvoorbeeld vluchtelingen uit Oekraïne en Syrië, maar ook statushouders. Dat zijn asielzoekers die in Nederland mogen blijven.

Voor die laatste doelgroep heeft het Rijk doelstellingen opgesteld waar gemeenten aan moeten voldoen. Aan de halfjaarlijkse doelstelling voor 1 juli kan slechts een handjevol Brabantse gemeenten voldoen.

Klik op de gemeente om de achterstand te zien. De geelgekleurde gemeenten zijn gemeenten die aan de eis voldoen:

Wachten op privacy instellingen...

Oss doet het momenteel het ‘beste’, hier wonen momenteel zelfs veertien statushouders meer dan het Rijk eist. Maar in 47 Brabantse gemeenten lukt het niet om voldoende plekken te vinden voor alle statushouders. Koploper hierin is Breda. Daar hadden voor 1 juli nog 152 extra plaatsen moeten komen.

Grotere gemeenten als Breda en Tilburg wordt een hogere eis opgelegd, daardoor is de achterstand hier snel hoger dan bij kleinere gemeenten. Afgezet tegen het totale aantal sociale huurwoningen blijkt dat vooral kleinere gemeenten moeite hebben om beschikbare plaatsen te vinden.

In Breda en Tilburg zijn er relatief veel woningen, terwijl kleinere gemeenten het met een beperkter aanbod moeten doen. Gemeenten als Bladel, Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden lopen relatief gezien flink achter de feiten aan.

Wachten op privacy instellingen...

Iedere gemeente heeft zo zijn eigen redenen waardoor er niet aan de vraag voldoen kan worden, zo ook in Bergeijk. De sociale huurwoningen die worden toegewezen aan statushouders worden hoofdzakelijk gebouwd door woningcorporaties. Mathijs Kuijken, wethouder van Volkshuisvesting in Bergeijk wil niet met vingers wijzen, maar verklaart de grote achterstand in zijn gemeente vooral doordat woningcorporatie Vestia een paar jaar geleden failliet ging.

Rond 2020 verkocht Vestia een groot aantal sociale huurwoningen, in totaal bood de corporatie 10.000 woningen aan. Daardoor heeft de gemeente minder riemen om mee te roeien. “Normaal zou twintig procent van alle woningen sociale huur moeten zijn”, vertelt de wethouder. “In Bergeijk staat dit aantal momenteel op dertien procent.”

Dweilen met de kraan open
Volgens Kuijken doet de gemeente er alles aan om de situatie bij te benen, maar het is dweilen met de kraan open. “Tot 2018 waren het zware tijden voor de woningmarkt, maar de voorspelling was toen dat de vraag in 2020 af zou vlakken. Na 2018 zijn we meer gaan bouwen dan nodig was, in plaats van zestig sociale huurwoningen per jaar, bouwden we er honderd.” Maar door gebeurtenissen die niet te voorspellen zijn, zoals de oorlog in Oekraïne, werd deze vraag alleen maar groter, en daar kan Bergeijk niet tegenop boksen.

Inmiddels is Vestia overgenomen door de woningcorporatie Woningbelang, volgens Kuijken ‘wél een gezond bedrijf’. Sindsdien bestaat dertig procent van de nieuwbouw in Bergeijk uit sociale huur. Maar het bouwen van een huis duurt lang, er gaat een hele procedure aan vooraf die begint bij het verlenen van een vergunning. “Gemiddeld duurt het zo’n tien jaar voordat een woning daadwerkelijk staat. Daarnaast zijn deze woningen niet enkel voor statushouders bedoeld, de eigen bevolking heeft hier ook recht op.”

Om aan de enorme vraag te voldoen, wacht de gemeente niet enkel tot de woningcorporatie kan bouwen. “We kijken tegenwoordig ook zelf naar het aanbod van vastgoed. Zodra we hier in kunnen stappen, grijpen we die kans.”

In meer gemeenten een achterstand
Ook andere gemeenten geven aan dat de drukte op de woningmarkt een van de belangrijkste oorzaken van de achterstand is. Hilvarenbeek en Goirle laten weten dat door het lage aantal beschikbare sociale huurwoningen, er simpelweg geen plaats is voor iedereen.

Daarnaast geeft Goirle aan dat statushouders vaak alleenstaand zijn. Daar moeten passende woningen voor gevonden worden, zoals bijvoorbeeld appartementen, en 'die liggen niet voor het oprapen in onze gemeente'.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.