Helena leefde een week als astronaut: ‘Ik zou het zo weer doen'
Helena zit in het tweede jaar van haar opleiding aan de TU in Eindhoven. Via haar stage kreeg ze een bijzondere kans. Ze mocht meedoen aan een simulatie van een maanmissie voor het ruimtevaartbedrijf Analog Astronaut Training Center. “Ik ben al langer gefascineerd door ruimtevaart en alles wat met het heelal te maken heeft”, vertelt Helena aan Studio040.
De vrouwen leefden een week lang met elkaar in een afgesloten ruimte van ongeveer twee flinke huiskamers. Ze deden er wetenschappelijke experimenten en leefden er volgens een streng schema. “Het doel was om te onderzoeken hoe een echte maanbasis zou moeten functioneren en hoe simulaties realistischer kunnen."
"We moesten onze eigen gegevens daarom nauwkeurig registreren. Zo moesten we ons lichaamsgewicht meten, onze calorie-inname registreren en vastleggen hoeveel calorieën we verbrandden tijdens het sporten", vertelt de studente.
Behoorlijk intens dus. "Het was een bijzondere ervaring om met vier tot dan toe onbekenden in zo’n kleine ruimte te zitten. De enige privéruimte die je had was de gym. We leerden elkaar daardoor goed kennen. Je bouwt een heel bijzondere relatie op”, zegt Helena. “We hebben ook nog steeds contact met elkaar.”
“Het was vooral heel bijzonder om te ervaren wat je nodig hebt als mens. Wat mij het meeste opviel, was hoe belangrijk het voor me is in contact te staan met de natuur", vertelt de studente. "Dat heb ik echt gemist tijdens die week."
"Het zou fantastisch zijn om de aarde van een afstand te kunnen aanschouwen."
En zo ontbraken er meer normaal zo vanzelfsprekende zaken. "Drinkwater was er genoeg, maar we konden niet douchen en moesten alles met vochtige doekjes doen. Tot het afdrogen van de vaat aan toe. Dat ging ons allemaal makkelijker af als verwacht. Ik zou het zo weer doen.”
De maansimulatie smaakt in ieder geval naar meer. “Ik ben een enorme fan van de eerste Star Trek-serie, dus het verkennen van de ruimte is een droom voor me. Het zou fantastisch zijn om de aarde van een afstand te kunnen aanschouwen. Wie weet komt het ooit zover.”