Steur uitgezet in de Biesbosch: het kost heel wat, maar wat levert het op?
“We moeten aan een enorme papierwinkel voldoen om de steuren uit te mogen zetten”, vertelt onderzoeker Niels Brevé van Sportvisserij Nederland. Na het schrijven van een proefplan moeten daar een dierenorganisatie, de Franse overheid, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Rijkswaterstaat vervolgens hun zegje over doen. “Zolang zij denken dat de Rijn kansrijk is voor de steur, krijgen we toestemming.”
“We zien dat een aantal trekvissoorten weer terugkeert.”
In 1952 was de situatie in de Nederlandse wateren minder kansrijk voor de steur. De vissoort verdween toen door vervuiling, overbevissing en het aanleggen van kanalen, sluizen en stuwen. “We zien dat een aantal trekvissoorten, zoals de houtingen, weer terugkeert. Dan is de tijd misschien ook rijp voor de steur”, aldus Brevé. Hij verzekert dat de volwassen steur nu een uitstekende overlevingskans heeft in het Brabantse water.
LEES OOK: Na 70 jaar is de steur terug in het Brabantse water
Om de vissen hier rond te laten zwemmen, wordt jaarlijks 40.000 euro betaald aan een Franse kwekerij aan de rivier Gironde: de enige plek in Europa waar nog wilde steur voorkomt. Hoeveel vissen uiteindelijk naar Nederland worden overgebracht, is afhankelijk van het aantal eitjes dat wordt gelegd. “Tussen 2015 en 2022 was er geen broedsucces”, aldus Brevé, "Maar het gaat steeds beter. We hopen volgend jaar op meer steuren."
Eenmaal in Nederland geven onderzoekers de steuren een zendertje. Die kosten 300 euro per stuk. Zodra de dieren zijn uitgezet, pikken antennes ter grootte van een colafles, die aan boeien van Rijkswaterstaat hangen, signalen van de chip op. “Over vier maanden zijn de batterijen leeg en gaan we ze uitlezen. Zo kunnen we met terugwerkende kracht achterhalen waar de steurtjes geweest zijn”, aldus Brevé. Met de data wil hij achterhalen welke route ze na het paaien in de rivier richting zee nemen en of ze hun tocht overleven.
“Steuren gebruiken de Haringvlietsluizen nauwelijks.”
Uit eerdere uitzetten kan inmiddels geconcludeerd worden dat die route naar zee niet via de Haringvliet loopt. Een domper voor de gemeente Rotterdam. “Zij investeerde 70 miljoen euro om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten voor vismigratie, maar die wordt nauwelijks gebruikt door steuren.” De haven van Rotterdam blijkt overigens wel een belangrijkere route te zijn voor de vissen. Verder hoopt de onderzoeker te concluderen dat de Rijn geschikt is voor de oervis.
LEES OOK: Joekels van oervissen krijgen kans in de Biesbosch: tot 5 meter en 400 kilo
De steur blijkt al wel te huizen in de Noordzee. Daar spotte een Urker visser twee weken geleden een steur van twee meter lang. In Brabant worden de jonge steurtjes, na de uitzet, veel gespot op het Hollandsch Diep, de Oude Maas en de Nieuwe Waterweg. Het is belangrijk dat vissers dit melden en de steur netjes behandelen en terugzetten, benadrukt Brevé. “Anders krijgen we 'm nooit terug. Net als met de ooievaar, de bever en de wolf hoop ik dat het met de steur ook gaat lukken.”