Onder deze ruïne liggen mogelijk geheime gangen, tijd voor onderzoek

24 augustus om 12:00 • Aangepast 3 september om 02:01
nl
Het is misschien wel het grootste mysterie van Oosterhout. Ligt er onder de stad een kilometerslang én eeuwenoud gangenstelsel verborgen? Oosterhouter Frans Engels breekt er al jaren zijn hoofd over. Bodemonderzoek zou nu zomaar eens nieuwe aanwijzingen kunnen opleveren.

Frans Engels raakt niet uitgesproken over het middeleeuwse Kasteel Strijen in Oosterhout, waarvan nu alleen de toren nog deels overeind staat. De ondergrondse vluchtroutes fascineren hem. Die zouden in de roemruchte periode van Willem van Duivenvoorde zijn aangelegd om vanaf de burcht naar veilige oorden te komen.

"Ooit was dit een van de grootste burchten van Nederland."

Zoals naar Fort Lunet in Raamsdonksveer en naar Geertruidenberg. Daar zou eind 1393 gebruik van zijn gemaakt, toen het kasteel belegerd werd door 2000 soldaten en deels in brand was gestoken. Al zijn er ook theorieën dat de overlevenden over land of via de haven van Oosterhout gevlucht zijn, waarna het kasteel de volgende dag verlaten werd aangetroffen.

Volgens de overleveringen zouden er eeuwen later ook nog tunnels zijn gegraven naar de Sint-Jansbasiliek op de Markt, het Slotje Brakestein – waar Lodewijk Napoleon een tijd verbleef – en naar de nonnen in het Sint Catharinadal. “Op enkele dichtgegooide kelders na, is archeologisch bewijs nog altijd niet gevonden", vertelt Frans.

Het kasteel is nu een markante ruïne waarbij de zogenoemde Slotbosse Toren nog boven de bomen uitsteekt. “Maar ooit was dit een van de grootste burchten van Nederland. Denk aan het formaat van Slot Loevestein of het Muiderslot”, legt Frans uit. Met Stichting De Verweesde Toren wil hij het kasteel uit de vergetelheid halen en in de schijnwerpers zetten. De Oosterhouters erover laten leren. “De Slotbosse Toren is ‘verweesd’ van Kasteel Strijen, maar ook van de maatschappij.”

Een tekening van Huis ten Strijen (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Een tekening van Huis ten Strijen (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Paarden en koetsen zijn vandaag in geen velden of wegen te bekennen rond het kasteel. Wel een soort grasmaaier die over het eilandje aan de Kasteeldreef rijdt. “Die maakt röntgenfoto’s van de ondergrond”, legt de Oosterhouter uit. “Daarbij komt geen spit- of graafwerk aan te pas, maar je krijgt alsnog een nauwkeurig beeld van wat er in de bodem zit.”

"Het is niet waarschijnlijk dat deze legende op enige waarheid berust."

Frans hoopt vurig om delen van de geheime tunnels te ontdekken, maar hij weet ook dat dit ‘vooralsnog een legende is en misschien ook wel blijft’. De kans is vele malen groter om andere historische ‘schatten’ te vinden. In het verleden werd al een bijzondere vloertegel met daarop een hert gevonden. En ook Spaanse kanonskogels kwamen naar boven. “Het is niet waarschijnlijk dat deze legende op enige waarheid berust.”

Deze bodemschatten en alle nieuwe vondsten moeten straks een prominente plek krijgen in een nieuw te bouwen bezoekerscentrum. In het zes- of achthoekige paviljoen kunnen bezoekers dan ook een virtuele wandeling maken door het kasteel, zoals het er in 14e eeuw uitzag. Tijdens de Open Monumentendag zullen er middeleeuwse activiteiten te doen zijn, zoals boogschieten.

Gezicht op de ruïne van Kasteel Strijen in Oosterhout (foto: Rijksmuseum)
Gezicht op de ruïne van Kasteel Strijen in Oosterhout (foto: Rijksmuseum)

Het informatiecentrum moet volgens de plannen van de stichting bereikbaar worden via een houten ophaalbrug aan de kant van de Beemdenbuurt. Het kasteel zelf wordt weer ‘zichtbaar’ gemaakt door de contouren aan te geven met meidoornhagen. De entree zal gratis zijn. “Want wij vinden dat deze markante toren van iedereen hoort te zijn.”

Het idee voor het bezoekerscentrum is al eens geopperd aan het college van B en W, maar heeft tot dusver nog niet tot concrete planvorming geleid, laat gemeentewoordvoerder Sjef Kock desgevraagd weten. “Wij zijn zeker geïnteresseerd, maar we zitten in een periode van bezuinigingen die op gemeentes afkomen. Het wordt een uitdaging om daar mogelijkheden in te gaan vinden.”

"Laten we niet zo bescheiden doen. Niet elke gemeente heeft een toren uit 1289."

Over de bouwkosten wordt nog vergaderd door de stichting. Die zullen gefinancierd moeten worden met middelen vanuit de provincie Noord-Brabant, een bijdrage van het Cultuurfonds en sponsoring vanuit bedrijven en particulieren, vertelt Engels. Ook hoopt hij dat de gemeente investeert in haar erfgoed. “En laten we niet zo bescheiden doen. Niet elke gemeente heeft een toren uit 1289.”

Volgend jaar is het 700 jaar geleden dat Willem van Duivenvoorde het Huis ten Strijen, dat in 1289 werd gebouwd in Oosterhout, liet ombouwen tot kasteel en er zijn intrek in nam. Hij wordt, ondanks dat hij zelf geen wettige erfgenamen had, gezien als één van de grondleggers van het huidige koningshuis. De kleindochter van zijn neef, Johanna van Polanen, trouwde namelijk met graaf Engelbrecht I van Nassau. “Daarom willen we het koningspaar graag uitnodigen op dit jubileum”, vertelt Engels.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!