Geen huis omdat statushouders voorrang krijgen, zo zit het echt
Het kan als oneerlijk worden ervaren. Je staat jarenlang samen met honderden woningzoekenden op een wachtlijst zonder einde in zicht. Vervolgens krijgt een ander voorrang.
Gemeenten mogen voorrang verlenen aan een aantal groepen, de zogenoemde urgent woningzoekenden. Denk hierbij aan mensen die in de knel zitten door dreigende dakloosheid, mensen in een moeizame scheiding en acute noodsituaties. Tot deze groep horen ook statushouders, die geregeld het doelwit zijn van kritiek. Annabel Nanninga, fractievoorzitter van JA21 in de Eerste Kamer, claimde vorig jaar dat wachtlijsten voor woningen bestaan omdat statushouders voorrang krijgen.
In de praktijk gaat het echter om een klein percentage van de vrijgekomen sociale huurwoningen. Uit onderzoek van het CBS bleek in 2021 dat in Nederland gemiddeld zes procent van deze huizen naar statushouders gaat. Woningcorporaties bouwen het grootste gedeelte van deze sociale huurwoningen. Uit een inventarisatie onder vier Brabantse woningcorporaties blijkt dat zij in Eindhoven, Tilburg en Breda in 2023 vergelijkbare cijfers rapporteren.
Caroline Timmermans, directeur-bestuurder van woningcorporatie WonenBreburg, vindt het een goede zaak dat urgent woningzoekenden voorrang krijgen: “In Nederland hebben we met zijn allen afgesproken om een aantal groepen te helpen. De 100.000 mensen die nu in West-Brabant ingeschreven staan, hebben vaak al een thuisadres. Het is natuurlijk vervelend wanneer je lang in de rij staat, maar deze urgente groep heeft niet eens een adres. Daarom krijgen ze voorrang. In Breda ging in 2023 slechts zes van de honderd woningen naar statushouders."
In Den Bosch en Oss liggen de percentages van woningcorporatie BrabantWonen hoger dan in Breda. Deze gemeenten lopen op dit moment voor op de doelstelling die het Rijk gemeenten oplegt. Gemeenten krijgen ieder een aantal te huisvesten statushouders opgelegd - in Breda en Tilburg is er nog een lichte achterstand. Timmermans verwacht dan ook dat het aantal woningen in Breda dit jaar hoger uitvalt omdat we nu in een piek zitten van het aantal te huisvesten statushouders. "Dit jaar zal dit percentage hoger liggen. Maar zelfs als de voorrang voor statushouders zou wegvallen, is het probleem van het woningtekort bij lange na niet opgelost”, vertelt ze.
Na zijn aftreden omschreef Stef Blok, voormalig minister van Wonen en Rijksdienst de woningmarkt als ‘klaar’. De woningmarkt zou ‘draaien als een zonnetje’. Onder zijn bewind werd het ministerie van Volkshuisvesting in 2010 formeel opgeheven. Blok zei hierover: “Ik ben de eerste VVD’er die een heel ministerie heeft doen verdwijnen!” Inmiddels is deze uitspraak door de werkelijkheid ingehaald.
Volgens Timmermans werd in deze tijd minder gebouwd, en had Breda, de stad waarin zij actief is, een liberaal college dat geloofde dat marktwerking de woningmarkt zou regelen. Met winst in het achterhoofd werd toen vaak de uiterste rand van wat we als ‘sociale woningbouw’ zien, opgezocht. Hierdoor werden meer huurhuizen gebouwd voor mensen die wat meer te besteden hadden, dan voor mensen met een kleine portemonnee.
'Meer bouwen'
Als stoppen met huisvesten van statushouders niet de oplossing is, wat dan wel? Voor Timmermans is het duidelijk: “Meer bouwen.” Ze voegt daarbij ook daad bij woord. WonenBreburg werkt momenteel aan de bouw van meer dan duizend woningen in Breda en Tilburg. Zo start in september de bouw van 180 flexwoningen aan de Dr. Bloemenlaan in Tilburg. Van deze flexwoningen gaat een hoger percentage naar statushouders: namelijk dertig tot veertig procent. Volgens Breburg om de achterstand van gemeenten in te lopen.
Volgens WonenBreburg is samenwerking met gemeenten essentieel om het probleem aan te pakken. Een woordvoerder van de corporatie geeft aan dat deze samenwerking soepel verloopt. Gemeenten kunnen corporaties steunen door het vergunningenproces te stroomlijnen, waardoor er sneller gebouwd kan worden.
Het inschrijfsysteem zou volgens Caroline Timmermans op de schop moeten. In het huidige stelsel schrijven mensen zich vaak al op voorhand in bij de woningcorporatie want ‘dan sta ik tenminste al wat hoger op de lijst’. Samen met de woningcorporaties in Midden-Brabant is zij bezig met het ontwerpen van een andere manier om woningen te verdelen, waarbij ook mensen met minder inschrijftijd een kans krijgen.
Hoe het precies in elkaar gaat steken, wil Timmermans nog niet uit de doeken doen. Het uitgangspunt is in ieder geval dat inschrijftijd minder belangrijk wordt. De woningzoekende geeft zelf aan hoe dringend de situatie is. Ook mag je bijvoorbeeld bij een hogere urgentie een gevonden woning niet weigeren, wat nu wel vaak gebeurt.
“We willen mensen met weinig inschrijftijd die plotseling in een vervelende situatie terecht zijn gekomen, bijvoorbeeld na het stuklopen van een relatie, een betere kans geven op een woning. Daar moeten ze dan wel wat voor inleveren. Mensen kunnen die afweging dan zelf maken”, aldus Timmermans. Later dit jaar wordt dit plan voor het eerst uitgeprobeerd.
LEES OOK:
Enorme achterstand in huisvesten van statushouders in Brabantse gemeenten