Kiki mag niet sprinten in Parijs, nu droomt ze van verspringmedaille
Normaal gesproken betekent het halen van de limiet dat deelname aan de Paralympische Spelen een feit is. Maar omdat Nederland maar drie startplekken kreeg voor de 100 meter sprint, volgde een interne battle. Helaas voor Kiki eindigde ze als vierde, achter onder anderen Marlène van Gansewinkel uit Hilvarenbeek en Kimberly Alkemade uit Den Bosch. “Ik sta wel reserve voor de 100 meter dus als er iemand uitvalt, mag ik alsnog meedoen. Die kans is klein, maar niet nul. Ik train keihard door en ben er klaar voor."
Dat trainen is nu vooral gericht op het verspringen, want daarvoor behaalde Kiki ook de limiet. En dat terwijl ze zich pas op latere leeftijd op dit onderdeel is gaan richten. “Mijn trainer gaf ook verspringtrainingen en vroeg of ik een keer mee wilde doen. Ik dacht in eerste instantie dat het niets voor me was: ik vond mezelf te klein. Toch ben ik ermee begonnen en al snel liep het uit de hand.”
"Dat trucje heb ik nog niet onder de knie."
Qua techniek noemt ze zichzelf geen supertalent. “De meeste verspringers lopen in de lucht, dat trucje heb ik nog niet onder de knie. Ik denk daar pas aan als ik al geland ben. Ik heb mijn eigen techniek ontwikkeld waarbij ik mijn benen zo laat mogelijk naar voren probeer te zwaaien. Vooralsnog laten we het hierbij, het gaat goed. Het verbeteren van de techniek is wel nodig om mezelf verder te verbeteren.”
Het verspringen heeft er ook voor gezorgd dat Kiki een betere sprinter is geworden. “De trainingen sluiten best op elkaar aan, je hebt bij het verspringen ook snelheid nodig. Ik ben me bewuster geworden van mijn blades, bijvoorbeeld qua paslengte. Dat heeft me geholpen op de 100 meter.”
Die blades draagt ze omdat ze beide onderbenen mist. Toen Kiki twee jaar was, zijn door de meningokokkenziekte haar linkeronderbeen, rechterhand en de vingers van haar linkerhand afgestorven. In 2018 werd haar rechteronderbeen geamputeerd. Dit nadat er in 2015 bij een operatie een zenuw werd geraakt.
LEES OOK: Kiki overleefde een ernstige ziekte en is nu bijna de snelste ter wereld
"Ik ga er vooral heel erg van genieten."
Atletiek was in haar jonge jaren een hobby, maar door klachten aan haar rechterbeen moest ze stoppen. Na de amputatie pakte ze eind 2019 het sprinten weer op. In 2021 koos Kiki fulltime voor de topsport en nu drie jaar later staat ze voor haar sportieve hoogtepunt. “Ik ga er vooral heel erg van genieten, het is het hoogste podium waar je als topsporter mag uitkomen. Tijdens de WK's van 2023 en 2024 heb ik de nodige ervaring opgedaan, al was dat voor veel minder publiek. Vooralsnog ga ik vrij relaxed richting Parijs.”
Een medaille zaterdag is haar droom. “Voor mij is van belang dat er bij de eerste drie pogingen een geldige en verre sprong zit, anders val je al gelijk af. Ik sta vierde op de wereldranglijst, er is van alles mogelijk.”