Berg met tweedehands kleding blijft groeien: 'We zijn veel meer gaan kopen'
Euro Used Clothing heeft drie vestigingen in Nederland, waaronder een in Zevenbergen. Bij die loods komt dagelijks zo'n 14.000 kilo aan kleding binnen en dat is slechts tien procent van alle kleding die we met z'n allen weggooien. En van alle kleding die bij Euro Used Clothing binnenkomt, wordt maar 30 tot 40 procent weer verkocht. De rest wordt gerecycled en een klein gedeelte gaat naar de verbranding.
De kleding die bij Euro Used Clothing binnenkomt, wordt ingekocht bij inzamelbedrijven. Deze inzamelaars plaatsen kledingcontainers in heel Nederland. Natuurlijk kan Euro Used Clothing ervoor kiezen om minder kleding in te kopen, maar dan verschuift volgens Boer het probleem alleen maar. "Dan blijven de inzamelaars met de kleding zitten. Zij moeten de gemeente betalen om een container te mogen plaatsen en dat kunnen ze dan niet meer opbrengen. Dan komt de hele keten in gevaar."
"Die goedkope troep lijkt leuk, maar het is niet goed voor het milieu."
Mariska Boer is naast haar werk bij Euro Used Clothing ook voorzitter van de Vereniging Herwinning Textiel (VHT). Ze ziet dat het in de hele branche lastiger wordt om van tweedehands kleding af te komen. "Dat komt onder andere doordat we veel concurrentie hebben van andere goedkope kleding op de markt, zoals Shein en Temu. Die goedkope troep lijkt leuk, maar het is niet goed voor het milieu", vertelt Boer, terwijl ze tussen de zakken met kleding staat.
Bovendien komt die 'goedkope troep' ook steeds meer terecht in kledingcontainers en dus ook bij Euro Used Clothing. "Na een paar keer wassen kun je die kleding alweer weggooien. Je kunt het niet verkopen. En doordat er veel van dit soort kleding bij ons binnenkomt, is onze prijs-kwaliteitverhouding weer uit balans."
Ook is volgens Boer ons koopgedrag veranderd. "Als je naar de afgelopen twintig jaar kijkt dan is het consumptiebedrag verdubbeld. We zijn veel meer gaan kopen en er wordt ook veel meer aangeboden. Vroeger kocht je met elk seizoen iets nieuws en nu koop je elke maand of voor elk feestje wel wat nieuws." Boer vindt dat er meer bewustwording moet komen bij de consument. "Minder kopen en duurzamer kopen."
"Veel materialen, zoals polyester, kun je nog niet recyclen."
Sommige kledingstukken die in de loods in Zevenbergen binnenkomen, zijn niet meer te dragen. Dat wordt dan gerecycled. Vezels worden gebruikt voor hoedenplanken en rubber uit schoenen wordt gebruikt voor kunstgras. "Maar veel materialen, zoals polyester, kun je nog niet recyclen. Bovendien is er niet de capaciteit in Europa om veel te recyclen. Een colbert bestaat bijvoorbeeld uit meerdere materialen. Dat moet je helemaal uit elkaar trekken voor je het kunt recyclen."
De kleding die niet verkocht én niet gerecycled kan worden, wordt verbrand. Dat is ongeveer 10 procent van alle kleding die ze binnenkrijgen bij Euro Used Clothing. "We proberen zo min mogelijk te verbranden, want dat is niet wat je wil. En het kost twintig cent per kilo om het te mogen verbranden."
Euro Used Clothing verkocht voorheen ook kleding aan Rusland. "Dat was een belangrijke afzetmarkt, maar daar kan het niet meer heen." Ook kan het niet meer naar Afrika vanwege economische problemen. "Daar kunnen ze de inkoop van de tweedehands kleding niet meer betalen."
Boer ziet het probleem letterlijk groeien, maar zij wil het niet opgeven. "Als branche zullen we er alles aan doen om te voorkomen dat het voor ons niet meer kostendekkend is en dat we ermee moeten stoppen", zegt ze.
Euro Used Clothing en VHT doen daarom een beroep op de overheid en beleidsmakers voor een betere regelgeving, maar ook op de producenten van kleding. "Volgens de wet hebben kledingproducenten al een verantwoordelijkheid voor de verwerking van afgedankt textiel, maar wij zouden graag zien dat die verantwoordelijkheid ook écht nemen. En dus dat ze financieel bijspringen om dit alles in te zamelen, te sorteren en te kunnen recyclen."