Jonge boeren Tim en Cas zien moeilijkheden, maar ook kansen
Dierrechten die worden afgeroomd bij verkoop, een nieuwe stoppersregeling en een dreigende graslandnorm. Het zijn niet meteen maatregelen waar boeren blij van worden. Tel daarbij op dat de gereserveerde miljoenen voor de omvorming van de landbouw zijn geschrapt en er opnieuw voor PASmelders nog geen oplossing is. Er zal om minder slecht worden geslapen.
Cas van Zutphen (22) heeft samen met zijn vader een zeugenhouderij met 540 zeugen in Zijtaart. Hij wil het bedrijf graag overnemen en zou dan de vierde generatie zijn. Het afromen van varkensrechten heeft fikse gevolgen voor zijn toekomst. Ook al geldt de afroming niet, als je als zoon het bedrijf van je ouders overneemt.
"Ik wil graag nog een keer een stap zetten"
“Ik ben nog jong en wil graag nog een keer een stap zetten. De biggen die we hebben, gaan nu weg van het bedrijf als ze groter zijn. Die zou ik in de toekomst graag willen houden en er dus een stal bijbouwen. Daar heb ik een vergunning voor nodig, die ik nu niet kan krijgen, maar óók extra rechten. Die moet ik dus van een andere boer kopen en daar wordt dan 25% van ingehouden. Dat voelt oneerlijk. Als ik een huis koop wil ik ook een heel huis en niet alleen de badkamer en de keuken.”
Tim de Wit (23) is boer in hart en nieren en heeft samen met zijn ouders een melkveebedrijf in Waspik met 130 koeien. Het bedrijf is al vijf generaties in de familie. De afroming op melkvee, die van 10% naar 30% gaat, is in zijn ogen altijd nog een beter alternatief dan gedwongen krimp.
“Afroming raakt de sector, maar de individuele boer minder. Voor mij, die het bedrijf van mijn ouders wil overnemen is het niet zo vervelend. Ik denk zelfs dat het de minst slechte manier is om de plaatsingsruimte voor mest weer meer in balans te krijgen.”
Waar Tim wel zorgen over heeft, is die graslandnorm die nog boven de markt hangt. Met Brussel is afgesproken dat de melkveehouderij in 2032 grondgebonden is. Dat betekent dat een boer voldoende (gras)land moet hebben om alle geproduceerde mest op uit te kunnen rijden. Een graslandnorm, maximaal aantal dieren per hectare, kan daarbij helpen.
"Heb je weinig grasland op je naam, dan heb je een probleem"
Tim denkt hiervoor genoeg grond onder zijn bedrijf te hebben, maar zolang nog niet duidelijk is hoeveel dieren per hectare je dan mag houden, blijft het onzeker. Ook voor veel collega’s. “Er zijn veel intensieve bedrijven die alles tot nu toe goed hebben kunnen regelen. Zij leveren mest aan akkerbouwers en tuinders, krijgen van hen weer ruwvoer voor de dieren. Maar dan heb je niet veel grasland op je naam. Dan heb je dus een probleem.”
Terug naar Brussel, wil minister Wiersma. Om toch te proberen om de uitzondering voor het uitrijden van meet mest op Nederlandse bodem weer terug te krijgen. Iets waarvan Tim hoopt dat het lukt, maar weet dat de kans niet heel groot is. “Adema heeft in zijn tijd als minister ook heel hard zijn best gedaan en toen is het gewoon niet gelukt. Maar als het wel lukt graag! Laat daar geen misverstand over bestaan!.”
Zorgen zijn er bij Cas en Tim wel over een generieke korting. Als het Nederland niet lukt om met deze mestmaatregelen onder het vastgestelde mestplafond voor 2025 te blijven, lopen alle veehouders in Nederland het risico om dieren te moeten inleveren. De zekerheid dat dat met deze maatregelen niet hoeft, is er niet. “Maar ik zou ook niet weten wat er dan wel had moeten gebeuren om die zekerheid te krijgen. Ze hebben vast hun uiterste best gedaan om zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen”, zegt Tim
"Ook een BBB-minister kan niet toveren"
Cas staat er ook zo in. “Natuurlijk kan ook een BBB-minister niet toveren.” Wel heeft hij hoop dat de vrijwillige stoppersregeling ook nog echt gaat helpen. Al vraagt hij zich af hoeveel animo er nog voor gaat zijn. “We hebben al een warme sanering gehad in de varkenshouderij en ook nu lopen er nog landelijke stoppersregelingen. Maar hoe hard ook: stoppers bieden wel weer perspectief voor de blijvers.”
Wel zou het slim zijn om goed naar de stoppers en de blijvers te kijken zegt Cas. “Er stoppen ook echt mooie bedrijven die nog helemaal niet zo oud Zijn. Terwijl jonge boeren vaak met oude stallen zitten. Dan moet je die nieuwere stallen dus niet ‘gewoon’ slopen. Je moet die jonge boeren en stoppers beter bij elkaar brengen.”
Het vergt wel doorzettingsvermogen om boer te willen blijven, zeggen Tim en Cas. Want nog steeds weten de mannen niet waar ze aan toe zijn en wat er nog op ze af gaat komen. “Neem de melkveehouders die nu acuut een probleem hebben met hun mest”, zegt Tim. Daar maak ik mij zorgen om. Die gaan echt over de kop omdat ze gewoon de afvoerkosten van die mest niet meer kunnen betalen.”
"De onzekerheid van juridische procedures blijft"
En ook Cas heeft nog wel een belangrijke opmerking. “Wij zijn ook PASmelder. We hebben dus buiten onze schuld om geen kloppende vergunning. Daar wordt al jaren over gepraat, maar een oplossing ho maar. Daar wordt je echt moedeloos van. We proberen alles goed te doen. Van luchtwassers tot ‘beter leven’-keurmerk. Maar de onzekerheid van juridische procedures blijft. En daar willen we gewoon van af.”
Wat is een PAS-melder?
Een PAS-melder is een bedrijf of ondernemer die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) kon volstaan met een melding van de berekende stikstofbelasting op kwetsbare natuur. Ondernemers met PAS-meldingen hoefden tijdens dat programma geen vergunning aan te vragen omdat ze weinig stikstofneerslag veroorzaakten. De Raad van State oordeelde in mei 2019 dat de PAS in strijd was met de Europese Habitatrichtlijn en dat die ondernemers toch een vergunning moesten aanvragen.
De PAS-melders zijn daardoor in overtreding als zij de melding die is gedaan, hebben uitgevoerd. De PAS-melders kwamen buiten hun schuld in deze illegale situatie. (Bron: www.aanpakstikstofbrabant.nl)