Faai kon nooit 'ik hou van je' zeggen, tot hij op zijn sterfbed lag
De wieg van Faai Schouw, zoals we hem van nu af aan maar blijven noemen, staat in Bosschenhoofd. Faai groeide daar op in een gezin met acht kinderen. En ondanks dat zijn grote liefde uit Dordrecht bleek te komen, hoefde hij niet ver te reizen om haar aandacht te winnen. De eerste ontmoeting vond plaats in Oudenbosch. "Bij zaal Jan Coensen", staat Marian nog op het netvlies. Een disco.
Marian was een jaar of 15, misschien 16. Heel precies weet ze dat eigenlijk niet meer. Maar ze kwam bij haar vriendin Sjan uit Oudenbosch logeren. En dan ga je natuurlijk ook samen uit.
Daar was hij dan, in die disco. Faai. "Hij stelde zich voor als Frans, maar eigenlijk noemde iedereen hem Faai", vertelt Marian. Meteen raak. Schot in de roos. Twee piepjonge tortelduifjes, één uit Brabant, één uit Dordrecht.
Ze pendelden eerst op een neer. "Maar we hadden op een gegeven moment wat langer verkering, dus ik mocht op een bepaald moment zelfs bij mijn schoonouders blijven slapen. Nou, ik kan je zeggen, voor die tijd was dat hoogst uitzonderlijk", lacht Marian. Allebei in een aparte kamer, dat dan weer wel. Alleen bleek dat niet helemaal de garantie voor de handjes boven de dekens. Want toen Marian 18 was, was het eerste kindje al op komst.
"Het is onzin als mensen zeggen dat het alleen maar fantastisch was."
Nou, hup, trouwen natuurlijk. 18 lentes jong en voor het altaar. Daarna groeide het stel verder tot een 'best fijne relatie', volgens Marian. "Ik vind het onzin als mensen zeggen dat het alleen maar fantastisch was. En we hadden de rollen gewoon goed verdeeld thuis."
Zij de 'vrouwendingen', hij de 'mannendingen'. Dat vat eigenlijk de relatie wel een beetje samen. Teamwork. Hij de kost verdienen, zij voor de kinderen zorgen. Maar tussen neus en lippen door zit daar voor Marian ook wel een pijnpuntje. Natuurlijk, het gezin liep als een geoliede machine. "Maar als het opnieuw kon, had ik het niet nog eens zo gedaan. Dan was ik gaan werken. Maar dat wilde mijn man echt niet."
Traditioneel was hij daarin. Een tikkeltje territoriaal, maar met de beste bedoelingen. Beschermend voor wat hem dierbaar was. "En best wel een beetje jaloers", zegt Marian lachend. "Ik denk dat ie dan bang was dat ik een man tegen zou komen die leuker was dan hij. Maar dat is gelukkig nooit gebeurd."
Zo strak als hij de teugels soms in handen kon houden, zo liet hij ze vieren toen hij opa werd. Alsof hij opeens anders geprogrammeerd was. Standje suikeropa. "Toen kon er opeens echt heel veel en ik vond het prachtig", glundert Marian. Hij deed de gekste dingen met ze, ging crossen en het snoep kon niet op. "Hij is wel eens thuisgekomen met een meter aan ijsjes en het kon allemaal niet op. Toen moest ik opeens tegen de kinderen zeggen dat je niet élke dag de snoeppot helemaal leeg kan eten", lacht ze. "Ach, wat kan ik zeggen. Het was gewoon een hele fijne man."
Faai deed alles voor zijn gezin. Hij wilde dat ze het goed hadden. Zijn ziektebed, door een ellendige diagnose darmkanker, was lang. Maar dat hij nog zoveel van zijn kleinkinderen heeft meegekregen, is een grote troost. Uiteindelijk is Frans 'Faai' Schouw op 59-jarige leeftijd overleden, in 2013.
Elf jaar later is het daarom soms stil in het huis in Bosschenhoofd. Het voelt als een bizar soort ironie, maar ook Marian heeft inmiddels meermaals met dezelfde rotziekte te maken gehad. Maar nu is ze schoon en ze voelt zijn steun. Ondanks dat het gemis en de rouw blijven steken als een scherpe pijn. "De muren praten niet terug, hè."
"Zijn laatste woorden waren 'ik hou van je'.
"Ik heb hem vaak gezegd dat ik van hem hou, maar hij kon dat zelf niet zo goed zeggen. Dat soort liefde was vroeger anders, zeker in een gezin met acht kinderen. Ik denk dat zijn ouders het nooit tegen hem hebben gezegd. Maar zijn laatste woorden die hij tegen me zei, waren 'ik hou van je'. En daar hou ik me steeds aan vast."