Guerrilla in heidevelden en houten mijnen: Duitsers verstopt rond Overloon
In de herfst van 1944 werd het grootste deel van Brabant bevrijd. Er vielen veel slachtoffers en er ontstond grote schade. Op Omroep Brabant lees je dagelijks wat er precies tachtig jaar geleden gebeurde.
Voor de bevolking van de streek is het afzien. Die is massaal gevlucht en woont in kloosters, stallen en bij andere gezinnen. Van een afstandje horen de bewoners de gevechten oplaaien. Wat onzichtbaar blijft dat is de guerrilla in de bossen, heidevelden en duintjes.
Britse troepen zijn steeds maar weer aan het uitzoeken waar de vijand zit. Ze voeren patrouilles uit. Ook een waarnemingsvliegtuig speurt de streek af.
Spoor
Als ze een spoor vinden, volgen artilleriebeschietingen of luchtaanvallen van Typhoons met raketten. Maar de goed ingegraven en gecamoufleerde Duitsers zijn niet altijd te raken. De vijand is beweeglijk en valt soms aan.
De geallieerden moeten behoedzaam oprukken. Heel het gebied rond Overloon is door de vijand vol gelegd met mijnen.
Mijnenvelden
Begraven onder de grond, moeilijk op te sporen houten mijntjes. Bedoeld tegen soldaten, om ze alleen te verwonden, maar ook zware types die tanks moeten uitschakelen.
Het weer werkt ook niet mee. Het regent veel in het najaar van 1944 en daardoor veranderen veel gebieden in modderpoelen. Overal komen voertuigen vast te zitten. Voor tanks is het bijna onbegaanbaar.
Desolaat gebied
Ook zonder dat slechte weer is het veengebied van de Peel toch al een extra hindernis. In 1944 is het ontoegankelijk, verlaten en zijn er maar een paar smalle wegen.
De Amerikanen van de 7e Pantser Divisie zijn net aangekomen. Hun commandant is Lindsay Sylvester (1889-1963) Op verzoek van Montgomery komen ze de Britten ondersteunen. Even wilde het geallieerde opperbevel nog meer sturen, waaronder een hele infanteriedivisie, maar nu moet deze tankeenheid voor een doorbraak zorgen.
In augustus kwam de 7e Pantser Divisie aan in Normandië. De eenheid was betrokken bij de bevrijding van Chartres, Reims Verdun en Metz. 'Lucky Seventh' wordt deze divisie van het Amerikaanse leger genoemd. Het is hun bijnaam omdat deze overal zo goed uitkomt. Dat hopen ze nu ook.
De geallieerden willen oprukken naar Venlo. Ze schatten dat er een paar duizend Duitsers op hen liggen op te wachten. Maar het zijn er toch wat meer dan dat.
Weer Walther
De Duitse eenheden aan deze kant van de Maas worden geleid vanuit Venray, onder Overloon. Daar zit ook 'Kampfgruppe Walther', die bij Veghel steeds aanviel.
Als je de Maas over bent, zit je zo in Duitsland. Dat weten de Duitsers ook. Net zoals ze de aanval bij Arnhem konden blokkeren, willen ze nu nieuwe geallieerde pogingen vanuit Oost-Brabant en de Peel tegenhouden.
Maasbruggen
Daarom is in heel korte tijd een nieuwe en brede verdedigingslinie gevormd. Die begint al op de westoever van de Maas, de Brabantse kant. In de streek is een Duitse legermacht samengetrokken van misschien wel 10.000 man. Het idee is dat de Maas bij Venlo ideale bescherming biedt.
Er zijn daar twee bruggen. Die vormen een Brückenkopf dat geschikt is voor de aan- en afvoer van mannen en materieel. Als de grond in Brabant te heet onder de voeten wordt, kunnen ze zich nog altijd terugtrekken achter de Maas.
Duitse grensgebied
Op meer plekken in de grensstreek vertragen de Duitsers zo de opmars. Ook zuidelijker, bij Aken waar ze een tegenaanval in zetten waartegen de Amerikanen weinig inbrengen. In de Eifel begint een strijd in het Hürtgenwald.
Nu Market Garden is mislukt bereiden de geallieerde een doorstoot voor bij Nijmegen. Over de zuidoever van de Rijn moet die richting Kleef gaan.
Villa
In veel bevrijde plaatsen is de geallieerde aanwezigheid goed zichtbaar. Zo strijkt in het Helmond de commandant van het Britse Tweede Leger neer. Generaal Miles Dempsey (1896-1969) en zijn officieren vorderen diverse huizen, waaronder een sjieke villa aan de Warandelaan.
Omroep Brabant staat uitgebreid stil bij tachtig jaar vrijheid. Kijk op onze themapagina Brabant Bevrijd voor alle artikelen en uitzendingen.