Zo gaat het gebouw met grootste klokkenverzameling ter wereld eruit zien
Het museum is tien jaar geleden voor het laatst verbouwd. Toch is er een nieuwe jas nodig. “Het was verbouwing op verbouwing op verbouwing”, zegt Eliëns. “Bij dit gebouw houdt dat een keertje op. Het voldoet niet meer aan de eisen.” Het museum kampte met lekkages. “Eentje in het dak. De ander was een grondwaterlek waardoor de botten van onze walvis niet meer bekeken konden worden.”
Ja, het museum heeft ook een walvis. Het richt zich namelijk ook op de cultuurhistorie van De Peel. Een gebied dat heel lang geleden aan zee lag. Het museum hinkt op twee gedachten en daar komt misschien een derde bij. Een samenwerking met de vlak bij gelegen sterrenwacht Jan Paagman ligt in het verschiet. En misschien komt er nog een vierde partij bij.
"Fietsers rijden te vaak aan ons voorbij."
“Alle scenario’s zijn voorbijgekomen tijdens het maken van een nieuwe visie voor het museum”, zegt Eliëns. “Moeten we niet alleen verder met de klokken? Of moeten er twee musea komen, eentje voor de klokken, eentje voor De Peel? Maar het hoort ook heel erg bij elkaar. Dus we gaan het zelfs uitbreiden.” Een naamsverandering voor het museum wordt ook niet uitgesloten. “We hebben nu als werktitel Echo”, zegt Eliëns. “Ik vind het wel wat hebben, maar het is echt een werknaam.”
De veertien kleinere zalen worden vier grote zalen. Er komt een permanente ruimte voor wisseltentoonstellingen. En de ingang van het museum wordt levendiger gemaakt door een terras aan de voorkant. “Fietsers rijden te vaak aan ons voorbij”, zegt Eliëns. “We zijn nog niet zichtbaar genoeg.”
"We zijn een groot museum, dat wordt wel eens onderschat."
En om jongeren te trekken wil het museum interactiever worden en voor meer spektakel zorgen. “Nu hebben we de video over hoe een klok wordt gegoten op een klein schermpje”, zegt Eliëns. “Maar met zoiets kun je ook uitpakken. Dat het heel groot wordt. Dat je het vuur flink hoort knetteren en de hitte voelt in de zaal.”
Het museum trekt nu 45.000 bezoekers per jaar en wil groeien naar 70.000. “We zijn al een groot museum, dat wordt wel eens onderschat”, zegt Eliëns. Hij is er zeker van dat er meer bezoekers gaan komen. “Ik wil ook graag de nieuwe Brabander binnen hebben”, zegt hij. “Als we de Pompoendagen houden, is een derde van onze bezoekers een expat uit Eindhoven. We willen graag ook de klokkencultuur van hun land uitdragen. De oorsprong van de klok ligt in Irak en we zijn in het bezit van klokken die daar vandaan komen.”
"Niet makkelijk in deze tijden."
Maar ook de ‘klokkofiel’ moet zich nog steeds thuis kunnen voelen. Daar wordt de karakteristieke boerderij voor omgebouwd tot depot. “Je hebt mensen die gewoon die ene klok uit 1734 met die ene inscriptie willen komen zien”, lacht Eliëns. “Die komen op die plek voldoende aan hun trekken.”
De komende jaren gaat het museum op zoek naar 14 miljoen. “Dat is niet makkelijk in deze tijden”, zegt Eliëns. “Maar het is wel haalbaar.” Het museum gaat verschillende fondsen proberen aan te boren, maar kijkt ook naar grote bedrijven in de buurt.