Na chemo zou Esther nooit meer kunnen rennen: 'Maar heb het gewoon gedaan'
De ellende begon, toen Esther werd gediagnosticeerd met borstkanker. Tot overmaat van ramp ook nog eens op het moment dat ze zwanger was. Wat volgde, was een zeer heftige en hectische tijd.
"Ik ging een periode van chemo's in", blikt Esther nog uithijgend en vol emotie terug, kort nadat ze de halve marathon heeft voltooid. "De dokters zeiden dat ik het aan moest geven als ik last kreeg van mijn handen en voeten. Ze konden de chemo dan aanpassen. Zou ik doen, zei ik. Maar ik dééd het niet, want dan slonken mijn overlevingskansen."
"Ik kan mijn kindjes zien opgroeien."
Want die pijn? Die was er, en heftig ook. Maar Esther bleef knokken. "Toen het klaar was, dacht ik wel: wat heb ik gedaan? Ik had en heb zo'n pijn. Maar ik ben er wel nog en kan mijn kindjes zien opgroeien."
De Brabantse weet nog goed dat ze vijf jaar geleden ook bij de marathon was. Toen noodgedwongen langs de kant. "Ik heb mijn man toen over de finish gejuicht. Iedereen dacht dat hij heel moe was, maar eerlijk gezegd was ik pas echt moe."
"De medaille betekent heel veel voor me."
Zelf hardlopen, dat kon ze volgens de artsen maar beter vergeten. "Dat gaat 'm niet meer worden, hoorde ik. Maar ik dacht: fuck you." Nu in 2024, na 21,1 kilometer, is Esther meer dan trots. "De medaille die ik krijg betekent veel voor me, die hang ik boven mijn bed. Ik heb het gewoon gedaan. Ik wil nu mijn kindjes zien, mijn vriendinnen en mijn man."