Vrouw op weg naar werk bijna verkracht, dader (22) twee jaar de cel in
Het gebeurde allemaal op de vroege zondagochtend van 3 december vorig jaar, in de Capucijnenstraat in Tilburg. De Roemeense arbeidsmigrant Marius D. herinnert zich niks meer van die nacht en vroege ochtend, zo verklaarde hij tijdens de zitting, twee weken geleden.
De vrouw en de getuigen des te meer. De mishandeling en poging tot verkrachting vonden plaats rond tien voor half zes op die zondagochtend. De vrouw liep in het donker naar haar auto om te gaan werken en zag in de Capucijnenstraat, vlakbij het centrum van Tilburg, een man staan. Toen zij weg wilde lopen, kwam hij achter haar aan.
In gezicht geslagen
De man greep haar vast en sloeg haar in haar gezicht. Daarna trok hij haar aan haar haren naar de grond. Met zijn linkerhand hield hij haar haren vast en met zijn rechterhand deed hij haar broek en zijn eigen broek naar beneden en ging bovenop haar liggen op de hoek van de Capucijnenstraat en de St. Annastraat.
Ze riep om hulp en daar werd een jonge man die in de buurt woont wakker van. Hij rende naar buiten en duwde de man van de vrouw af, die daar lag met bebloed gezicht. De man ging ervandoor, maar de politie wist hem snel te vinden en met een stroomstootwapen tegen de grond te werken.
Cocaïne en alcohol gebruikt
Marius D. bleek op stap te zijn geweest in Studio in het centrum van Tilburg, met wat andere Roemenen. Hij had flink wat cocaïne en alcohol in zijn bloed. D. liep daar waarschijnlijk, omdat het een logische route is op weg naar zijn toenmalige huis in de Diepenstraat in Tilburg.
Thuis in Roemenië heeft D. nog een vrouw en kind. Zijn vrouw zou op de hoogte zijn van de poging tot verkrachting, maar zij zou er ‘niks van vinden’. D. zei dat hij daarom gewoon weer bij haar terecht kan als hij ooit weer terug kan naar Roemenië.
Slachtoffer is verhuisd
De gevolgen voor het Tilburgse slachtoffer zijn heftig. Bij haar is een post traumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld. Zij is inmiddels ook verhuisd, omdat de poging tot verkrachting vlakbij haar eigen huis plaatsvond. Ze voelde zich niet meer veilig in haar eigen buurt.
De officier van justitie eiste twee weken geleden twee jaar cel, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Maar, de rechtbank ziet niks in een voorwaardelijk deel. D. werkte amper mee aan het onderzoek. Hij hield het er steeds op dat hij zich niks kon herinneren en op vragen van de rechtbank antwoordde hij dat hij liever geen antwoord wilde geven.
Hogere straf dan geëist
Tijdens de zitting eiste justitie ook bijzondere maatregelen als controle op alcohol- en drugsgebruik en een behandeling voor zijn agressie, maar de rechtbank volgt daarin het advies van de reclassering. Die ziet bijzondere voorwaarden niet zitten. D. heeft geen enkele motivatie en mede door de taalbarrière en de proceshouding denkt de reclassering dat bijzondere voorwaarden geen zin hebben.
De rechtbank vindt dat verontrustend en zorgwekkend. Zeker nu verdachte ook heeft geweigerd mee te werken aan een gedragskundig onderzoek. Daarom krijgt hij een hogere celstraf dan geëist en moet hij twee jaar zitten. Daarnaast moet hij de vrouw ruim tienduizend euro schadevergoeding betalen.