Video

Provincie laat warmte niet langer aan markt en werkt aan eigen bedrijf

15 oktober om 15:59 • Aangepast 24 oktober om 02:03
nl
De provincie werkt aan de komst van een warmtebedrijf in overheidshanden. Dat is opvallend, want jarenlang was het juist beleid om warmte en energie aan de markt over te laten. Maar het provinciebestuur denkt daar nu anders over. De provincie gaat daarom binnenkort onderzoek doen naar de juridische en financiële mogelijkheden om een eigen bedrijf op te zetten dat warmte gaat leveren aan Brabantse huishoudens.
Profielfoto van Rick Lemmens
Geschreven door

Het oprichten van een nieuw publiek nutsbedrijf moet mogelijk worden dankzij de nieuwe Wet collectieve warmte. Binnenkort wordt het wetsvoorstel behandeld in de Tweede Kamer. Als de wet wordt aangenomen, moet deze vanaf 2026 gaan gelden. Daarna kan het bedrijf pas worden opgericht.

Vooruitlopend daarop gaat de provincie nu samen met netbeheerder Enexis en Energiebeheer Nederland (EBN) onderzoeken hoe een publiek warmtebedrijf tot stand kan komen. Zo moet er inzicht komen in de financiële haalbaarheid van een publiek warmtebedrijf en welke investeringen hiervoor nodig zijn. Omdat er veel geld nodig is, is het de bedoeling dat Enexis en EBN naast de provincie mede-eigenaar worden van het bedrijf.

'Energierechtvaardigheid'
Door meer inwoners te voorzien van collectieve warmte wil de provincie de energietransitie eerlijker laten verlopen, zegt gedeputeerde Bas Maes (SP): "Hiermee dragen we bij aan de wens om te komen tot betaalbare, duurzame energie voor alle inwoners van Brabant. Ik zie het als een belangrijk onderdeel van de energietransitie. Energierechtvaardigheid, draagvlak en draagkracht zijn nodig om de samenleving in beweging te krijgen en te houden.”

Voor mensen die hun huis al duurzaam verwarmen, bijvoorbeeld met een warmtepomp, zou een overstap naar een warmtenet niet nodig zijn. Maar voor huishoudens die nu nog gebruikmaken van aardgas voor verwarming biedt het wel degelijk kansen, zo meent de provincie. Die kunnen namelijk overstappen op een duurzamer alternatief. Of er aansluitkosten gerekend gaan worden, is nog niet duidelijk. Naar dat soort details gaat de provincie de komende tijd kijken.

Bovendien moet warmte ook betaalbaarder worden. Momenteel zijn de maximumtarieven op het warmtenet nog gekoppeld aan de gasprijs. Als die stijgt, stijgt de prijs op het warmtenet mee. Ook als er helemaal geen gas wordt gebruikt is dat het geval. Gebruikers van collectieve warmte betalen dus niet voor hun daadwerkelijke gebruik. De nieuwe Warmtewet moet er straks voor zorgen dat dit wel het geval is.

Tweede Kamer spreekt experts

Deze week spreken Kamerleden met verschillende bedrijven en organisaties over de nieuwe Wet collectieve warmte. Met name de Woonbond is te spreken over het feit dat warmtenetten publiek eigendom zullen zijn. Aan de andere kant uit bijvoorbeeld energiebedrijf Eneco grote zorgen over onteigening van private warmtebedrijven. De Consumentenbond vindt de regels over communicatie over mogelijke kosten en tarieven nog niet voldoende.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg kijken uit naar het einde van het commerciële monopolie op warmte. Een publiek warmtebedrijf handelt in publiek belang en om die reden zal het draagvlak ook veel groter zijn, schrijven ze aan de Tweede Kamer.

Aanleg duurt jaren
Het zal nog wel even duren voordat de eerste huishoudens een aansluiting op het nieuwe publieke warmtenet krijgen. De provincie verwacht dat de aanleg ervan enkele jaren zal duren. Momenteel liggen er alleen grote warmtenetten in Breda, Tilburg, Eindhoven en Helmond. Deze zijn in beheer van een commerciële partij, Ennatuurlijk. Het is de bedoeling van de provincie dat veel meer huishoudens, ook buiten de steden, aangesloten worden op een warmtenet. 'Als we het doen, doen we het voor iedereen', is hierbij het principe.

Het is niet zo dat de hele provincie straks uit één gigantisch warmtenet bestaat. De provincie ziet het publiek warmtebedrijf als één van de onderdelen die nodig zijn om de overgang van fossiele naar duurzame warmte in Brabant vorm te geven. Op lange termijn zal naar verwachting ongeveer 25 tot 30 procent van alle woningen op een collectieve warmtevoorziening zijn aangesloten. De komende tijd wordt onderzocht waar woningen en gebouwen eventueel kunnen worden aangesloten.

Wat daarbij een uitdaging is, is dat warmtenetten in grote steden op een andere manier in elkaar steken dan systemen die geschikt zijn voor dorpen. Het warmtebedrijf zal daar dus maatwerk voor moeten gaan leveren.

De warmte in de netten moet gaan komen uit duurzame bronnen, zoals aardwarmte, zonne-energie, restwarmte van industrie en groen gas. De provincie heeft in haar Warmtebronnenregister in kaart gebracht waar dit soort bronnen zich bevinden.

Wachten op privacy instellingen...

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.