Op Joost z'n been staat een Poolse generaal: 'Mijn ultieme eerbetoon'
Met rustige, gepaste tred loopt Joost van Almkerk (48) over het Pools Militaire Ereveld in Breda. Vol respect passeert hij de graven van de gesneuvelde Polen. Namen met sterfdata flitsen voorbij. Allemaal op of rond 29 oktober 1944, de dag dat zijn stad werd heroverd op de Duitsers. De Poolse inbreng was groot en dat maakt diepe indruk op Joost.
"Kijk, daar liggen twee soldaten die gestorven zijn op 30 oktober", zegt hij al turend over het ereveld. "En daar iemand op 31 oktober. Dat is allemaal twee, drie dagen na de bevrijding van Breda. Terwijl er in de binnenstad werd gefeest, hebben zij nog het leven gelaten. Hier past alleen diep respect. Ik ben er gewoon stil van."
"Dat we nog van Breda kunnen genieten, hebben we aan generaal Maczek te danken."
Joost loopt verder en staat stil bij het graf van Stanislaw Maczek, een stijlvol knikje volgt. De Poolse generaal die leidinggaf bij de bevrijding van Breda, is een soort held voor hem geworden. Hoewel door Joost zijn aderen geen Pools bloed stroomt, heeft hij onlangs het portret van Maczek op zijn onderbeen laten tatoeëren. Samen met een Poolse tank en het wapen van de 1e Poolse Pantserdivisie.
"Ik heb deze tattoo laten zetten omdat ik bovenmatig geïnteresseerd ben in de Tweede Wereldoorlog", vertelt Van Almkerk. "Dat komt omdat mijn vader de oorlog heeft meegemaakt en daar hele nare gevolgen van heeft ondervonden. Het is nu tachtig jaar geleden dat Breda bevrijd is door de Polen en de tattoo is voor mij het ultieme eerbetoon. Niet alleen aan Maczek, maar aan alle jongens die hier gevochten hebben voor onze vrijheid. Het is een toffe tattoo van een serieus onderwerp."
Om alle gesneuvelden te eren, gaat Joost op de begraafplaats verder naar het algemene monument voor de Poolse strijders. Hij legt er bloemen met een lint met daarop de tekst: 'Pamientamy'. Dat betekent vrij vertaald in het Pools: 'Opdat wij niet vergeten'.
"Ik voel me vergeleken bij deze Poolse helden maar een klein manneke."
"Dat wij nu nog van Breda kunnen genieten in de huidige staat, hebben wij aan generaal Maczek te danken", vertelt Joost. "Dat komt door de werkwijze waarop ze de Duitsers uit onze stad hebben verjaagd. De Polen hadden al genoeg meegemaakt, maar kozen er niet voor om alles zomaar overhoop te schieten met zwaar geschut. Met gevechten van man tot man hebben ze de stad heel gedetailleerd veroverd. Daardoor kunnen we nu nog altijd genieten van bijvoorbeeld de Grote Kerk of het Spanjaardsgat. Ook daar ben ik hen heel dankbaar voor."
Joost wil zijn tattoo overigens niet op de begraafplaats zelf laten zien. Maar even daarbuiten gaat de broekspijp omhoog. Een moment waarop een wat ouder Pools echtpaar voorbijloopt op weg naar het ereveld. "Maczek!", roept de man en wijst naar de tattoo. Zijn vrouw maakt een foto en ze bedanken Joost: "Dziekuje!" Joost antwoordt in het Pools: "Dziekuje bardzo!" U heel erg bedankt!
"Het offer dat de Polen hebben gebracht, is echt gigantisch", besluit de Bredanaar. "Dat mag nooit vergeten worden. Ik ben fysiek bijna twee meter, maar ik voel me vergeleken bij deze helden maar een klein manneke. Ik voel me nederig en dankbaar dat ik generaal Maczek mag dragen op mijn been. Misschien had hij het zelf niks gevonden, maar het is als een eerbetoon bedoeld."