De slepende geschiedenis van een van de bekendste Nederlandse moordzaken
De 44-jarige Alex Wiegmink uit Drempt werd op 20 januari 2003 tijdens een rondje hardlopen op de Posbank in Rheden doodgeschoten. Niet veel later werd zijn verkoolde lichaam teruggevonden in zijn uitgebrande auto in Erp. De zaak werd bekend als de Posbankmoord.
De moord op huisschilder Wiegmink bleef lang onopgelost. In november 2016 besteedde het programma Opsporing Verzocht aandacht aan de vorderingen in het zogeheten coldcase-onderzoek. Het was het begin van het einde voor de daders. Zo kwam een Brabantse link aan het licht.
Verdachte Frank S. (57) uit Boekel kreeg na de uitzending last van zijn geweten, meldde zich bij de politie en legde een bekentenis af. Direct daarop arresteerde de politie na een uitgebreide en befaamde undercoveroperatie verdachte Souris R. (44) uit Veghel. Agenten deden zich voor als drugshandelaren.
Wat is er gebeurd?
De vraag was lang wat er nou was gebeurd tijdens dat hardlooprondje. Volgens het hof zouden de twee verdachten destijds bezig zijn geweest met de voorbereiding van een overval, waarvoor zij een auto wilden stelen.
Zij stonden met geladen vuurwapens op een parkeerplaats, waar ook de auto van Wiegmink stond. De twee mannen hadden tevoren afgesproken dat zij eventuele getuigen niet levend zouden achterlaten. Aan die afspraak hielden zij zich blijkbaar toen Wiegmink op de parkeerplaats verscheen.
LEES OOK: Frank S. uit Boekel, moordenaar in geruchtmakende Posbankmoord, overleden
Volgens het hof was hij simpelweg op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Nadat de mannen hem hebben doodschoten hebben ze het lichaam van Wiegmink in zijn eigen auto naar Erp gereden. Daar werd de auto in brand gestoken. Wie uiteindelijk het fatale schot heeft gelost, is nooit duidelijk geworden.
Lange serie rechtszaken
R. werd in 2018 samen met Frank S. door het gerechtshof in Arnhem veroordeeld tot achttien jaar cel. R. ging in cassatie bij de Hoge Raad, de hoogste rechtbank van Nederland. Hij zei onder meer dat hij onder druk was gezet door de undercoveragenten, die zich voordeden als drugshandelaren.
De Hoge Raad bepaalde dat de zaak van R. opnieuw moest. Wiegmink had tijdens de moord drie jonge zonen en een vrouw. Toen duidelijk werd dat de zaak overgedaan moest worden bij het hof, snakten de nabestaanden van Wiegmink naar eigen zeggen naar het einde van de reeks strafzaken.
"Achttien jaar na zijn dood is het nog niet klaar, omdat de verdachte zijn mond houdt", vertelde de weduwe van Wiegmink tijdens een van de zittingen.
Het hof oordeelde opnieuw dat een straf van achttien jaar gepast was. R. ging in 2021 weer in cassatie bij de Hoge Raad. Ditmaal vond hij onder meer dat een bepaalde getuige opnieuw gehoord had moeten worden. De Hoge Raad verwierp het beroep van R. een jaar later, waardoor de veroordeling definitief was. R. heeft zijn betrokkenheid altijd ontkend.