De verbinding tussen Tilburg en Rilland gaat via Oosterhout, Zevenbergen, Roosendaal en Bergen op Zoom en moet ervoor zorgen dat er in de toekomst ook genoeg elektriciteit kan worden geleverd. Het plan is van de ministers van Klimaat en Groene Groei en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Niet iedereen is het eens met dat plan. Ruim vijftig bezwaarmakers gingen in beroep. Ze maken zich onder meer zorgen om de gezondheid, de natuur en schade voor ondernemers. Bewoners zouden ook niet willen dat de hoogspanningskabels in hun achtertuin worden aangelegd. Bijna alle bezwaren zijn dus niet gegrond, oordeelt de Raad van State.

Twee aanpassingen
Maar twee bezwaarmakers hebben wel gelijk gekregen. Volgens het plan wordt de nieuwe hoogspanningsverbinding aangelegd over het centrale deel van het perceel van een betonmortelcentrale. Daar is voor gekozen omdat de hoogspanningsverbinding dan gebundeld kan worden met al bestaande infrastructuur. Maar de ministers hebben hierbij niet genoeg rekening gehouden met de belangen van het bedrijf, zo vindt de Raad van State.

Dit levert namelijk nadelen op voor de betoncentrale. Een havenkraan van het bedrijf kan hierdoor niet meer tot de volledige hoogte worden gebruikt. Tussen de kraan en de bedrading van het hoogspanningsnet zit dan nog maar vier meter. Maar volgens de veiligheidsvoorschriften moet dat minstens zes meter zijn. De ministers moeten daarom nu alsnog laten zien dat ze genoeg rekening houden met de belangen van de betonmortelcentrale. Als ze dat niet kunnen, moeten ze het plan op dit punt aanpassen.

LEES OOK: Met z'n allen in de wacht voor stroom, duizenden bedrijven zitten klem

Snijmais te hoog
Het tweede bezwaar komt van eigenaren van twee percelen in Loon op Zand, die regelmatig snijmais telen. Omdat snijmais iets meer dan vier meter hoog kan worden, schrijven de regels in het plan voor dat de eigenaren voor het telen een vergunning nodig hebben.

De ministers hadden al eerder aangegeven dat het niet de bedoeling was om de eigenaren een vergunningsplicht op te leggen. Ze moeten de regels nu ook daadwerkelijk in het plan aanpassen.

De ministers van Klimaat en Groene Groei en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben 26 weken om het plan aan te passen.