Duitse oorlogsmisdaad in Heusden herdacht met 134 kaarsjes
Een nachtelijke herdenking komt maar weinig voor. Toch lopen tientallen mensen mee in de stille tocht, met lichtjes in hun handen tegen de duisternis.
Eerder op de avond waren er al diverse andere bijeenkomsten, zoals in Drunen. Daar markeert een monument de plek waar Schotse troepen in de avonduren van 4 november 1944 het Drongelens Kanaal oversteken. Het is de opmaat naar de bevrijding van Drunen en Heusden.
Lichtjes
Na de bijeenkomst in Drunen volgt een herdenking bij de Catharijnekerk aan de Burchtstraat in Heusden. Daarna volgt de stille tocht met lichtjes langs drie zwaargetroffen plekken in het stadje, met op iedere plek een korte toespraak.
Bij het voormalig stadhuis aan de Pelsestraat worden 134 kaarsen geplaatst, één voor elk slachtoffer van de ramp.
Oorlogsgeweld
In de nacht van 4 op 5 november 1944 zoeken zo'n 200 inwoners van Heusden bescherming tegen het oorlogsgeweld in de kelder van het stadhuis. De terugtrekkende Duitsers weten dat, maar blazen de toren toch op. Die verplettert de kelder en 134 van de mannen, vrouwen en kinderen die er schuilen.
De Stadhuisramp wordt in Heusden ook wel de Stadhuismoord genoemd. Inwoners zien de ramp als een Duitse oorlogsmisdaad. Er is nooit iemand voor gepakt of veroordeeld.
Omroep Brabant staat uitgebreid stil bij tachtig jaar vrijheid. Kijk op onze themapagina Brabant Bevrijd voor alle artikelen en uitzendingen.