Marijn was 15 toen ze haar zus verloor: 'Een diepere levenservaring'
De pijn van het verlies van haar zus is nooit meer helemaal voorbijgegaan voor Marijn. “Maar ik merk dat ik uit een diepere laag levenservaring kan putten. Dat was de confrontatie met de dood op een jonge leeftijd. Als ik dat deel, merk ik dat ik mensen raak en dat ze zich verstaan voelen. Er zit een rijkdom in waarvan ik me niet bewust was.”
Marijn was net zelf thuisgekomen van school op die novemberdag in 1996. “De politie stond voor de deur. Ik dacht, die zijn vast verkeerd. Maar niets was minder waar. We kregen te horen dat er een ernstig ongeluk was gebeurd en dat we naar het ziekenhuis moesten.”
"Ik zag de verfrommelde fiets van Floor liggen."
De kortste route naar het ziekenhuis ging langs de plek van het ongeluk. “Ik zag de verfrommelde fiets van Floor liggen. Dat beeld ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Het was voor mij de eerste confrontatie met dat dit echt was gebeurd.”
De aankomst in het ziekenhuis was ook heftig voor de toen 15-jarige Marijn. “Mijn ouders werden meteen meegenomen naar mijn zus. Maar ik werd tegengehouden. Ik weet niet hoelang ik alleen heb gestaan op de eerste hulp. Maar voor mijn gevoel waren het uren. Ik was heel gefocust op de deur waarachter mijn zus lag.”
"Ik zocht tussen de slangetjes naar iets vertrouwds."
Artsen vlogen in en uit. Het was hectisch. Marijn weet nog dat ze niet om aandacht durfde te vragen. “Ik vond dat mijn zus veel meer aandacht nodig had. Ik heb daar alleen gewacht, maar eigenlijk had ik wel iemand nodig.”
In de nacht mocht Marijn haar zus zien. “Ze werd in slaap gehouden en beademd. Ik zocht tussen alle slangetjes naar iets vertrouwds. Haar kleur was anders. Het is zwaar om jezelf opnieuw vertrouwd te moeten maken met jouw zus in die toestand.”
"Floor vocht voor haar leven. Ze wilde echt leven."
Floor haalde die eerste nacht nog. Marijn haalde haar dagboek tevoorschijn en begon met schrijven. “Ik wilde eigenlijk een naslagwerk maken voor haar. Zodat ze het zelf later terug kon lezen. Ik schreef echt alles op, tot diep in de nacht.” Af en toe kon Marijn contact maken met haar zus. “Ze had heldere momenten, dan kon ik iets delen. Of zelfs lachen om iets kleins.”
Zes weken lang leefde de familie tussen hoop en vrees. “Floor vocht voor haar leven”, zegt Marijn. “Ze had zoveel levenslust. Dat inspireert me vandaag de dag nog. Maar er was zoveel kapot van binnen.” Floor moest een operatie ondergaan en werd niet meer wakker.
"Je kunt zomaar in je eigen dorp onder een vrachtwagen komen."
Jarenlang lagen de woorden die Marijn richtte aan haar zus te wachten in haar dagboeken. Ze voelde zich vaak alleen. Ze zag dat de aandacht vooral naar haar ouders uitging. "Mensen zeiden tegen me, vertel maar tegen je ouders dat ik het heel erg vind voor ze. Maar ik was het zusje. Ik was mijn maatje kwijt."
Marijn kreeg zelf kinderen en zag hoe haar zoon 15 jaar oud werd. “Ik zag die onbezorgdheid. Je bent al groot, maar ook nog kind. Ik werd opnieuw geraakt door mijn eigen levensverhaal. Hoe onbezorgdheid plaatsmaakt voor kwetsbaarheid. Je kunt zomaar in je eigen dorp verongelukken.”
Via de politieagent die het slechte nieuws kwam vertellen, kwam Marijn in contact met Madelon Spoor van uitgever Positon. Ook de vrachtwagenchauffeur leverde een bijdrage aan het boek. Ze hoopt dat de lezers uit het verdriet toch iets positiefs kunnen halen. “Ik hoop dat mensen toch het leven kunnen vieren. Het kan naast elkaar bestaan."
Het boek Plotseling dichtbij is verkrijgbaar in de boekhandel.