25 jaar na schietpartij op school: neergeschoten docent doet haar verhaal
We gaan met Leonie terug naar dinsdag 7 december 1999, rond half twee ’s middags. In het open leercentrum van het Regionaal Opleidingscentrum De Leijgraaf in Veghel zitten studenten en docenten rustig te werken. Totdat Ali D. binnenkomt en plotseling om zich heen begint te schieten.
In eerste instantie realiseert Leonie zich niet wat er gebeurt. “Ik zag lichtflitsen en hoorde knallen, maar ik kon het niet plaatsen. Ik dacht: goh, het lijkt wel vuurwerk. Maar het werd heel heftig.”
“Ik dacht: ik moet hier weg. Dit is niet pluis.”
Nadat ze zich eerst verstopt heeft onder een bureau, vlucht ze weg de gang op. “Ik dacht: ik moet hier weg. Dit is niet pluis.” Maar net op dat moment komt de schutter achter haar aan. In totaal vuurt Ali veertien kogels af. Eén ervan raakt Leoni in haar bovenarm, vlak bij haar schouder. Ze valt op de grond en kan niets meer.
De achtergrond van de schietpartij
Op dinsdagmiddag 7 december 1999 komt de destijds 17-jarige Ali D. ROC de Leijgraaf in Veghel binnengewandeld met een pistool. Hij is op zoek naar de 19-jarige Hassan die niet meer daar studeert, maar die dag toevallig wel aanwezig is op het ROC. Hij wordt meerdere keren geraakt, maar raakt niet levensbedreigend gewond. Het doelwit, een jongen van Turkse afkomst, heeft twee maanden eerder Ali’s 15-jarige zusje meegenomen naar Turkije. Ali’s daad wordt gezien als een mislukte eerwraak.
De minderjarige schutter Ali D. krijgt vijf jaar cel. Zijn vader Kerim, de eigenaar van het wapen, wordt veroordeeld tot negen jaar cel omdat hij zijn zoon zou hebben aangezet tot de daad.
De schietpartij is wereldnieuws. Journalisten vanuit de hele wereld komen naar Veghel om verslag te doen. Het is de eerste schietpartij op een school in Nederland. Later is de schoolschutter ook aanwezig bij een schietpartij tijdens een kickboksgala in Zijtaart in 2012. Daarbij valt een dode. Hij wordt destijds opgepakt door de politie, maar het Openbaar Ministerie seponeert de zaak tegen hem.
Pas in de ambulance realiseert Leonie zich hoe erg het is: “Ik kon mijn vingers niet meer bewegen. In het ziekenhuis bleek een zenuw beschadigd, waardoor ik mijn linkerarm niet meer kon gebruiken.” Na ontslag uit het ziekenhuis bezoekt ze de plek des onheils. “Ik zag waar ik onder een tafel had gezeten. In de grond zaten twee kogelinslagen. Het bleek een goede keuze dat ik gevlucht was.”
"Ik voelde niet dat er iets ernstigs was gebeurd.”
In februari, twee maanden na de schietpartij, staat Leonie weer voor de klas. “Ik wilde dat zelf. Ik voelde niet dat er iets ernstigs was gebeurd.” Haar arm gebruiken lukt dan nog niet. “Hij bungelde gewoon, maar er zat geen kracht in. Ik werd naar school gebracht, autorijden kon ik niet.”
Na enkele maanden lesgeven, beseft ze pas de ernst van wat er is gebeurd. Ze moet stoppen: “Mentaal ging het niet meer. Ik had nachten dat ik niet kon slapen. Er kwamen botsingen met andere mensen omdat ik snel geïrriteerd was. Uiteindelijk kreeg ik de diagnose PTSS (posttraumatische stressstoornis).”
Een zwaar en moeizaam herstel volgt. Ze krijgt onder meer EMDR-therapie, een vorm van therapie die gebruikt wordt voor het herstel na opgelopen trauma's. “Het duurde jaren voordat ik de schietpartij psychisch een plekje kon geven.”
“Ik schrik nog steeds van vuurwerkknallen en schietpartijen in films."
En zelfs nu nog heeft ze regelmatig last van de gevolgen van de schietpartij. Zeker richting de decembermaand. “Ik schrik nog steeds van vuurwerkknallen en schietpartijen in films. Met oud en nieuw zal je mij niet buiten zien. Die schrikreactie gaat nooit meer helemaal weg.”
Ook toen in 2004 op het Terra College in Den Haag conrector Hans van Wieren werd doodgeschoten door een leerling, had ze het zwaar. “Dat heeft me heel erg aangegrepen. Ik hoorde op televisie docenten en leerlingen praten over wat ze voelden. Dat is dan zo herkenbaar. Dat gevoel heb ik ook telkens weer bij schietpartijen op scholen in Amerika.”
Ondertussen herstelt haar arm maar moeizaam. “Tijdens het genezingsproces werd ik vaak teruggeworpen. Ik moest regelmatig de moed weer bij elkaar zien te rapen om verder door te gaan. Het duurde uiteindelijk meer dan een half jaar voordat de zenuw in mijn arm weer beter was.”
"Soms voel ik pijn in mijn hand en denk ik aan dat liedje van Meau: Dat heb jij gedaan.”
Door de jaren heen leert Leonie ermee leven, zowel mentaal als fysiek. Tot haar pensioen is ze les blijven geven. Maar ze kan nog steeds niet alles met die arm. “In de tuin werken of het huishouden doen gaat moeilijker, net als mijn hobby’s sporten, beeldhouwen en boetseren. En bij koud weer krijg ik een zeurende zenuwpijn in mijn hand.”
Soms komt 7 december 1999 weer in haar gedachten. “Zeker als de datum weer nadert. Soms voel ik pijn in mijn hand en denk ik aan dat liedje van Meau: Dat heb jij gedaan.” Elk jaar herdenkt ze samen met haar man de schietpartij. “We gaan ergens wat eten of wandelen. Dan zijn we dankbaar dat het toch goed is afgelopen. Want ondanks alles hebben wij er toch een goed leven van gemaakt.”
*Leonie is niet haar echte naam. Ze wil alleen anoniem haar verhaal vertellen. Haar echte naam is bij de redactie bekend.