Boswachter Frans: 'Daarom hangen er vlinders aan het plafond'
Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Waarom hangen er twaalf vlinders in het schuurtje aan het plafond?
Andre Koene vraagt zich af waarom er twaalf vlinders in het oude schuurtje aan het plafond hangen. Zo te zien zijn het dagpauwogen en deze soort zoekt voor de winter een schuilplek om te overwinteren. Veel vlinders overwinteren als ei of pop en sommige als rups. Er zijn daarnaast ook nog vlinders bij die overwinteren als imago, oftewel als volwassen vlinder. De dagpauwoog is er een van, maar ook de citroenvlinder, de kleine vos en de gehakkelde aurelia overwinteren zo. Sommige van hen zoeken een beschut hoekje of plafond in een schuur, zoals de twaalf bij Andre. Weer anderen zoeken een holle boom, houtstapels of oude leegstaande gebouwen. Deze vlinders houden daar een winterslaap en de kou deert hen niet. Temperaturen van 10 tot 20 graden onder nul kunnen ze gewoon hebben, zo lang ze maar niet verstoord worden. In het voorjaar worden ze wakker uit hun winterslaap en gaan ze meteen aan de slag.
Op de vloertegels van een tuinkamer regelmatig kleine slakken, wat zijn het?
Theo de Rover ziet op de vloertegels van hun tuinkamer regelmatig kleine slakjes van zo’n 5 millimeter groot en hij vraagt zich af wat voor slakken het zijn. Op de foto zie je twee huisjesslakken, waarvan de huisjes, oftewel schelpen, verschillende kleuren hebben. Je ziet de kleuren geelbruin, bruin en donker- tot roodbruin. Daarnaast zijn de huisjes ook nog doorschijnend. We hebben dus te maken met de grote glansslak. Deze soort wordt maximaal 14 millimeter groot en is daarmee meteen de grootste van alle soorten glansslakken. Misschien kan Theo die huisjesslakken eens schrik aanjagen, want dan gebeurt er wat bijzonders - ze worden namelijk blauw. Grote glansslakken hebben platte huisjes en zijn vooral te vinden in tuinen, parken, kassen en volkstuinen. Dus vooral op plaatsen waar veel gewerkt wordt. Laat ze ook met rust, want het zijn nuttige hulpjes in de tuin. De grote glansslakken zijn namelijk vleeseters en zijn dan ook wild op de babyslakken van allerlei andere soort slakken, die je planten opeten.
Grote glansslak – Roy Kleukers
Publicatie: 2 nov 2021
Grote glansslakken hebben een glanzend lichtbruine tot donkerder schelp. De onderzijde is een stuk lichter, meestal grijsbruin, soms met een blauwgrijze zweem en glanst eveneens sterk. Plat kegelvormig en samengedrukt schijfvormig, met vier tot vijf geleidelijk in omvang toenemende windingen. Het dier is donkergrijs tot zwart met soms een meer donkerblauwe tint.
Beestje op de muur, wat is het?
Gerard Jumpertz vroeg zich af wat voor een beestje hij op de muur had zien zitten. Als je goed kijkt naar de foto, dan zie je een spinachtige, waarbij de kop, het borststuk en het achterlijf tot één geheel zijn samengesmolten. We hebben dan ook te maken met de hooiwagenfamilie, en dan ook meteen met de grootste hooiwagen die wij kennen: de grote hooiwagen. Deze grote hooiwagens hebben een minder rond lichaam dan normale hooiwagens. Het lichaam is ook forser, maximaal 9,5 millimeter. Vanwege die twee kenmerken, zien ze er meer uit als een gewone spin. Daarnaast hebben ze ook kortere poten dan andere hooiwagens. Grote hooiwagens zijn warmte minnende soorten, vandaar dat ze vaak op de muur zitten. Je komt ze over het algemeen tegen in open, warme bossen of graslanden, maar zeker ook in tuinen en parken. Daar zijn ze het meest, maar vallen ze niet op en dus zijn er weinig meldingen van waarnemingen.
Iets raars op een afgezaagde stam van een boom in een gemeentepark, is het een zwam?
Frans Baren zag in Veldhoven op de stronk van een afgezaagde boom in een gemeentepark iets raars en vroeg zich af wat het was. Volgens mij is dit het begin van de hoed van een dennenvoetzwam. Persoonlijk vind ik dit een van de mooiste zwammen op bomen die ik ken.
De hoeden, oftewel vruchtlichamen, van dennenvoetzwammen zitten altijd aan de onderzijde van dennenbomen of zelfs op ondergrondse delen van stam of wortels. Het zijn echte parasieten en ze leven op of dichtbij levende naaldbomen. Daar veroorzaken zij stamvoetrot. Je kunt ze ook tegenkomen op boomstobben, maar nooit hoog in een boom. Na een aantal weken zijn deze zwammen volgroeid en zie je een donker vruchtlichaam waarbij de hoed kleverig is. Deze zwammen scheiden dan een harsachtige vloeistof uit, wellicht van de naaldbomen. Na enkele dagen tref je op de plek van dat prachtige vruchtlichaam enkel nog een zwart en hard vruchtlichaam. Op de foto hieronder een aantal nieuwe hoeden.
Zondag volgt nog een aflevering van Stuifmail met tips en uitleg van Frans Kapteijns over alles wat bloeit, groeit en zoemt in de natuur. Natuurlijk is de boswachter dan ook te horen op de radio en is er een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast