Marissa begon met hardlopen voor de gezelligheid, nu is ze topatlete
We mogen Marissa een natuurtalent noemen, want pas op haar 25e begon ze op professionele wijze met hardlopen. “Bij mijn hockeyclub in Roosendaal was ik altijd fanatiek, al speelde ik niet op topniveau. Ik kreeg weleens van mensen te horen dat ik goed kon lopen, maar aan hardlopen dacht ik niet.”
“Tijdens mijn studie in Eindhoven ben ik lid geworden van studentenatletiekvereniging Asterix, vooral voor de gezelligheid. Van twee keer in de week lopen ging ik naar vier keer en vervolgens naar zes. Na mijn studie merkte ik dat ik een volgende stap in mijn ontwikkeling wilde zetten en ben ik er vol voor gegaan.”
"Ik stel mezelf nooit de vraag of ik moet gaan lopen, ik ga gewoon."
Om richting het hoogste niveau te gaan, verhuisde ze voor haar trainer naar Zaandam. “Dat ik zo fanatiek ben, komt voor een groot deel door hem. Ik denk dat mijn discipline een sterk punt is. Ik stel mezelf nooit de vraag of ik moet gaan lopen, ik ga gewoon. Al vind ik het echt niet altijd leuk als het buiten regent bijvoorbeeld.”
De Nederlands kampioene op de 1500 en 3000 meter zet enorme stappen als atlete, maar kan niet leven van de sport. “Het is noodzakelijk om er een baan naast te hebben, want ik heb niet de A-status van NOC*NSF en het is lastig om sponsoren te vinden. De combinatie met mijn werk bij een softwarebedrijf is fijn, want mijn benen worden niet moe van het werk. Het is ook goed om niet alleen met één ding bezig te zijn.”
"Soms niet genoeg tijd om te rusten."
Nadelen zijn er ook voor de atlete van AV SPRINT in Breda. “Wat het lastig maakt, is dat ik soms niet genoeg tijd heb om te rusten. Ook krachttraining schiet er soms een beetje bij in. Ik hoop dat ik in de komende jaren financiële ondersteuning krijg, bijvoorbeeld door een merk. Dat ik wat minder financieel afhankelijk ben van mijn werkgever en keuzes kan heroverwegen.”
LEES OOK: Rennende broers zullen elkaar nooit het leven zuur maken.
Ondanks haar drukke schema heeft Marissa geen seconde spijt van haar beslissingen. “De avonturen die ik meemaak, had ik anders nooit beleefd. Ik denk weleens: hoe het zou zijn als ik eerder was begonnen met atletiek. Misschien had me dat een ticket voor de Olympische Spelen opgeleverd. Ik stond hoog genoeg op de wereldranglijst, maar de aanvullende limieten vanuit Nederland haalde ik niet. Daar had ik het moeilijk mee. Toch ga ik graag door, er zijn nog zoveel mooie dingen.”
"Een medaille moet mogelijk zijn."
Eén van die avonturen is haar debuut op 8 december bij het EK Cross in het Turkse Antalya. Tijdens de Mixed Relay is ze een van de vier lopers die ieder 1500 meter aflegt. Robin van Riel uit Tilburg maakt ook onderdeel uit van het team.
“1500 meter op de baan is de afstand die mij goed ligt, maar qua cross heb ik niet veel ervaring. De tijdsduur is een beetje hetzelfde, maar de ondergrond is een groot verschil. In de modder, het zand of het gras verlies je energie, dat is op de baan anders. Je wordt bij de cross vaker uit je ritme gehaald. Maar met ons team verwacht ik dat een medaille mogelijk moet zijn.”