Vrijdag bleek dat de twee Roosendaalse mannen, van 23 en 29 jaar, op 1 december voor het eerst in beeld zijn gekomen. Ze stonden midden in de nacht op een parkeerplaats van een winkelcentrum in Oosterhout. De lampen waren aan en de motor draaide. Agenten vonden het verdacht en controleerden hun bestelbusje. De inhoud: veertien jerrycans, een brandblusser, fakkels, zwaar vuurwerk en extra kleding.

LEES OOK: 'Verdachten explosies Den Haag week eerder betrapt met bus vol jerrycans'

De twee werden aangehouden. Het vermoeden was dat ze een misdrijf aan het voorbereiden waren, maar al snel stond het duo weer buiten. "De politie kan in zo'n geval niet meer doen", zegt Van der Kruijs daarover. "Voor zwaar vuurwerk krijg je maximaal een taakstraf."

Van der Kruijs (75) is een voormalig strafrechtadvocaat uit Den Bosch. In dit geval niet direct betrokken bij de verdachten uit Roosendaal, maar wel bereid om er zijn licht over te laten schijnen vanuit zijn expertise binnen het strafrecht. "Ik ken hun strafblad niet, maar zolang daar geen geweld op staat, kun je in dit geval niet veel."

De twee Roosendalers zijn na hun aanhouding door de politie verhoord. "Maar je hebt als verdachte het recht om te liegen en te zwijgen", legt de oud-advocaat uit. Als ze niks vertellen over hun plannen met de spullen uit het busje, zijn die spullen ook meteen het enige bewijs. "En als je te weinig aanwijzingen hebt voor een misdrijf, houdt het echt op. Alleen die spullen zijn niet genoeg om iemand vast te houden."

Dus kwamen de twee mannen uit Roosendaal vrij. Een krappe week later vonden explosies plaats aan de Tarwekamp in Den Haag. Daarbij zijn zes mensen om het leven gekomen.

LEES OOK: Brabanders vast voor dodelijke explosie in Den Haag, dit is wat we weten

Er zijn sterke aanwijzingen dat de aanhouding op 1 december en de explosies op 7 december een verband hebben. "Ik vind het tragisch en ik snap de frustratie van de mensen. De doden komen er niet mee terug, maar ik denk dat die mensen echt niet meer vrijkomen", zegt Van der Kruijs.

Hij legt uit dat het hier duidelijk gaat om een moord met voorbedachten rade. "De verdachten kunnen niet zeggen: goh, ja, we wisten niet dat het zó erg af zou lopen. Dus voor mijn gevoel is dat levenslang, ja."